198 men met dit tarief te Woerden heeft opgedaan doch het is even goed mogelijk, dat plaatselijke omstandigheden voor Leiden en omgeving andere resultaten te zien zullen geven. Voorts is in de ontwerp-verordening (art. VI) een bepaling opgenomen om te voorkomen, dat de gasverbruiker voor een hoeveelheid gas, gelijk aan zijn standaardverbruik, over 1936 meer zou moeten betalen dan hij volgens het voor hem in 1935 gegolden hebbende gastarief meterhuur inbegrepen verschuldigd zou zijn geweest. Op dezen regel is om de bovenvermelde reden alleen een uitzondering gemaakt ten aanzien van de verbruikers, die wegens gas verbruik meterhuur inbegrepen over 1935 in totaal 12.of minder verschuldigd zijn geweest. Het nieuwe tarief, dat uit een vastrecht per maand be nevens 4 cent per M3. bestaat, is zóó opgesteld, dat de in komsten der Gasfabriek bij gelijke gasafgifte ongeveer gelijk blijven. Bij grooter gasverbruik daarentegen zal de winst niet onbelangrijk stijgen, waardoor de gemiddelde kostprijs daalt, hetgeen op den duur weder aan alle afnemers ten goede kan komen. Ten slotte geven wij in overweging art. 7, eerste lid, der Gasverordening (art. II) in dien zin te wijzigen, dat de daar bedoelde binnenleidingen en gastoestellen niet meer koste loos, doch tegen betaling van een geringe vergoeding (10 cent per kalendermaand) in bruikleen worden gegeven, zulks mede met het oog op de bovenvermelde uitbreiding van de categorie muntgasverbruikers, welke er toe heeft geleid, dat ook tal van groote verbruikers hun gas over den munt meter betrekken. Op grond van het bovenstaande geven wij Uw College in overweging den Baad de hierbijgaande ontwerp-verordening tot wijziging van de Gasverordening ter vaststelling aan te bieden. Commissarissen der Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit, Voorzitter. J. A. van dek Stok, Secretaris. Aan Heeren Burgemeester en Wethouders van Leiden. N°. 255. Leiden, 12 December 1935. Bij het hieronder afgedrukt adres verzoekt de Verhuurders- bond voor Leiden en Omstreken, om: 1°. de straatbelasting te verlagen; 2°. restitutie van straatbelasting te verleenen, indien de eigendommen 6 maanden onverhuurd en ongebruikt zijn gebleven. De Commissie van Financiën, wier advies wij hebben inge wonnen, deelt ons het volgende mede: „De financiëele toestand der gemeente is thans, ook blijkens de ontwerp-begrooting 1936, zoo buitengewoon moeilijk, dat het eerste verzoek, hoezeer verlaging van belasting ook ge- wenscht is, o. i. niet in overweging kan worden genomen. Wat het tweede verzoek betreft, vestigen wij er de aan dacht op, dat in verschillende andere gemeenten een dergelijke vrijstelling bestaat, en dat ook de wet op de grondbelasting een zoodanige bepaling inhoudt. Het systeem onzer verorde ning verzet zich evenmin tegen een restitutie-bepaling. Dat zij in 1930 niet werd opgenomen, was een gevolg van den toen bestaanden toestand op de woningmarkt; wanneer in dien tijd huizen leegstonden, was dat bijna steeds omdat zij uitsluitend te koop en niet te huur waren. De mogelijkheid van teruggaaf van straatbelasting zou deze practijk hebben bevorderd; er bestond dan ook geenerlei aanleiding om een bepaling als bedoeld op te nemen. Thans is de toestand op de woningmarkt echter geheel anders; de woningvoorraad is, vooral in de hoogere huur- klassen, dermate toegenomen, dat het aanbod zoowel voor verkoop als voor verhuring de vraag overtreft. Onder deze gewijzigde omstandigheden is voor een restitutie-bepaling wel aanleiding. Evenals voor de grondbelasting geldt, zouden wij evenwel eerst teruggaaf willen verleenen nadat gebouwde eigendommen gedurende twaalf achtereenvolgende maanden