MAANDAG 2 DECEMBER 1935. 307 Demping Levendaal tusschen Steensehuur en Barbarabrug. (Schüller e.a.) al twee jaren op Gemeentewerken klaar ligt, zij het in meer uitgebreiden vorm. Nu zegt de Wethouder: bij uitvoering met steun van het Werkfonds had men misschien minder gekregen dan nu bij uitvoering in werkverschaffing. Natuurlijk, als het College, wat dan blijkbaar de bedoeling was geweest, bij het Werk fonds was gekomen met de mededeeling, dat men het in werk verschaffing wilde doen, maar wanneer het College had ge zegd: wij willen het in werkverruiming doen, dan zou het loon bepaald worden in overeenstemming met de contact commissie uit de vakcentrales en dan zou het beduidend hooger zijn dan in werkverschaffing. Volgens den heer Splinter heeft spreker dat glad mis; elke week wordt echter in het orgaan van den Algemeenen Bouwarbeidersbond een lijst opgenomen van de werken, door het Werkfonds in werkverruiming toegestaan, met de loonen, die met de vak centrales zijn overeengekomen. Die zijn beduidend hooger dan de loonen in werkverschaffing. Dan zegt de Wethouder: 22.90 is toch wel een behoorlijk loon". Dit is evenwel in tarief gebeurd en het contractloon van de grondwerkers is ongeveer 24.en dat van de metselaars 26.88. Werkte men onder contractloon in tarief, dan zou het ver schil nog beduidend meer bedragen. Waarmede spreker maar aantoont, dat in wezen het loon van 22.90 per week in tarief zeer laag is tegen het contractloon en daarbij tarief werk wordt verricht. De metselaars hebben ook tegen dit loon moeten werken en kregen alleen een toeslag voor het gebruik van hun gereedschap, doch ontvingen in ieder geval veel minder dan het contractloon. Het is wel mogelijk, dat andere werken, die in werk verschaffing zijn uitgevoerd, tot volle tevredenheid zijn verricht, doch het is de vraag: tot wiens of wier volle tevreden heid? Zeker niet tot tevredenheid-van de arbeiders, die met het loon van de werkverschaffing naar huis gingen en zeker niet van de arbeiders, die voorheen het werk nooit hadden gedaan en daardoor de eerste week gekraakt waren en te moe waren om te slapen. De grondwerkers bleven buiten het werk en hun moest men een uitkeering verstrekken. Wel is waar zou men ook een uitkeering verstrekt moeten hebben aan de werklooze onge schoolde krachten, maar wanneer, zooals in dit geval, ge schoolde arbeid verricht moet worden, zouden ook de ge schoolde krachten te werk gesteld moeten worden. Spreker blijft van meening, dat men de extra kosten van de waterkeering had kunnen besparen, indien het rapport eerder door den dienst van Gemeentewerken was uitgebracht. Indien de Directeur geen kans had gezien, de indiening er van te bespoedigen, had hij het gemeentebestuur moeten vragen dit werk te laten doen door werklooze opzichters en teekenaars onder zijn leiding. De heer Goslinga is door de bestrijding van zijn betoog niet van standpunt veranderd. De heer Groeneveld verkondigde een enormiteit, toen hij zeide, dat het vroegere Levendaal geen stadsschoon vormde. De juiste verhoudingen der af metingen van de gevels, den weg en de oppervlakte van het water vormden de schoonheid van deze gracht. Spreker was echter een voorstander van de demping om verkeers- belangen en omdat het water tot een modderpoel was ge worden. Bij aanneming van dit voorstel zal zonder noodzaak een stukje stadsschoon worden vernietigd. De demping heeft weinig of geen economisch nut; de verkeersbelangen worden door de demping niet noemenswaard gediend. Volgens den heer Groeneveld is ze noodig, omdat de nieuwe breede ver keersweg tot het Rapenburg moet doorloopen, maar dit geschiedt toch niet, want hij loopt door tot de Groenebrug, die er schuin tegenover komt te liggen. Voor de uitvoering van dit werk in werkverschaffing kan men als argument aanvoeren, dat ook de demping van het grootere gedeelte van het Levendaal in werkverschaffing heeft plaats gehad en men op deze manier de zekerheid heeft, dat de werkloozen aan den arbeid komen. De markt absorbeert een werk als dit zeer gemakkelijk en de Arbeidsbeurs bemerkt er niets van. Herhaalde malen is gebleken, dat uitvoering van werken bij aanbesteding geen noemenswaardige vermindering van de werkloosheid geeft. Daarom heeft de heer Eomijn er te recht indertijd bijzonder sterk op aangedrongen, en ook inderdaad met veel moeite gedaan gekregen, dat het Levendaal zou worden gedempt door werkloozen. Toen zijn menschen aan het werk gegaan, die in 3, 4 of 5 jaren geen werk hadden gehad. De heer Schüller zegt: ,,die menschen werken hun spieren kapot en kunnen niet slapen". Dat heeft men in het begin bij de werkverschaffing aan den Leidschen Hout ook gehad, Demping Levendaal tusschen Steensehuur en Barbarabrug. (Goslinga e.a.) maar dat ging na een dag of 14 over. Als het Levendaal