104
voor vele sombere tijd en werkt aldus op tweledige wijze
mede het volk voor demoralisering te behoeden.
Het is derhalve volkomen te begrijpen dat zij die eenmaal
in de gelegenheid zijn gesteld over radio te kunnen be
schikken deze bijna niet meer kunnen ontberen en wij dan
ook ons gedwongen voelen voor het behoud er van te moeten
opkomen.
Toch dreigt in deze het gevaar, dat vele omdat zij hetzij
door werkloosheid ofwel een verminderd inkomen de nood
zakelijkheid er aan verbonden kosten, niet meer kunnen
opbrengen zich ervan zullen moeten ontdoen en hun lid
maatschap Uwer Radio-distributie moeten opzeggen.
Deze redenen brengen ons er toe U dringend te verzoeken
de maandelijkse abonnementsprijs te willen verlagen van
2.op 1.50.
Met de meeste hoogachting
Namens de Ned, R. K. Volksbond
afd. Leiden,
J. H. Nijhuis, Voorzitter.
O. Streefland, Secretaris.
N°. 150. Leiden, 19 Juli 1935.
In haar zitting van 15 April jl. nam Uwe Vergadering,
ondanks de daartegen namens ons College geopperde be
denkingen, met 26 tegen 7 stemmen de volgende motie van
den heer de Reede aan:
,,De Raad:
van oordeel dat een verlaging van lasten dringend noodig
is; overtuigd, dat door eenige wijziging in de financiering
der lichtfabrieken daarvoor de middelen kunnen worden
gevonden en dat voor dit doel in 1935 een bedrag van 50.000
ter beschikking moet worden gesteld;
noodigt Burgemeester en Wethouders uit zoo tijdig aan
dit voorstel een passenden vorm te geven, dat verlaging
van het electriciteitstarief op 1 Juli a.s. kan ingaan."
Teneinde te kunnen voldoen aan de in deze motie vervatte
uitnoodiging, hebben wij omtrent den „passenden vorm",
welke aan de door U in beginsel aangenomen verlaging van
het electriciteitstarief tot een bedrag van 100.000 's jaars,
ingaande 1 Juli 1935, ware te geven, het gevoelen ingewonnen
van Commissarissen der Stedelijke Fabrieken van. Gas en
Electriciteithet door hen uitgebracht advies is hieronder
afgedrukt.
Wanneer wij dan thans, zulks overeenkomstig het advies
van de meerderheid van Commissarissen, U hieronder in
overweging geven tot wijziging van een viertal in de Electri-
citeitsverordening opgenomen tarieven over te gaan, mag dit
geenszins hieraan worden toegeschreven, dat wij bij nadere
overweging tot de conclusie zouden zijn gekomen, dat thans
zonder bezwaar tot deze tariefsverlaging en daarmede tot
het prijsgeven van een bedrag van 100.000 's jaars kan
worden overgegaanintegendeel, met het oog op den toestand
der gemeentefinanciën en 'in verband met de zeer onzekere
economische omstandigheden, blijven wij van meening, dat
het niet van een voorzichtig financiëel beleid getuigt, een
reëele ontvangst van ruim 100.000 prijs te geven. De U
hierbij aangeboden voorstellen moeten dan ook enkel be
schouwd worden als te strekken ter uitvoering van een door
Uwe Vergadering genomen besluit, waartegen wij ernstige
bedenking blijven hebben.
Na de door Commissarissen gegeven toelichting, waarnaar
wij overigens mogen verwijzen, kunnen wij over de tariefs
wijzigingen zelve (zie conclusie II) kort zijn. Alleen met
betrekking tot de kwestie, welke Commissarissen verdeeld
houdt, te weten of de tariefswijziging in hoofdzaak moet
bestaan in verlaging van het enkeltarief met 2 cent per
eenheid, dan wel in wijziging van het woonhuistarief, op de
wijze als door de meerderheid van Commissarissen voor
gesteld, volstaan wij met op te merken, dat wij, staande voor
de noodzakelijkheid tusschen twee kwaden te kiezen, aan
de laatstgenoemde tariefswijziging als het minste kwaad de
voorkeur geven, zulks om de daarvoor door de meerderheid
aangevoerde redenen. Zou echter Uwe Vergadering van
een tegenovergesteld gevoelen zijn en het in de zitting
van 15 April jl. aangehouden voorstel van de heeren
Schoneveld, van Rosmalen en Lombert tot verlaging van
het enkeltarief tot 18 cent per eenheid (zie Ingek. Stuk
ken No. 71), aannemen, dan zullen de hieronder voor
gestelde tariefswijzigingenook Commissarissen wijzen
er op niet kunnen worden gehandhaafd. Allereerst zal
derhalve over dit voorstel dienen te worden beslist en wij
geven U mitsdien in overweging het niet aan te nemen
(conclusie I).
