MAANDAG 23 DECEMBER 1935.
321
Verhaal omzetbelasting op gas- en eleetriciteitverhruikers.
(Komijn.)
De heer de Reede, die uit hoofde van zijn beroep verstand
heeft van prijzenpolitiek en met het zakenleven in aanraking
komt, zal moeten toegeven, dat het niet tot aanbeveling van
een particulier bedrijf strekt, wanneer het dezelfde methode
volgt. Dit kan zeer stellig niet als een juiste prijzenpolitiek
worden aangemerkt, omdat de politiek daarin volmaakt
zoek is. Men kan zeker niet bij een bedrijf als de Lichtfabrieken
eerst de prijzen zooveel verlagen en dan eenige maanden
later de prijzen weer verhoogen als gevolg van het verhaal
van de omzetbelasting. Spreker onderschrijft niet het bezwaar
van den heer Schoneveld, dat deze belasting niet verhaald
kan worden op de industrie; wanneer er nog iets goeds zit
aan dit voorstel, is het juist, dat het niet op de industrie
verhaald kan worden; juist de industrie moet op het oogen-
blik zoo goedkoop mogelijk geholpen worden, wil althans
de mogelijkheid bestaan, dat de Leidsche industrie nog iets
doet; haar toestand is zoodanig dat elke verzwaring van
lasten een funesten invloed zal hebben, met als gevolg ver
grooting van de werkloosheid. Althans dit kwade puntje
is hieraan ontnomen. Dat de consumenten hier belast worden
is een zeer groot nadeel.
Even goed als de heer Goslinga kan spreker deze quaestie
niet behoorlijk bespreken buiten het verband van de be
grooting, ook niet aan het eind van de agenda. Men moet
echter van twee kwaden wel eens het beste kiezen, zooals
ook de S.D.A.P. Spreker kan zich voorstellen dat de sociaal
democraten er meer voor gevoelen de belastingverhooging
op het oogenblik maar stiekum binnen te sleepen, niet
stiekum dan, maar in elk geval buiten alle verband met de
grootsche redevoeringen en voorstellen, die men bij de
begrooting zal krijgen, omdat het toch altijd tegenover het
publiek een eenigszins raren indruk maakt, walmeer men
komt met groote werkverruimingsplannen en met welvaarts-
ideëen en wanneer men daaraan moet vastkoppelen de mede-
deeling: wij beginnen nu maar eerst de belasting te verzwaren.
Yerhooging van welvaart annex verhooging van lasten is
een tegenstrijdigheid. De sociaal-democraten willen dus naar
sprekers gevoelen behandeling van dit voorstel op dit oogen
blik, omdat dan het verband tusschen werkverruiming
plannen en deze belastingverzwaring niet zoo direct aanwezig
is, niet zoo opvalt.
Spreker wil dus van twee kwaden het beste, n.l. dat men
deze zaak te behandelen krijgt aan het eind van de agenda;
spreker acht het juist van belang het voorstel inzake de sport
stichting eindelijk af te doen, omdat daarin ook werkver
schaffing zit; dat zal heel wat meer bijdragen tot welvaart
dan deze verzwaring van deze belasting. Het verband met
de begrooting is in alle opzichten aanwezig. Waar eenerzij ds
het College overtuigd is, het uiterste te moeten doen om
belastingverzwaring te voorkomen, en daarom ook zich
verheugt, dat geen belastingverzwaring voorgesteld behoeft
te worden, maar waar het anderzijds voorstelt verhaal van
de omzetbelasting, wat zeer stellig belastingverzwaring
beteekent en zoowel materieel als formeel op hetzelfde
neerkomt, daar is het niet mogelijk om zonder even aan
te stippen de quaestie van de begrooting dit voorstel te
behandelen. Volgens den Voorzitter en den heer de Reede
staat vast, dat dit verhaal van omzetbelasting plaats zal
moeten vinden, omdat op geen enkele andere wijze het geld
te vinden is noodig voor een sluitende begrooting. Ook dat
is uit den aard der zaak alleen te behandelen in verband
met de begrooting.
Als Wethouder had spreker rekening te houden met de
homogeniteit van het College; als lid van den Raad kan
hij zijn eigen meening over deze zaak onder de aandacht
van den Raad brengen.
Met den heer van Eek is spreker het eens, zij het ook op
andere gronden, dat men moet komen tot een sluitende
begrooting. De opmerking, dat spreker andere middelen moet
aangeven om het gat in de begrooting te stoppen, indien
hij zich niet met het voorstel van het College vereenigt,
is juist en spreker gevoelt zich dan ook verplicht voorstellen
in die richting te doen.
Men dient zich te realiseeren, dat door bezuinigingen en
een andere werkwijze van de Lichtfabrieken nieuwe bedragen
kunnen verkregen worden. Wel stelt het College zich voor
bezuinigingsmaatregelen te nemen, maar de resultaten daarvan
zijn niet in bedragen op de concept-begrooting aangegeven.
Juist naar deze bedragen heeft spreker in de sectievergadering
gevraagd, omdat bij de voorstellen, die gedaan worden
tot het sluitend maken van de begrooting, gedacht wordt
aan allerlei middelen, die z.i. aan ernstige bedenking onder
hevig zijn en men bezuinigingsmaatregelen moet nemen,
die misschien nog harder en onaangenamer zijn dan de reeds
genomen maatregelen, maar die tot een beperking van lasten
leiden en die men in den loop van het jaar zou kunnen nemen,
Verhaal omzetbelasting op gas- en eleetrieiteitverbruikers.