toch gedempt wordt, is spreker er voor werkloozen aan dat werk te zetten, die in langen tijd niet gewerkt hebben. Uit de verklaring van den heer Verweij blijkt, dat werk verschaffing niet geheel en al uit het program van de minder heid van het College geschrapt is; daarvan neemt spreker dankbaar nota. Ook het crisisprogram van de S.D.A.P. kent uitvoering van werken in werkverschaffing, maar het is specifiek Leidsch om daartegen bezwaar te maken. Spreker beschouwt dit als een symptoom van de houding van de fractie tegenover dit allerbelangrijkste vraagstuk. In het geheele land pakken socialistische gemeentebestuurders werk verschaffingsobjecten aan en voeren ze uit, maar hiertegen rijst in Leiden altijd bezwaar. Er wordt nu gezegd: „voor zoover ze productief zijn"die achterdeur houden de sociaal democraten altijd nog open. Nu wil de heer Verweij alleen uitvoering in werkver schaffing, wanneer het werk anders op meer rationeele wijze zou worden uitgevoerd. Spreker hoopt echter, dat de practijk den heer Verweij nog wat nader tot zijn standpunt zal brengen, niet omdat spreker zoo'n groot bewonderaar is van uitvoering van werken tegen verlaagde loonen als in de werkverschaffing, maar omdat men door werkverschaffing het moreel van de menschen opheftdoor werkverschaffing heeft men het in zijn macht werkloozen aan het werk te zetten en hun weer een kans te geven in het productieproces, waardoor zij later weer gemakkelijker werk kunnen vinden. Bovendien is werk verschaffing voordeeliger voor de gemeentekas. Wanneer men in den geleidebrief leest, hoe nijpend de toestand is en hoe moeilijk het is om de begrooting sluitend te krijgen, dan mag de Wethouder van Financiën voor het financieel voordeel toch ook niet blind zijn. Het moreele voordeel, dat de menschen dan meer krijgen dan den steun, en het financieele voordeel voor de gemeentekas, nopen spreker zijn stem te onthouden aan de voorstellen van de heeren van Weizen en Snel. De heer van Weizen ontkent niet, dat door de demping van het Levendaal een karakteristiek stuk stadsschoon is verloren gegaan, maar ontkent wel absoluut, dat met de demping van het laatste gedeelte van het Levendaal iets van het stadsschoon dreigt vernietigd te worden. Indien de opmerking van den heer Goslinga juist is, n.l.; dat het Leven daal zijn karakteristieke schoonheid bezat door de juiste verhoudingen der afmetingen, zijn die juiste verhoudingen door de demping van het grootste gedeelte van het Levendaal verbroken en heeft het ook geen zin meer op dien grond het resteerende gedeelte van het Levendaal in den tegenwoordigen toestand te laten bestaan. De verkeersbelangen vorderden de demping van het Levendaal. Deze economische noodzakelijkheid maakte het mogelijk dit werk, gelijk andere dergelijke werken als normale werken te doen uitvoeren. Zoo hebben Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland en het Rijk de noodzakelijkheid erkend van den aanleg van toegangswegen tot het te bouwen stadion van de voetbalvereeniging Feijenoord te Rotterdam; dit werk zal dan ook als normaal werk worden uitgevoerd. In de gemeente Amsterdam zal de bouw van de z.g. Kinkerbrug, waarmede een bedrag van 300.000.gemoeid zal zijn, als normaal werk worden uitgevoerd, omdat hierbij van een noodzakelijk werk sprake is. Al moge de demping van het laatste gedeelte van het Levendaal misschien niet noodzakelijk zijn, de wenschelijk- heid daarvan springt duidelijk in het oog, ook in verband met de kosten, die gemaakt moeten worden bij handhaving van den bestaanden toestand. Deze kosten 3800.mogen in mindering gebracht worden van de uitgaven, die noodig zijn bij de normale uitvoering van dit werk. Juist omdat dit werk noodzakelijk is, moet het als normaal werk worden be schouwd; zoowel bij den Minister als bij Gedeputeerde Staten zal tegenstand daartegen absoluut achterwege blijven. Volgens den heer Splinter zouden bij de demping van het eerste gedeelte van het Levendaal zelfs loonen verdiend zijn van 22.90, terwijl de ongeschoolde arbeidskrachten in het vrije bedrijf, werkzaam tegen normaal loon, dus contract loon, slechts 0.45 per uur zouden verdienen. Spreker heeft zich persoonlijk overtuigd van de wijze van uitvoering van dit werk en van de daarbij werkzame arbeidskrachten; wanneer de heer Goslinga nu bepleit de noodzakelijkheid en de wenschelijkheid om zoo nu en dan ongeschoolde arbeidskrachten in de werkverschaffing aan het werk te zetten, dan zou spreker den heer Goslinga niet gaarne willen veroordeelen het werk te doen, dat die arbeids krachten bij de demping van het Levendaal hebben moeten doen, n.l. achter den damwand op z.g. stellingwerken of tafel werken de klei naar boven te brengen. Dit deden, zij op

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1935 | | pagina 11