Gelet op de in de zitting van 15 April jl. gevoerde, beraad
slaging, meenen wij voorts in Uwen geest te handelen door
voor te stellen hët in 1935 te derven bedrag ad 50.675-
te dekken door de rekeningen van de Gas- en de Electri
citeitsfabriek voor dit jaar niet met 1 gelijk U bij de
vaststelling van de gemeente-begrooting voor 1935 besloten
heeft, doch slechts met van de som der door de ge
meente oorspronkelijk verstrekte en nog niet afgeloste
aanleg- en uitbreidingskapitalen te belasten; daartoe strekt
conclusie III van ons voorstel.
De dekking voor 1936 en volgende jaren stellen wij ons
voor later te doen regelen, wanneer wij het ter zake door
Commissarissen toegezegde advies zullen hebben ontvangen.
Ten slotte vestigen wij er nog Uwe aandacht op, dat
overeenkomstig Uwen wensch de inwerkingtreding van de
gewijzigde tarieven zal plaats hebben na de opneming van
het verbruik over de maanden Mei en Juni jl., mits, gelijk
overigens van zelf spreekt, Uw besluit, bedoeld in conclusie III,
en de door U vastgestelde begrootingsregelingen (conclusie
IV) door Gedeputeerde Staten worden goedgekeurd. Prac-
tische bezwaren vreezen wij daarbij niet, omdat het ver
schuldigde voor het verbruik gedurende de maanden Juli
en Augustus eerst in den loop van September a.s. moet worden
voldaan en tegen dien tijd de beslissing van Gedeputeerde
Staten wel bekend zal zijn.
Op grond van het bovenstaande geven wij alsnu Uwe
Vergadering in overweging:
I. niet aan te nemen het voorstel van de heeren Schone
veld, van Rosmalen en Lombert tot verlaging van het enkel
tarief voor electriciteit van 20 tot 18 cent per eenheid;
II. over te gaan tot vaststelling van de navolgende ver
ordening
VERORDENING,
houdende wijziging van de verordening van 17 December 1914
Gemeenteblad No. 37), betreffende de levering van elec
triciteit door de Stedelijke Fabrieken van Gas en
Electriciteitlaatstelijk gewijzigd bij verordening
van 17 December 1934 Gemeenteblad No. 38).
Artikel I.
In artikel 10 van bovengenoemde verordening worden de
volgende wijzigingen gebracht:
1°. wordt sub b in de eerste alinea in plaats van „22 cent"
gelezen „20 cent" en wordt de derde alinea gelezen als volgt:
„Op alle overige uren: 1 per eenheid
voor de eerste 2500 eenheden per jaar 9 cent (verlaagd
alle volgende 8 tarief)
2°. wordt sub c, 1°. in plaats van „18 cent" gelezen „10 cent."
3°. wordt sub e in plaats van „8 cent" gelezen „7 cent."
4°. wordt sub 1°. in plaats van 1,44" gelezen 1,20"
en wordt sub 2°. onder a in plaats van „500" gelezen: „300".
Art. II.
Deze verordening treedt in werking na de opneming van
het verbruik over de maanden Mei en Juni 1935.
III. met intrekking van het Raadsbesluit van 25 Januari
1935 te besluiten, dat, in afwijking van het bepaalde in
art. 28 van de verordening van 2 Juli 1934 (Gemeenteblad
No. 19), voor het jaar 1935, de rekeningen van de Gas- en
van de Electriciteitsfabriek, behalve met de afschrijvingen,
vastgesteld overeenkomstig art. 17 van genoemde ver
ordening, in plaats van met 2 zullen worden belast met
J van de som der door de gemeente oorspronkelijk ver
strekte en nog niet afgeloste aanleg- en uitbreidingskapitalen
IV. te besluiten de begrootingen van de Gas- en van de
Electriciteitsfabriek voor 1935 dienovereenkomstig te wijzigen
door vaststelling van de overgelegde begrootingsstaten.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Leiden, 16 Juli 1935.
Door aanneming van de motie-de Reede in zijn zitting
van 15 April j.l. besloot de Gemeenteraad in beginsel tot een
verlaging van het electriciteitstarief tot een bedrag van
50.000.voor het tweede halfjaar 1935, terwijl Uw College
werd uitgenoodigd aan deze tariefsverlaging, die in 1936 en
volgende jaren dus 100.000.'s jaars kost, een passenden
vorm te geven.
Teneinde onze Commissie in staat te stellen Uw College
omtrent den vorm der tariefsverlaging van advies te dienen,
bood de Directie ons een voorstel aan, strekkende tot wijzi
ging van: