326
MAANDAG 23 DECEMBER 1935.
Wijziging verordening betreffende levering van gas.
(Coster e.a.)
voor één jaar, in de tweede plaats omdat eventueele nadeelige
verschillen verrekend zullen worden, in de derde plaats
omdat dit liet gebruik van gas in plaats van petroleum zal
stimuleeren en tenslotte, omdat men voor een muntgas
meter voortaan 10 cent per maand extra zal moeten betalen.
Het betreft hier 1800 gebruikers, waarvan 1000 de admini
stratiekosten niet waard zijn; het is zeker 10 cent per maand
waard, dat men altijd de beschikking heeft over gas, wan
neer men wil.
De Voorzitter zegt, dat dit voorstel niet zoo ongunstig
ontvangen is: men begrijpt, dat dit een proef is van de
directie om aan een ongunstigen toestand, die dreigt te
ontstaan, het hoofd te bieden.
Ongerustheid over het verminderen van het gasverbruik
is voor de directie van de Lichtfabrieken aanleiding geweest
zich te bezinnen op maatregelen, die den achteruitgang
zouden kunnen stuiten. Men is daarin niet geslaagd door
tariefsverlaging, waartoe in de maand December 1931 is
besloten: de achteruitgang toch is blijven voortduren; in
1934 werden 17.000.000 M3. gas afgeleverd en vermoedelijk
zal het verbruik over 1935 15.640.000 M3. bedragen. Men
beschikt niet over gegevens, waaruit zou kunnen blijken,
aan welke groepen van verbruikers deze achteruitgang te
wijten is.
De directie van de Lichtfabrieken ziet zich dus geplaatst
voor de wenschelijkheid om den achteruitgang van het
gasverbruik te doen ophouden en dit wel in de eerste en
voornaamste plaats, omdat de gemeentelijke huishouding
dusdanig verbonden is aan de resultaten, die door de
fabrieken worden bereikt, dat de directie het als een plicht
gevoelt de inkomsten van de fabrieken op peil te houden.
Iedereen kan begrijpen, welke gevolgen het zou hebben,
wanneer de directie het winstcijfer aanzienlijk lager moest
ramen dan de cijfers, waaraan men in de gemeentehuis
houding gewoon is geraakt.
Men zou het den besten Wethouder van Financiën en
het kranigste College niet euvel kunnen duiden, wanneer
zij meenden hun taak te moeten neerleggen, indien zij niet
meer de beschikking hadden over de groote bijdrage van
de Lichtfabrieken.
Het is echter niet goed, dat de gemeente dermate steunt
op de resultaten van de Lichtfabrieken en het is ook voor
de fabrieken zelf allerminst gewenscht, want wanneer zij
er voortdurend op uit moeten zijn, een zekere winst te
behalen, worden zij in alle mogelijke opzichten belemmerd
in het voeren van de commercieele politiek, die voor het
bedrijf zelf de meest wenscheüjke zou zijn.
Men mag de tarieven van de Lichtfabrieken ook niet
gebruiken voor de behartiging van sociale belangen; de
tarieven behooren te worden vastgesteld overeenkomstig
de belangen van het bedrijf en de eischen, die het bedrijf
meent te kunnen stellen.
Als men meent sommige burgers in staat te moeten
stellen gas en electriciteit te verbruiken, is dit wellicht
verantwoord, maar dan moet men het niet doen door
middel van de tarieven van de Lichtfabrieken, omdat men
dan een onjuiste politiek gaat voeren: er zijn andere or
ganen, die veel beter kunnen beoordeelen, wie in deze ge
holpen dienen te worden. Wanneer men deze hulp bindt
aan de tarieven, begaat men onvermijdelijk onbillijkheden
en brengt men in de tarieven een element, dat daarin niet
thuis behoort. Men gaat sommigen bevoordeelen, anderen
benadeelen en men verliest het juiste gezicht op de tarieven,
zooals deze zullen moeten worden samengesteld. Spreker
zou het in beginsel wenschelijk achten, hoewel men er
niet aan kan denken het practisch geheel door te voeren,
de tarieven van de Lichtfabrieken van die functie te ont
heffen en deze geheel over te dragen aan de gemeente
organen, daartoe in het bijzonder aangewezen.
In het tegenwoordige tarief zitten vele fouten, bv. deze,
dat de slechte klanten veel te weinig betalen en de goede
te veel. Dergelijke cardinale fouten benadeelen het debiet
van een fabriek ernstig. Bovendien heeft de directie van
de Lichtfabrieken een poging moeten doen om een ver
betering in de slechte conjunctuur te brengen; door het
steeds verder inzakkend gasverbruik loopt men het groote
gevaar, terecht te komen in den vicieuzen cirkel van debiet-
vermindering en prijsverhooging, waardoor ook weer tal
van verbruikers zullen verloren gaan. De gemeente blijft
dan tenslotte zitten met een zeer kostbaar apparaat, waar
mee niet te werken ishet is juist van het grootste belang
voor de gemeente, dat dat apparaat op volle kracht kan
werkendoor een grooter debiet kan er goedkooper gewerkt
worden, kunnen de prijzen lager gesteld en kunnen zoowel
de gemeente als de verbruikers worden geholpen. De vaste
Wijziging verordening betreffende levering van gas.
