330
MAANDAG 23 DECEMBEE 1935.
"Commissie i. z. Huishoudelijke Voorlichting.
(Braggaar e.a.)
thuishoorde hij de sub-commissie voor Ontwikkeling en Ont
spanning.
Men stelde voor, dat elke organisatie een bijdrage zou
geven. Aangezien echter de commissie als onderdeel van de
S.D.A.F; geen eigen inkomsten heeft, kon zij dit niet doen.
De heer Eomijn, die de Vrouwenpropaganda-commissie
verwijt, geen interesse voor dit werk te hebben, blijkt nu zelf
niet bereid te zijn aan de verstrekking van het subsidie vain
200.-*+- mede te Werken.
De heer van Stralen zegt, dat het hem speciaal van den heer
Eikerbout tegenvalt, dat deze, hoewel hij zijn stem niet tegen
het voorstel zal' uitbrengen, van oordeel is, dat dit subsidie
het eerst voor verdwijning in aanmerking komt. De' lieer
Eikerbout vergist zich, wanneer hij meent, dat deze conf-
missies bestemd zijn voor het werken op het platteland. Dje
circulaire, die daarover handelt, is ook gestuurd aan de be
sturen van gemeenten, die grooter zijn dan Leiden.
De landelijke Commissie voor Huishoudelijke Voorlichting
heeft de plaatselijke commissies gesteund met een bedrag,
dat ongeveer 1/3 is van hetgeen deze van particulieren ont
vangen heeft.
Het betoog van den heer Eomijn is spreker zeer tegenge
vallen, omdat hij had verwacht zeer zeker van den heer Eomijn
sterken steun voor dit voorstel te ontvangen.' Het bestuur
der commissie heeft spreker medegedeeld, dat de heer Eomijn
reeds eerder den raad had gegeven, zich om subsidie te wenden
tot het gemeeütebestuur.
De heef Romijn zegt, dat dit volkomen onjuist is en me
vrouw Manders den Wethouder wel beter zal kunnen inlichten.
De heer van Stralen neemt dit gaarne van den heer Eomijn
aan, maar is het dan niet mét hem eens, dat de gemeente
verkeerd zou doen met dit werk te steunen. Het werk ver
dient ten volle den steun van particulieren en van de overheid.
Van de oprichting af heeft de commissie getracht de kosten
van de cursussen te bestrijden uit de particuliere bijdragen,
maar ondanks al haar pogingen is zij ten slotte daarin niet
geheel geslaagd. Door de medewerking van het Crisis-Comité
is de commissie in staat de helft van haar begrooting te finan
cieren. Het Crisis-Comité stelde echter de voorwaarde, dat
de andere helft door particulieren moest worden bijeenge
bracht. Waarschijnlijk zou men geen beroep op het gemeente
bestuur hebben gedaan, indien niet in den laatsten tijd de
aandrang van vrouwen van werkloozen, en in het algemeen
minder goed gesitueerden, buitengewoon groot was geweest.
Er waren zooveel aanvragen voor deelneming aan deze
cursussen, 80 en meer, dat het niet mogelijk bleek zonder bij
zonderen steun daaraan te voldoen; anders zouden deze
vrouwen teleurgesteld moeten worden. Er wordt nog steeds
voortgegaan met te trachten, bijdragen van particulieren
te krijgen. Voorzoover spreker heeft kunnen waarnemen
wordt daar zeer nuttig werk verricht. De vrouwen krijgen
gelegenheid voor zich zelf en voor haar kinderen kleeding te
maken van nieuwe stoffen; daarvoor behoeven zij maar 2
cent per les te betalen. Ieder, die weet hoe groote behoefte
bestaat onder deze groep aan voldoende kleeding zal toch
eiken maatregel die kan bijdragen dat aan die behoefte
eenigszins kan worden voldaan, moeten toejuichen. Dit doet
deze commissiè. Ieder, die ziet met welke animo de vrouwen
zich daaraan geven en zich zelf nuttig ontwikkelen zal toe
geven dat deze zaak behoort gesteund te worden. De com
missie kan haar werk niet volledig doen zonder deze kleine
Commissie i. z. Huishoudelijke Voorlichting,
(van Stralen e.a.)
bijdrage van de gemeente; spreker hoopt dat de Eaad zal
inzien dat hij goed doet aan deze commissie steun te ver-
leenen in den door het College voorgestelden vorm.
De heer Eikerbout heeft niet gezegd, dat hij tegen dit
subsidie was, maar alleen dat z.i. dit subsidie ditmaal toe
gestaan moest worden, maar dat deze commissie moest
trachten ook van hét Prophylaxe-fonds een zekere bijdrage
te krijgen, aangezien dezelfde commissie, die landelijk is en
niet is de commissie, die de heer Eomijn bedoelt, maar een
afzonderlijke commissie, verleden jaar daarvoor 15.000.
gekregen heeft.
Wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het
voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten.
(De heer Romijn wenscht geacht te worden tegen te hebbel
gestemd.)
Op voorstel van deh Voorzitter wordt vervolgens besloten
de punten 38, 39 en 40 der agenda aan te houden tot de
Volgende vergadering.
De Voorzitter vraagt, of thans een der leden nog iets in
het belang van de gemeente in het midden heeft te brengen.
De heer Lombert heeft in den laatsten tijd geconstateerd,
dat, indien het gesneeuwd of gehageld had, des morgens om
11 of 11| uur de bruggen, waarbij bedienend personeel is,
nog niet gereinigd waren, terwijl het toch voor dit personeel
een kleine moeite moet zijn, het brugdek te reinigen.
In de laatste dagen hebben verschillende ongelukken
plaats gehad ten gevolge van de gladheid van den weg.
Spreker verzoekt het College te willen bevorderen, dat aan
het weer begaanbaar maken van gladde plekken van het
plaveisel meer aandacht wordt besteed.
De Voorzitter zegt, dat het College aan het een en ander
zijn aandacht zal schenken.
De heer Bergers vraagt, of het niet mogelijk is voor den
autobewaker van het parkeerterrein een gelegenheid te maken,
waar hij bij slechte weersgesteldheid kan schuilen. Het is
ook voor de winkeliers niet aangenaam, als de bewaker bij
slecht weer steeds in hun portieken staat te leunen.
De heer Kuipers klaagt er over, dat de bewoners van liet
Kooikwartier zeer sterk gehinderd worden door storingen
bij het luisteren naar de uitzendingen van het radiodistributie
bedrijf.
De Voorzitter zegt, dat het College hieraan zijn aandacht
zal wijden.
Spreker uit den wensch, dat het jaar 1935 voor alle leden
op prettige wijze zal eindigen en zij het jaar 1936 gelukkig
kunnen beginnen.
Spreker hoopt, dat allen de Kerstdagen op prettige wijze
zullen kunnen doorbrengen en ieder naar zijn eigen over
tuiging het feest zal vieren, om het volgende jaar met frisschen
moed de taak aan te vatten, die helaas thans onafgedaan
moet blijven.
Niemand meer het woord verlangende, sluit de Voorzitter
de vergadering.
Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. GEOEN ZOON.