MAANDAG 23 DECEMBER 1935.
315
Suppletoire begrootingen Reinigings-
(Lombcrt e.a.)
en Ontsmettings
dienst
e.a.
XIII. Suppletoire begrootingen, dienst 1934, van deit Reini-
gings- en Ontsmettingsdienst. (242)
XIV. Balansen en verlies- en winstrekeningen, dienst 1934,
van den Reinigings- en Ontsmettingsdienst. (242)
XV. Suppletoire begrooting, dienst 1934, van den Keurings
dienst van Waren. (242)
XVI. Balans en verlies- en winstrekening, dienst 1934, van
den Keuringsdienst van Waren. (242)
XVII. Suppletoire begrooting, dienst 1934, van de Gemeente
lijke Hulpbank (Gemeentelijke Bank van Leening en Geld-
sehietbank.) (242)
XVIII. Balans en verlies- en winstrekening, dienst 1934, van
de Gemeentelijke Hulpbank (Gemeentelijke Bank van Leening
en Geldsehietbank)(242)
XIX. Suppletoire begrooting, dienst 1934, van het Ge
meentelijk Radio-Distributie-Bedrijf. (242)
XX. Balans en verlies- en winstrekening, dienst 1934, van
het Gemeentelijk Radio-Distributie-Bedrijf. (242)
XXI. Balans en verlies- en winstrekening, dienst 1934,
van de gestichten „Endegeest", „Voorgeest" en „Rhijn-
geest
(242)
XXII. Balans en verlies- en winstrekening, dienst 1934, van
het Openbaar Slachthuis. (242)
XXIII. Rekening, dienst 1934, van de Gemeentelijke Com
missie voor Maatschappelijk Hulpbetoon. (242)
XXIV. Rekening, dienst 1934, van het Gemeentelijk Wasch-
bureau. (242)
XXV. Voorstel tot goedkeuring van de rekening over 1934
Aan plan I van de Verecniging tot Bevordering van den Bouw
van Werkmanswoningen. (243)
XXVI. Begrooting, dienst 1936, van den Keuringsdienst van
Waren. (244)
XXVII. Rekening van de ontvangsten en uitgaven der ge
meente over het jaar 1934. (169 en 256)
XXVIII. Voorstel tot wijziging van het raadsbesluit van
14 April 1930, in zake de verhuring van het woonhuis Aal
markt Xo. 5. (245)
XXIX. Voorstel tot wijziging van het raadsbesluit van
15 Juli 1929, in zake de verhuring van twee lokalen in het
administratiegebouw van het Openbaar Slachthuis aan den
Staat der Nederlanden. (246)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming
achtereenvolgens overeenkomstig de voorstellen IX tot en
met XXIX besloten.
(De Wethouders worden geacht zich van medestemmen te
hebben onthouden bij de punten 10, 12, 14, 16, 18, 20, 21, 22,
24 en 27mevrouw Braggaar, de heeren van Stralen, Wilmer
en van der Kwaak worden geacht zich van mede stemmen
te hebben onthouden bij punt 23.)
XXX. Voorstel tot verhuring van verschillende perceelen
wei- en teelland. (235 en 247)
De heer Lombert constateert, dat het College thans slechts
ten deele en voor zeer kleine bedragen tegemoet gekomen is
aan het bezwaar tegen de sterke verlaging van sommige
pachten en meent, dat althans voor de perceelen, genoemd
onder n°. 12 en n°. 15 de voorgestelde verlaging niet moet
worden goedgekeurd, waarom spreker een daartoe strekkend
voorstel indient.
De Voorzitter deelt mede, dat is ingekomen een voorstel
van den heer Lombert, luidende:
„Ondergeteekende stelt voor de in Xo. 235 van de Inge
komen Stukken (agendapunt Xo. 30) aangeduide perceelen
Xo. 12 en 15 niet te verhuren als door Burgemeester en
Wethouders voorgesteld, maar deze perceelen in het openbaar
te verpachten."
(Splinter e.a.)
Verhuring wei- en teelland.
De heer Splinter erkent, dat de pachtsommen van de
perceelen genoemd onder nos 12 en 15 niet aan den hoogen
kant zijn. In het algemeen echter wordt voor weiland 75.
huur per h.a. betaald. Het perceel genoemd onder n°. 12 is
ongeveer 5 ha groot. Inplaats van 5 x 75.bedraagt de
voorgestelde pachtsom 390.Het gemeentebestuur heeft
getracht, een hoogere pachtsom te verkrijgen, doch zooals
spreker reeds in de vorige Raadsvergadering mededeelde
ligt dit terrein zeer ongunstig en wordt van de jeugd nogal
overlast ondervonden. Het bleek dan ook niet mogelijk met
den pachter op betere voorwaarden tot overeenstemming
te komen. Ook bij openbare verpachting zal de gemeente
geen hoogere pacht kunnen verkrijgen, want de doorsnee huur
is zooals gezegd ƒ75.per h.a. en volgens de land
bouwers is dit bedrag nog te hoog. Ten aanzien van de
verpachting, genoemd onder n°. 15 heeft de aanhouding
van dit voorstel toch nog eenig succes gehad; de heer van
Vliet is bereid 1100.in plaats van 1000.te betalen.
Hoe gaarne spreker ook zooveel mogelijk huur zou willen
bedingen, hij adviseert den Raad dit voorstel nu zoo aan
te nemen, want bij openbare verpachting zou men wellicht
geen pachter krijgen en anders zou men toch niet meer aan
huur ontvangen dan 1100.
De heer Lombert meent dat men in dezen tijd niet alleen
moet streven naar verlaging van de uitgaven voor de ge
meente, maar ook wanneer dit mogelijk is naar vermeerdering
van inkomsten. Xu stemt naar het oordeel van een des
kundige, aldus de Wethouder, het bereikte wel tot tevreden
heid, maar spreker zou aan dat oordeel veel meer hechten
wanneer het kwam van een bevoegde, deskundige commissie
deze deskundige is zelf bovendien nog belanghebbende bij
dit bedrijf. Spreker acht verlagingen als van ƒ898.76 tot
ƒ390.(n°. 12) en van ƒ3500.tot ƒ1100.(n°. 15) toch
Avel erg en geeft in overweging het dan maar eens te probeeren
met een openbare verpachting; misschien wint men daarmee
heel wat meer dan de deskundige gelieft voor te stellen.
De heer Splinter zegt, dat dien deskundige destijds op
zettelijk gevraagd is, de gemeente van advies te dienen,
omdat men met den vroegeren deskundige niet geheel be
vredigd was. Men moet als deskundige toch iemand hebben,
die op dit gebied ervaren is. De heer de Graaf, die dit op
goede wijze doet, heeft de belangen van de gemeente be
hartigd en mag het volle vertrouwen genieten van den
Raad. De heer Lombert beroept zich nu op de verlaging van
3500.tot 1100.maar men moet niet uit het oog
verliezen dat deze pacht door de Crisispachtkamer reeds
was vastgesteld op 1400.— het was dus niet een verlaging
van 3500.tot 1100.maar van 1400.tot 1100.
Perceel n°. 12 is ook niet verlaagd van 900.tot 390.
maar van 629.tot 390.daar ook deze pacht door
de Crisispachtkamer reeds was teruggebracht op 629.
Deze zaak is besproken in de Commissie van Fabricage,
maar als men eenmaal een deskundig advies krijgt, moet
men zich daaraan natuurlijk houden.
De heer Sehüller zegt, dat de heer de Graaf in de Commissie
van Fabricage z.i. heeft aangetoond, dat op het oogenblik
geen hoogere pachtprijzen te bedingen waren en ook, dat
de algemeen geldende pachtprijzen zijn voorgesteld en dat niet,
uit consideratie voor een bepaald persoon, lagere prijzen
zijn voorgesteld.
De heer de Graaf heeft in de commissie duideüjk aan
getoond, dat het voorstel op goede gronden rust en daarom
acht spreker het gewenscht, er mede accoord te gaan.
De heer van Eek zal om principieele redenen niet stemmen
voor het voorstel van den heer Lombert.
Wel moet de gemeente probeeren meer inkomsten te
krijgen, maar de gemeente moet niet trachten zooveel mogelijk
pacht te laten betalen. De pachters behoorèn tot de categorie
van noodlijdende ingezetenen. Wanneer de gemeente meer
pacht zou kunnen bedingen dan thans voorgesteld wordt,
zou spreker tegen een poging daartoe bezwaar hebben,
indien de gemeente er niet van overtuigd zou zijn, dat de
pachter ook dan nog van de opbrengst van zijn bedrijf be
hoorlijk kon leven.
Het bewijs is moeilijk te leveren, dat men meer pacht zal
kunnen krijgen, nadat de deskundige schatting heeft plaats
gehad.
De heer Bergers vermoedt, dat de heer Lombert tot het
indienen van zijn voorstel is gekomen, doordat het gemeente
bestuur voorstelt de pacht op 390.te bepalen, terwijl de
Crisispachtkamer de pacht op 600.heeft vastgesteld.