(Voorzitter e.a.)
lasten van rente en afschrijving op installatie en buizennet
kunnen de Lichtfabrieken en de gemeente niet kwijtdaarom
is het van het grootste belang te zorgen, dat dit geheele
apparaat rendabel blijft werken. Wanneer de gasfabriek eens
zou worden een bron van verlies, waar moet men dan de
gelden vandaan halen voor de sociale lasten en andere
verplichtingen van de gemeente? Nu stelt de directie een
nieuw tarief voor, dat nog maar op zeer bescheiden wijze,
maar toch eenigszins, begint te lijken op een commerciëel
juist tarief, al is het nog verre van ideaal.
Spreker acht, in tegenstelling met verscheidene Raads
leden, de invoering van een vast recht zeer juist. Wanneer
de gemeente zorgt voor aanleg van gasleidingen en aldus
de ingezetenen in de gelegenheid stelt, daarvan gebruik te
maken, dan is het alleszins billijk, hun de kosten daarvan
in den vorm van een vastrecht in rekening te brengen.
Men heeft daartegen geenerlei bezwaar bij de telefoon;
daarbij begint men met 42.per jaar te betalen voorde
outillage van de telefoondiensten en daarna betaalt men
een zeer matigen prijs voor de gesprekken, d. w. z. voor
het gebruik, dat men van dien dienst maakt.
De gemeente heeft alle leidingen aangelegd tot de huizen
en ook in sommige huizen. In de leidingen, welke zij in
de straat heeft gelegd, heeft zij zeer veel kapitaal gestoken.
De heer Sehoneveld merkt op, dat de kosten daarvan
worden vergoed door de retributie, welke de verbruikers
betalen.
De Voorzitter zegt, dat de directie van de Lichtfabrieken
heeft getracht een tarief samen te stellen, waarin een
prikkel ligt tot meer verbruik van gas. Zij meende daarbij
den prijs van 4 cent per M3. als basis te moeten nemen,
maar omdat men de inkomsten van de fabrieken niet
wilde doen dalen en er ook geenerlei reden was met minder
inkomsten genoegen te nemen, heeft men, mede ter ver
vanging van de meterhuur, daarnaast in het tarief een
vast recht moeten opnemen.
De verbruikers, die minder dan 240 M3. per jaar af
nemen en den fabrieken eigenlijk voortdurend geld kosten,
heeft men gemeend in deze tariefswijziging niet te moeten
betrekken; dit zou mogelijk zijn geweest, wanneer men hen
een hooger vastrecht had kunnéh laten betalen dan door
de andere verbruikers betaald wordt, doch dit heeft men
willen vermijden.
De heer van Eek heeft er zeer groote bezwaren tegen,
dat voor het gasverbruik ten minste ƒ1.per maand ver
schuldigd is, maar deze bepaling is minder erg dan zij hem
voorkomt. Men dient hierbij niet te vergeten, dat degenen,
die vroeger 5 M3. gas verbruikten, nu voor hetzelfde bedrag
11 M3. kunnen afnemen. Slechts zeer weinig afnemers van
5 M3. per maand hebben aan deze hoeveelheid voldoende
voor de warmte, die zij noodig hebbende meeste van de kleine
verbruikers gebruiken dus naast het gas andere verwarmings
middelen en men wil nu door dezen maatregel die personen
er toe brengen in de plaats van de andere verwarmings
middelen gas te gebruiken. Men denke niet, dat zij, die
minder dan 240 M3. per jaar verbruiken, allen kleine
luyden" zijn; er zijn velen onder, die het zeer goed kunnen
betalen en van wie men een grooter verbruik zou mogen
verwachten. Men kan zeggen: de gemeente heeft den plicht
den burgers gelegenheid te geven om gas te gebruiken,
maar daartegenover staat voor die burgers de plicht om
daarvan gebruik te maken. Welke reden heeft de gemeente
een leiding te doen leggen naar een huis, waar men 3 of
4 M3. per maand gebruikt? Er is geen reden voor de ge
meente zich voor dergelijke verbruikers zulke groote uit
gaven te getroosten. Daarom is het volkomen verantwoord
voortaan ƒ1.per maand te laten betalen; daarvoor kan
men ook zooveel meer gas gebruiken, dat het inderdaad
voor de Lichtfabrieken een voordeel wordt, terwijl de ver
bruikers zeiven er niet veel onder zullen lijden. Het is
mogelijk, dat er van de verbruikers beneden de 240 M3.
per jaar voor de fabriek verloren gaan; maar dat is niet
zoo'n groot bezwaar. Zij, die niet zooveel gas gebruiken,
hebben het ook niet zoozeer noodig; zij gebruiken slechts
voor enkele doeleinden gas en kunnen zich zeer gemakkelijk
op andere verwarmingsmiddelen instellen. Het verloren
gaan van die klanten is voor de fabriek zelf geen bezwaar;
daartegenover staan integendeel zeer belangrijke voordeelen.
In Woerden zijn inderdaad eenigen van de kleinere ver
bruikers verdwenen, maar de gasaflevering is toegenomen
in totaal met ruim 30
Spreker geeft grif toe, dat ten aanzien van de verbruikers
boven de 240 M3. de voorgestelde maatregel niet geheel
juist is; zoo is een ernstig bezwaar, dat de groote ver-