onverhuurd en ongebruikt zijn gebleven. Hierdoor zal de opbrengst naar schatting ten hoogste 5000.verminderen." Aangezien ons College zich met het advies van de Com missie van Financiën kan vereenigen, geven wij Uwe Ver gadering in overweging, te besluiten: a. afwijzend te beschikken op het verzoek van den Ver- huurdersbond voor Leiden en Omstreken, voorzooveel daarbij verlaging van de straatbelasting wordt gevraagd. b. de volgende verordening vast te stellen: VERORDENING, houdende wijziging van de verordening van 30 November 1931 Gemeenteblad No. 34), op de heffing van eene belasting onder den naam van Straatbelasting, te Leiden. Artikel I. Na artikel 8 wordt ingevoegd: Art. 8bis. Voor gebouwde eigendommen, welke met hunne gebouwde aanhoorigheden gedurende twaalf achtereenvolgende maan den ongebruikt en onverhuurd zijn gebleven, wordt aan hem, die gedurende dat geheele tijdvak daarvoor is aangeslagen, de belasting teruggegeven, indien binnen dertig dagen na dat tijdvak een desbetreffend verzoek schriftelijk bij den Inspec teur der Gemeentebelastingen wordt ingediend. Art. II. Deze verordening treedt in werking op 1 Januari 1936, met dien verstande, dat vóór dien datum verstreken tijd niet meetelt voor het in artikel I genoemde tijdvak van 12 achter eenvolgende maanden. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan den Baad der gemeente Leiden. Geeft met verschuldigden eerbied te kennen, het Bestuur van den Verhuurdersbond voor Leiden en Omstreken" ge vestigd te Leiden, Oude Vest 11a; dat, zooals bekend, zeer vele eigenaren van gebouwd on roerend goed, ook in de Gemeente Leiden, door velerlei om standigheden in de grootste moeilijkheden verkeeren en daarom mede verlaging van de zoogenaamde overheidslasten dringend noodzakelijk is; dat die moeilijkheden onder meer ook veroorzaakt worden door het vele leegstaan van woningen; dat daarmede door de verordening van den 30sten Novem ber 1931, op de heffing van een belasting onder den naam van Straatbelasting te Leiden, in tegenstelling met soortgelijke verordeningen in verschillende andere gemeenten, in het geheel geen rekening wordt gehouden; dat dit een niet het rechtsgevoel bevredigende toestand is en wijziging der verordening in dien zin, dat het gedurende een bepaalden tijd leeg staan van gebouwde eigendommen een reden zou zijn voor teruggave van belasting voor de betrokken belastingplichtigen steeds van het grootste belang zou zijn, maar Vooral in de tegenwoordige omstandigheden. Bedenen, waarom adressant zich de vrijheid veroorlooft Uwen Baad beleefd doch dringend te verzoeken: le. de Straatbelasting te verlagen; 2e. in de eerder vermelde verordening een artikel op te nemen van zoodanige strekking, dat indien gebouwde eigen dommen gedurende 6 achtereenvolgende maanden onver huurd en ongebruikt zijn gebleven, aan den belastingplichtige die gedurende dat tijdvak is aangeslagen, de belasting wordt teruggegeven. 't Welk doende enz. Het Bestuur voornoemd. J. Zitman, Voorzitter. De Jong, Secretaris. Leiden 13 Augustus 1935 Oude Yest 11a. N°. 256. Leiden, 5 December 1935. De Commissie van Financiën heeft de eer Uwe Vergadering mede te deelen, dat bij haar geen bezwaar bestaat tegen de voorloopige vaststelling van de rekening van ontvangsten en uitgaven der gemeente over het jaar 1934. Zij geeft U mitsdien in overweging daartoe te besluiten overeenkomstig het concept-besluit, opgenomen in het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. 28 September 1935 (Ingek. Stukken No. 189). Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën. A. VAN DE SANDE BAKHUYZEN,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1935 | | pagina 6