GEMEENTERAAD VAN LEIDEN 127 ISSEEOHEir 81CKKEX. N°. 180. Leiden, 9 September 1935. Volgens den daarvoor vastgestelden rooster znllen met 1 October 1935 aftreden de leden van ons College Prof. Dr. J. A. J. Barge en Prof. Dr. F. Muller Jzn. Voor de vervulling van de aldus ontstaande vacaturen bieden wij Uw Vergadering bij dezen de volgende aanbevelingen aan: I. VacatureProf. Barge: 1. Prof. Dr. J. A. J. BARGE, 2. Mr. E. J. M. H. BOLSIUS. II. VacatureProf. Muller: 1. Prof. Dr. F. MULLER Jzn, 2. Prof. Dr. A. W. BIJVANCK. Wij verzoeken Uw Vergadering tot benoeming, met ingang van 1 October 1935, van twee leden van ons College over te gaan. Curatoren van het Gymnasium te Leiden, P. C. T. van der Hoeven, Voorzitter. J. Bool, Secretaris. Aan den Raad der Gemeente Leiden. N°. 181. Leiden, 25 September 1935. Ter voorziening in de bestaande vacature van ambtenaar van den burgerlijken stand, uitsluitend belast met het sluiten van huwelijken, bieden wij Uwe Vergadering, in verband met het bepaalde in artikel 183, tweede'en derde lid, der Gemeentewet, de volgende aanbeveling aan: 1. J. J. VAN STRALEN. 2. M. G. VERWEIJ. Wij verzoeken Uwe Vergadering alsnu tot een benoeming over te gaan. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 182. Leiden, 25 September 1935. Tengevolge van het aftreden van den heer T. S. Goslinga als Wethouder, ontstaat een vacature als Commissaris- Voorzitter van de N.V. Leidsche Duinwater Maatschappij. Krachtens de Regeling inzake de uitoefening van de rechten der gemeente als aandeelhoudster, wordt de can- didaat voor deze functie aangewezen door en uit ons Col lege. Als opvolger van den heer Goslinga hebben wij aan gewezen het lid van ons College, den heer Verweij. Hierdoor ontstaat echter weer een vacature als commis saris en wel voor een plaats, die bezet moet worden door een candidaat, ingevolge genoemde Regeling door Uwe Vergadering aan te wijzen. In verband met een en ander geven wij U in overweging over te gaan tot aanwijzing van een candidaat, op wien de stemmen in de aandeelhoudersvergadering zullen worden uitgebracht voor de benoeming van een Commissaris. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 183. Leiden, 25 September 1935. Tegen inwilliging van nevensgaand verzoek van Mevrouw C. E. S. Sypkens geb. van Oosten Slingeland bestaat noch bij het bestuur van het Heilige Geest- of Arme Wees- en Kinderhuis, noch bij ons College bezwaar. Mitsdien geven wij Uwe Vergadering in overweging aan Mevrouw C. E. S. Sypkens geb. van Oosten Slingeland, op haar verzoek, eervol ontslag te verleenen als Regentes van het Heilige Geest- of Arme Wees- en Kinderhuis te Leiden, onder dankbetuiging voor de als zoodanig door haar bewezen diensten. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Oegstgeest, 3 Juni 1935. Wilhelminapark 31. Aan den Raad der Gemeente Leiden. Mijne Heeren, In verband met mijn aanstaand vertrek naar Oosterbeek heb ik de eer U te verzoeken, mij met ingang van 1 Juli 1935 ontslag te willen verleenen uit mijn functie als Regentes van het Heilige Geest- of Arme Wees- en Kinderhuis. Met de meeste hoogachting, C. E. S. Sypkens van Oosten Slingeland. N°. 184. Leiden, 25 September 1935. Eenigen tijd geleden werd een verlichte verkeerszuil, staande op een vluchtheuvel op den Rijnsburgerweg nabij de tramhalte Tuinlust, aangereden door een vierwielig motorrijtuig, bestuurd door en in eigendom toebehoorende aan P. J. Keijzers, wonende te Bennebroek. Aangezien voornoemde Keijzers voor de daardoor aangerichte schade, in totaal 40.beloopende, aansprakelijk is te stellen en hij, ondanks de dezerzijds daartoe aangewende pogingen, deze vordering tot dusverre niet heeft voldaan,, zal dit bedrag thans langs gerechtelijken weg moeten worden ingevorderd. Met overlegging van het advies ter zake van den rechts geleerden raadsman dèr gemeente en met verwijzing naar de verdere op deze aangelegenheid betrekking hebbende, in de Leeskamer ter visie gelegde stukken, geven wij Uwe Vergadering mitsdien in overweging te besluiten tot het instellen van een rechtsvordering tegen P. J. Keijzers, te Bennebroek, strekkende tot vergoeding aan de gemeente van de schade, haar door bovenbedoelde aanrijding toe gebracht. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 185. Leiden, 25 September 1935. In Uw Vergadering van 24 September 1934 (Ingek. Stukken No. 201) werd besloten de z.g. stortplaatsen van den Reini gingsdienst aan de Zijl weder van de Provincie Zuid-Holland in eigendom, beheer en onderhoud terug te nemen. In verband met het plan van de Provincie tot verbetering van den weg langs de Zijl moet echter in Uw besluit een wijziging worden gebracht. Voor deze wegverbetering zal n.l. het vaarwater nabij de baggerstalen eenigszins worden vergraven. De Provincie moet daartoe de beschikking be houden over gedeelten van de bedoelde stortplaatsen, ter wijl zij bovendien noodig heeft gedeelten van de aan de gemeente toebehoorende perceelen, kad. bekend gemeente Leiden, sectie N, nis 177 en 178. De Provincie wenseht nu de teruggave van het resteerend gedeelte der stortplaatsen te doen geschieden in ruil voor den afstand van bedoelde strook gemeenteterrein. Zij is bereid de oevervoorziening, welke noodig is in verband met de uit te voeren werken, voor haar rekening ten nemen, terwijl het onderhoud ervan bij de gemeente zal berusten. Met de Commissie van Fabricage zijn wij van oordeel, dat hoewel omtrent de teruggave van de z.g. stortplaatsen van den Reinigingsdienst reeds overeenstemming was bereikt, in de gegeven omstandigheden aan deze ruiling van terreinen medewerking door de gemeente behoort te worden verleend. Onder verwijzing naar de in de Leeskamer ter visie liggende stukken geven wij Uw Vergadering mitsdien in overweging a. het besluit van Uw Vergadering dd. 24 September 1934, inzake het van de Provincie in eigendom, beheer en onder houd overnemen van de z.g. stortplaatsen van den Reinigings dienst aan de Zijl in te trekken; b. met de Provincie Zuid-Holland een overeenkomst van ruiling aan te gaan, waarbij de Provincie Zuid-1 lolland over draagt aan de gemeente de gedeelten van de perceelen, kada straal bekend gemeente Oegstgeest, sectie D, nis 239 en 243 en gemeente Leiderdorp, sectie A, nis I860 en 3810, die met roode kleur zijn aangegeven op de overgelegde teekening,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1935 | | pagina 1