(Komijn e.a.)
indien men ze thans nog niet precies kan aangeven. In het
laatste geval zou men thans gebruik kunnen maken van de
algemeene reserve. Eerst als de Memorie van Antwoord is
verschenen zal men kunnen nagaan, of het inderdaad mogelijk
is door bezuinigingsmaatregelen een bedrag van 30.000.
a 40.000.te vinden.
Spreker verzoekt het College eens ernstig in overweging te
nemen hoe wellicht in verband met de steunbedragen tot
een verlaging van uitgaven zal kunnen worden gekomen. Er
komt nu wel eenig protest van den kant van de sociaal
democraten, wanneer spreker daarheen wijst, maar die ver
wondering van hen is toch meer gemaakt dan werkelijkheid,
omdat tenslotte ook van den kant van de sociaal-democraten
wel degelijk het verband tusschen den financieelen toestand
van Leiden en de steunbedragen is gelegd. Nog niet zoo heel
lang geleden zijn voorstellen van die zijde in Maatschappelijk
Hulpbetoon tot verhooging van de steunbedragen door een
zeer toevallige omstandigheid verworpen, waarbij de aan
kondiging werd gedaan, dat die voorstellen op de eerst
volgende vergadering van Maatschappeüjk Hulpbetoon weer
ter tafel zouden komen. Totnogtoe hebben de sociaal-demo
cratische leden van Maatschappelijk Hulpbetoon die nog niet
ingediend, en spreker schrijft dit toe aan den financieelen
toestand van Leiden. En dan zou een belastingverhooging
als hier wordt voorgesteld veel funester en veel welvaart-
beperkender werken dan eventueel zou werken een ook door
spreker niet gewenschte, maar voor hem dan meer aanvaard
bare verlaging van steunbedragen, op welke wijze men dan
ook de noodige gelden zou kunnen vinden voor een sluitende
begrooting. Spreker zegt dit in antwoord op de sommatie
tot hem gericht om andere gelden aan te wijzen dan hier
wordt voorgesteld, teneinde niet den schijn te wekken,
alsof hij hier een volkomen onvruchtbare politiek zou voeren
en zijn stem zou verheffen tegen voorstellen, zonder iets
daartegenover te willen stellen.
De heer Wilmer zegt, dat er eenige opmerkingen gemaakt
zijn, waardoor het standpunt, door spreker en zijn fractie
ingenomen, in een geheel verkeerd daglicht gesteld kan
worden.
Het betoog van den heer Romijn gaat toch wel heel erg
mank aan inconsequentie. De heer Romijn zegt: ,,het is toch
al voor de menschen zoo moeilijk de touwtjes aan elkaar te
knoopen en nu komt deze omzetbelasting er bij." Bij deze
uiteenzetting wordt allereerst de indruk gevestigd alsof deze
omzetbelasting voor de menschen een zwaren druk zou be-
teekenen. Dit is echter volstrekt niet het gevalhet beteekent
voor de menschen 1 of 2 cent per week meer.
De tweede inconsequentie van den heer Romijn is, dat
hij, toen het ging om een verlaging van den gasprijs die
veel aanzienlijker was dan de verhooging, die het gevolg is
van de omzetbelasting, niet heeft gedacht aan de menschen,
die zooveel moeite hebben de touwtjes aan elkaar te knoopen.
Hij heeft toen gestemd tegen de verlaging van den prijs,
hoewel die verlaging voor de verbruikers van veel meer
beteekenis was dan de thans voorgestelde luttele verhooging.
Waarom grijpt de heer Goslinga, indien hij zich niet laat
leiden door rancune, maar wel door het gemeentebelang,
deze gelegenheid niet met beide handen aan om de ramp
eenigermate te herstellen, die volgens zijn verklaring over de
gemeentefinanciën komen zou, indien men den prijs van
gas en electriciteit verlaagde! Het gat, dat door deze ver
laging in de begrooting geschoten is, zou men eenigermate
door het verhaal van de omzetbelasting op de verbruikers
kunnen dichten.
Men moet zich in den Raad niet laten leiden door rancune
of door oppositie als zoodanig.
De Roomsch-Katholieke raadsfractie zal oppositie voeren
tegen beginselen, die zij niet kan aanvaarden en tegen con
crete voorstellen, welke zij niet in het belang van de gemeente
acht. Zij zal het slechte voorbeeld, dat in het verleden gegeven
is, niet navolgen en dus geen oppositie voeren om de oppositie
zelve. Zij wenscht er toe mede te werken, dat de gemeente
zoo goed mogelijk bestuurd wordt.
Indien men oppositie voert om de oppositie zelve, werkt
men mede aan den ondergang van het parlementaire stelsel.
De geheele Roomsch-Katholieke raadsfractie vereenigt
zich met het voorstel van het College, omdat zij het middel,
dat op zich zelf niet verkeerd is en geen onbillijken, onrecht-
vaardigen druk op de bevolking legt, absoluut noodig acht
voor het zoo goed mogelijk in orde houden of brengen van
de gemeente-financiën. Zij stemt er voor, maar niet omdat
zij de rol zou willen spelen, die de heer Goslinga met eenige
onaangename en zeer onverdiende woorden heeft aangeduid.
De heer Coster vestigt er de aandacht op, dat de omzet-