169 weging te bevorderen, dat het bovenbedoelde keurloon met ingang van 1 November a.s. van 1 cent tot f cent per K.G. wordt verlaagd, waardoor tevens, naar het ons wil voorkomen, voor een groot deel aan de wenschen van adres sante wordt tegemoetgekomen. Ter nadere toeüchting diene nog, dat in de laatste 12 maanden 70.000 Jv.G. spek ten behoeve van de Leidsche Spekcentrale werd ingevoerd; thans is echter de invoer sterk gedaald in verband met de meerdere vraag naar spek voor het binnenland. Op grond van het bovenstaande geven wij Uw College in overweging den Eaad voor te stellen over te gaan tot vaststelling van de volgende verordening: De Commissie van Beheer over het Openbaar Slachthuis, M. G. Verweij, Voorzitter. J. A. v. d. Stok, Secretaris. Aan Heeren Burgemeester en Wethouders van Leiden. N°. 230. Leiden, 22 November 1935. Uwe Vergadering stelde om praeadvies in onze handen de hieronder afgedrukte motie van Mevrouw Braggaar, waarbij de wenschelijkheid wordt uitgesproken, om de door de Ge meentelijke Commissie voor Maatschappelijk Hulpbetoon ondersteunde valide werkloozen slechts éénmaal per dag te doen stempelen. Tevens werd toen besloten de behandeling van het mede hierachter afgedrukt adres van het Werk loozen Strijd Comité te doen plaats hebben bij de behandeling van die motie. Naar aanleiding hiervan deelen wij U het volgende mede. In de eerste plaats merken wij op, dat de in de motie bedoelde werkloozen niet, gelijk in de motie is uitgedrukt, door de Gemeentelijke Commissie voor Maatschappelijk Hulp betoon worden ondersteund, doch door den Dienst voor Maatschappelijk Hulpbetoon. Deze dienst treedt met be trekking tot bedoelde werkloozen voor ons als orgaan van steunverleening" op. De Gemeenteüjke Commissie neemt ten opzichte van deze steunverleening dezelfde plaats in, als de Sub-Commissie voor de Steunverleening doet ten aanzien van de steun verleening door den Dienst voor Sociale Zaken. Wij wonnen derhalve omtrent de in de motie bedoelde verandering van de stempelregeling allereerst het advies in van den Directeur van den Dienst voor Maatschappelijk Hulpbetoon. Zooals uit het ter visie gelegde rapport van dien Directeur blijkt, meent hij te kunnen adviseeren voor de valide werk loozen, welke bij zijn dienst in de steunverleening zijn opge nomen, een regeling in te voeren, volgens welke in het alge meen door deze categorie werkloozen slechts éénmaal per dag behoeft te worden gestempeld. De Gemeentelijke Commissie voor Maatschappelijk Hulp betoon, wier meening daarna aangaande het voorstel van den Directeur werd gevraagd, deelde daarop bij haar bij de stukken gevoegd bericht mede, zich met dat voorstel geheel te kunnen vereenigen. Vermits ook bij ons College in beginsel geen bezwaar be stond om overeenkomstig het voorstel van den Directeur te besluiten, onderwierpen wij, in verband met de bestaande voorschriften, de voorgestelde verandering van de stempel regeling aan het oordeel van den Minister van Sociale Zaken, van welken bewindsman wij mochten vernemen, dat ook hij zich met die verandering kon vereenigen. In verband met een en ander hebben wij besloten ten aanzien van de door den Dienst voor Maatschappelijk Hulp betoon ondersteunde valide werkloozen te bepalen, dat zij voortaan éénmaal per dag moeten stempelen, met dien ver stande evenwel, dat de bestaande regeling van tweemaal stempelen per dag wordt gehandhaafd voor hen, waarop, hetzij wegens den aard van hun beroep, hetzij wegens onbe trouwbaarheid, een scherpere controle noodig wordt geacht. Door vaststelling van een dagelijks wisselend stempeluur zal er dan tegen worden gewaakt, dat de controle ten gevolge van de wijziging wordt verzwakt. Aan de in de motie van Mevrouw Braggaar uitgesproken wenschelijkheid is derhalve bereids tegemoet gekomen en wij stellen U mitsdien voor om die motie, alsmede het adres van het Werkloozen Strijd Comité, als afgedaan te beschouwen. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, 4-10-1935. Aan den Baad der Gemeente Leiden. De Baad spreekt de wenschelijkheid uit, dat de valide werkloozen, gesteund door de Gemeentelijke Commissie v. Maatschappelijk Hulpbetoon, slechts één maal per dag be hoeven te stempelen. C. P. Braggaarde Does. Aan de Gemeenteraad van Leiden Namens het Werklooze Strijd Comité welke benoemd is uit de vrouwelijke zoowel als mannelijke werklooze arbeiders, die in de ondersteuning zijn opgenomen bij de Gemeentelijke Commissie tot Maatschappelijk Hulpbetoon te Leiden, brengt ondergeteekende J. J. Bekkers ten deze domicilie kiezende te Leiden Nieuwstraat 34 A, ter Uwer kennis dat voornoemde werklooze arbeiders eenparig de wensch hebben uitgesproken in den vervolge slechts éénmaal per dag te moeten stempelen, dat hier ter stede, uitgezonderd de werklooze transport arbeiders, de georganiseerde arbeiders reeds meer dan een jaar slechts eenmaal per dag melden of teekenen, dat tot heden deze maatregel, dat voornoemde arbeiders eenmaal stempelen, geen bezwaren medebrengt, en de controle over hen daardoor niet minder wordt, dat ook in verschillende plaatsen van Nederland reeds éénmaal per dag gestempeld wordt zonder dat meerdere fraudaleuze handelingen plaats vonden, dat ook bij Maatschappelijk Hulpbetoon zijn inziens geen reden is, om aan te nemen dat de controle over de stempe lenden minder zou worden bij éénmaal stempelen per dag, aangezien de Commissie over een uitstekend uitgebreid controle systeem beschikt, weshalve hij namens bovengenoemd comité aan Uwe Edelachtbare Baad, beleefd, maar daarom niet minder dringend in overweging geeft een des betreffend voorstel aan de orde te brengen. Het welk doende, enz. Namens het W. S. C. w.g. J. J. Bekker. Leiden 12 September 1935 N°. 231. Leiden, 22 November 1935. In zijn hieronder afgedrukt in onze handen om praeadvies gesteld adres, verzoekt de Leidsche Bestuurdersbond artikel 10 van de verordening, betreffende den Gemeentelijken Dienst voor Sociale Zaken, te wijzigen in dien zin, dat de in dat artikel bedoelde leden van werkloozenkassen reeds voor steun gedurende den wachttijd, voorafgaande aan den over gang naar hun kas, in aanmerking komen, indien zij in de 24 werkdagen, voorafgaande aan dien overgang, eenigen steun hebben ontvangen. Thans geeft genoemde bepaling eerst recht op vergoeding van dien wachttijd, indien be trokkenen in de 12 werkdagen, voorafgaande aan bedoelden overgang, gedurende ten minste 6 dagen steun ontvingen. Met de Sub-Commissie voor de Steunverleening, wier advies wij omtrent deze aangelegenheid inwonnen, en welk advies in de Leeskamer ter visie is nedergelegd, zijn wij van meening, dat het verzoek niet kan worden ingewilligd. Gelijk de Commissie betoogt, is het zeer onwaarschijnlijk, dat de Minister van Sociale Zaken zijn goedkeuring zou hechten aan een algemeene regeling, welke, zonder rekening te houden met de bijzondere omstandigheden van de be trokkenen, in het algemeen een aanspraak op steunuitkeering zou doen ontstaan, ook indien een groot gedeelte van de periode van 24 dagen, voorafgaande aan den overgang naar de kas, zou zijn gewerkt. Wel zijn wij, eveneens in aansluiting aan het gevoelen van de commissie, bereid om in daarvoor in aanmerking komende gevallen toestemming aan den Minister te vragen, om den betrokkene gedurende de wachtdagen in de steun verleening op te nemen, ook indien deze kort voor den over gang naar de kas heeft gewerkt, doch vóór dien overgang een groote periode van werkloosheid heeft doorgemaakt. Met de bijzondère omstandigheden van den betrokkene kan dan mede rekening worden gehouden. Aangezien op deze wijze aan het verlangen van adressant zoo ver als mogelijk is wordt voldaan, stellen wij U voor het adres als afgedaan te beschouwen. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1935 | | pagina 3