158
Hoogere uitgaven
rente van geldleeningen
aflossing van geldleeningen
600.
350.
8 (Gemeentelijke Hulpbank).
Minder uitgaven.
Minder ontvangsten
Voordeeliger
Lagere uitgaven:
nadeelig saldo
739.—
675.—
64.—
Lagere ontvangsten:
rente
9 (Gemeentelijk Wascbbureau).
650,
500.—
Meer ontvangsten
Minder uitgaven
Voordeeliger
Hoogere ontvangsten:
1
504.-
22.-
526.—
batig saldo
500,
10 (Gemeentelijk-Radio-Distributie-Bedrijf).
Meer uitgaven
Meer ontvangsten
Nadeeliger
12.675.—
2.370.—
10.305.—
Hoogere uitgaven:
kosten ter zake van verzekering, pension-
neering enz
bijdrage aan hoofdstuk XIII 10 van den
kapitaaldienst (administratief)
Hoogere ontvangsten:
aflossing (administratief)
kosten ter zake van verzekering, pension-
neering enz
Lagere ontvangsten:
rente
batig saldo
HOOFDSTUK XIV (Kasvoorzieningen).
Minder uitgaven. 6.500.
Minder ontvangsten 500.
1.250.
11.400.
11.400.
1.250.
2.050.
8.400.
Voordeeliger 6.000.
Lagere uitgaven:
voorschotten aan ambtenaren
rente en provisie van tijdelijk opgenomen
kasgeld
Lagere ontvangsten:
teruggaaf van voorschotten aan ambtenaren
500.—
6.000.—
500.—
HOOFDSTUK XV (Overige inkomsten en uitgaven).
Meer ontvangsten 201.632.
Meer uitgaven 6.624.
Voordeeliger
195.008.—
Hoogere ontvangsten:
bijdrage van hoofdstuk XV van den kapitaal-
dienst als gedeeltelijke beschikking over de
„Reserve voor algemeene doeleinden"
opbrengst van maatregelen tot versterking
van de inkomsten en verlaging van de uit
gaven (nieuwe post voor 1936)
gespecificeerd als volgt:
30.500.
302.095.—
A. Besparing van lasten voor de gemeente voortvloeiende
uit het wetsontwerp ter verlaging van de openbare uitgaven
en de daarmede samenhangende wetsontwerpen
1°. de vermindering van de in de artt. 86
en 205 der Lager-Onderwijswet 1920 bedoelde
uitkeeringen, zulks als gevolg van de ver
laging van de in die artikelen genoemde per
centages tot 5 gevende per saldo een ver
schil van
2°. een korting van 5 op de salarissen
van het onderwijzend personeel van de ge
meente, hetwelk ingevolge raadsbesluit van
18 April 1934 (Ing. St. No. 74) overeenkomstig
de rijksregeling wordt bezoldigd (leeraren enz.
Gymnasium en H.B.S.'en)
3°. de vermindering van de bijdrage aan
het Pensioenfonds met 1 van de volle
pensioensgrondslagen
5.430.—
12.440.-
24.000.-
Totaal A
41.870.—
B. Besparing van lasten ter zake van:
1°. de bij het Georganiseerd Overleg aan
hangig gemaakte wijziging van de salaris
verordeningen van 25 Februari 1935, naar
aanleiding van de door den Minister van
Binnenlandsche Zaken op die verordeningen
gemaakte bemerkingen25.000.
2°. de nadere wijziging van de salarissen
van het Gemeentepersoneel, bij het Georgani
seerd Overleg aanhangig te maken in verband
met de circulaire van den Minister van
Binnenlandsche Zaken van 4 September 1935
(voorloopig)150.000.
3°. de lagere pensioensbijdragen, voort
vloeiende uit de sub 1 en 2 bedoelde maat
regelen 5.000.
4°. de voorziening in dienstrijwielen (lagere
huur)2.500.
5°. vermindering van het aantal opzichters
bij den Reinigings-en Ontsmettingsdienst 2.475.
6°. verhaal van de omzetbelasting voor de
levering van Gas en Electriciteit 40.000.
7°. bezuiniging bij de Lichtfabrieken, o.a.
ten aanzien van de organisatie van den dienst 35.000.
8°. vermindering van het aantal telefoon
aansluitingen 250.
Totaal B
Totaal A
Totaal
260.225.—
41.870.—
302.095.—
Lagere ontvangsten:
besparing van uitgaven door conversie van
geldleeningen (bezuinigingspost 1935) 13.150.
besparing van pensioenslasten voortvloeiende
uit de omzetting van de tijdelijke korting in
een definitieve salarisverlaging (bezuinigings
post 1935) 3.500.
financieele gevolgen voor 1935 van het wets
ontwerp tot wijziging van de wet regelende
de financiëele verhouding tusschen Rijk en
de gemeenten en van het wetsontwerp
houdende voorzieningen ter zake van ge
meentelijke kosten van werkloosheidszorg
(voor 1936 verwerkt over de verschillende
posten) 64.750.
opbrengst van maatregelen tot versterking
van de inkomsten en verlaging van de uit
gaven (bezuinigingspost 1935)49.000.
opbrengst ter zake van het gebruik van ge
meente-eigendommen voor reclame doel
einden 500.
Hoogere uitgaven:
kosten ter zake van het gebruik van ge
meente-eigendommen voor reclame doel
einden 500,
rente van geldleeningen900,
aflossing van geldleeningen1.200.
bijdrage aan hoofdstuk XV van den kapitaal-
dienst (reserveering voor aflossing van
kapitaalsuitgaven)4.000.
J?
