GEMEENTERAAD YAN LEIDEN. 143 IJfeESOHEir STITKKEN. N°. 190. Leiden, 1 October 1935. Tegen inwilliging van nevensgaand verzoek van den heer S. van Noot en bestaat noch bij het bestuur der Stedelijke Werkinrichting, noch bij ons College bezwaar. Mitsdien geven wij Uwe Vergadering in overweging aan den heer S. van Nooten, op zijn verzoek, eervol ontslag te verleenen als lid van het bestuur der Stedelijke Werk inrichting, onder dankbetuiging voor de als zoodanig door hem bewezen diensten. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan Burgemeester en Wethouders van Leiden. Edel Achtbare Heeren, Ondergeteekende deelt U hierbij mede, dat hij wegens aanstaande verandering van woonplaats bedankt als lid van het Bestuur der Stedelijke Werkinrichting, waartoe hij, blijkens Uw schrijven No. 68/1933/2 A.Z. van 5 September 1933, door den Gemeenteraad in zijn zitting van 4 September 1933 is benoemd. Hoogachtend, S. van Nooten. N°. 191. Leiden, 28 Augustus. 1935. Ter vervulling van de vacature in ons bestuur, gevolg van het vertrek van den Heer S. van Nooten naar elders, hebben wij de eer U de navolgende voordracht aan te bieden le G. E. E. KUYNTJES, dir. Ambachtschool 2e A. DE KOSTER, dir. Meelfabriek Namens het Bestuur der Stedelijke W erkinrich ting J. Heringa, Voorzitter. de Reede, Secretaris. Aan den Gemeenteraad van Leiden. N°. 192. Leiden, 1 October 1935. In verband met de doortrekking van de Oegstgeesterlaan en de Mariënpoelstraat hebben de Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit de beschikking noodig over een nabij gelegen strookje grond voor den bouw van een trans formatorhuisje. Zij zijn bereid voor het beschikbaar stellen van den grond de gebruikelijke vergoeding van 7.80 per M2. te betalen. Met de Commissie van Fabricage zijn wij van oordeel, dat het op de overgelegde situatie-teekening II aangeduide terrein de meest geschikte plaats is voor dit gebouwtje. Onder verwijzing naar de in de Leeskamer ter inzage liggende stukken geven wij Uwe Vergadering alsnu in over weging de op de overgelegde kaart II met roode en gele kleur aangeduide strook grond, gelegen tusschen de Oegst geesterlaan en de Mariënpoelstraat, groot 83 M2, kad. bekend gemeente Leiden, sectie L, No. 629 (ged.), ter beschikking te stellen van de Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit tegen een vergoeding van 7.80 per M2. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 193. Leiden, 1 October 1935. Van het bestuur van de vereeniging „de Ambachtsschool" is een verzoek ingekomen om van de gemeente te mogen koopen het op de overgelegde kaart met roode arceering aangegeven gedeelte van de sloot achter de Rijn- en Schiekade. Adressant is bereid den door ons College gevraagden prijs van 0.50 per M3. te betalen. Verder gaat het bestuur accoord met de inzake het dempen van dit slootgedeelte aan den verkoop te verbinden voorwaarden, die in de Leeskamer ter visie zijn gelegd. Wij geven mitsdien, in overeenstemming met het advies van de Commissie van Fabricage, en onder verwijzing naar de in de Leeskamer liggende stukken, Uw Vergadering in overweging aan de vereeniging „de Ambachtsschool" te Leiden, onder de overgelegde voorwaarden te verkoopen het op de mede overgelegde kaart met roode arceering aangegeven slootgedeelte achter de Rijn- en Schiekade, kadastraal bekend gemeente Leiden, sectie M, No. 3976 (ged.), groot ongeveer 100 M2. tegen den prijs van 0.50 per M2. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 194. Leiden, 1 October 1935. Bij raadsbesluit van 29 Juli 1935 (Ingek. Stukken No. 143) is aan de heeren W. Bink en A. P. Valk, alhier, een perceel bouwterrein aan de Timorstraat verkocht. In ver band met hun bebouwingsplan verzoeken zij thans een aan de westelijke zijde van dit terrein grenzende strook grond eveneens van de gemeente te mogen koopen. Adressanten zijn bereid den door ons College gevraagden prijs van 9.per M2 te betalen, terwijl tevens met hen overeenstemming is bereikt over de aan den verkoop te verbinden voorwaarden. Met de Commissie van Fabricage zijn wij van oordeel, dat tegen dezen grondverkoop op den aangegeven voet geen bezwaren bestaan. Wij geven Uwe Vergadering mitsdien in overweging aan W. Bink en A. P. Valk q.q., te Leiden, te verkoopen de op de overgelegde kaart met roode kleur aangegeven strook bouwterrein aan de Timorstraat, groot 90 M2, kad. bekend gemeente Leiden, Sectie N, nis 207 en 925 (beide gedeeltelijk), voor den prijs van 9.per M2 en onder de mede overgelegde voorwaarden. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 195. Leiden, 1 October 1935. Bij zijn in de Leeskamer ter inzage gelegd, door Uwe Ver gadering om praeadvies in onze handen gesteld, adres, verzoekt het bestuur der Vereeniging tot oprichting en instandhouding van scholen voor lager en meer uitgebreid lager onderwijs op Gereformeerden grondslag (Gereformeerde Schoolver- eeniging), op grond van artikel 72 der Lager Onderwijswet 1920 medewerking te verleenen om de in zijn schoolgebouw voor gewoon lager onderwijs aan de Lusthof laan aanwezige gaskachels, welke een onderdeel uitmaken van de centrale verwarmingsinstallatie van dat gebouw, te vervangen door een z.g. nootjesketel, welke wordt gestookt met anthraciet. De meerderheid van de Commissie voor het Onderwijs, wier advies mede ter visie is gelegd, is van meening, dat het bestuur in zijn adres de vervanging van de gaskachels door een ketel ten onrechte aanmerkt als te vallen onder het begrip „verandering van inrichting", bedoeld bij artikel 72 van evengenoemde wet. Van een „verandering van inrichting" kan h.i. geen sprake zijn, aangezien in het systeem van verwarming geen verandering wordt gebracht. Immers men had en houdt centrale verwarming. Alleen reeds op dien grond vindt het verzoek h. i. geen steun in de wet en moet het dus worden afgewezen. Maar zelfs indien men aannemelijk zou kunnen maken, dat het hier wèl een „verandering van inrichting" betreft, als in de wet bedoeld, dan nog bestaat er naar hare meening alle aanleiding afwijzend te beschikken, omdat door inwilliging van het verzoek naar hare stellige overtuiging de normale eischen, aan het geven van lager onderwijs te stellen, zouden worden overschreden. Naar hare meening geldt ten deze artikel 4 van de wet van 4 Augustus 1933, S. 414, tot beperking van uitgaven, welke voor de openbare kassen voortvloeien uit de uitvoering der Lager Onderwijswet 1920. H. i. gaat het niet aan, om voor rekening van de Gemeente de gaskachels, die blijkbaar in goeden staat verkeeren, door een ketel te vervangen, enkel op grond van de om standigheid, dat zulks door de op dit oogenblik lage anthraciet-prijzen voor het schoolbestuur voordeelig is. Werd dit verzoek toegestaan, dan toch zou daarvan het onver mijdelijke gevolg zijn, dat soortgelijke verzoeken van andere schoolbesturen eveneens zouden moeten worden ingewilligd,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1935 | | pagina 1