DINSDAG 3 SEPTEMBEE 1935,
271
Benoeming leden Commissie voor de Huishoudelijke
(van Es e.a.) Verordeningen; e.a.
Worden benoemd:'de heer Mr. I). A. van Eek met 33 stem
men; de heer Mr. A. J. Eomijn verkreeg 1 stem, terwijl
1 stem van onwaarde was; de heeren J. IIA. Manders en
Mr. C. Beekenkamp, ieder met algemeene (35) stemmen.
De heeren van Eek, Manders en Beekenkamp verklaren
de benoeming aan te nemen.
Tot Voorzitter wordt vervolgens benoemd de heer Mr. D. A.
van Eek met 33 stemmen, terwijl 2 stemmen van onwaarde
waren.
De heer van Eek verklaart de benoeming aan te nemen.
VIII. Benoeming van twee leden van de Commissie voor
de Strafverordeningen (vacatures: de H.H. Mr. D. A. van Eek
en Mr. C. Beekenkamp).
Worden benoemd: de heer Mr. D. A. van Eek met 33 stem
men; de heer Mr. C. P. de Vries verkreeg 1 stem, terwijl
1 stem van onwaarde was; de heer Mr. C. Beekenkamp met
algemeene (35) stemmen.
De heeren van Eek en Beekenkamp verklaren de benoeming
aan te nemen.
IX. Benoeming van vijf leden van de Commissie voor het
Onderwijs (vacatures: de H.H. Th. B. J. VVilmer, T. Groerie-
veld, J. M. Vos, A. J. Schoneveld en M. H. de Ileede).
De heer van Es beveelt namens de rechterzijde voor deze
commissie in plaats van den heer Schoneveld den heer Gos-
linga aan.
Worden benoemd: de heer Th. B. J. Wïlmer met alge
meene (35) stemmen; de heer T. Groeneveld met 33 stemmen,
terwijl 2 stemmen van onwaarde waren; de heer J. M. Vos
met 34 stemmen; 1 stem was van onwaarde; de heer T. 8.
Goslinga met 34 stemmende heer A. J. Schoneveld verkreeg
1 stem; de heer M. II. de Beede met 34 stemmen; de heer
A. van Eosmalen verkreeg 1 stem.
De heeren Wilmer, Groeneveld, Vos, Goslinga en de Eeede
verklaren de benoeming aan te nemen.
X. Benoeming van vier leden van de Commissie voor de
Stedelijke Fabrieken van Gas en Elcctrieiteit (aftredend de
H.H. F. Eikerbout, Mr. D. A. van Eek, J. Wilbrink en E. J.
Coster)
De heer van Es beveelt namens de rechterzijde voor deze
commissie in plaats van den heer Eikerbout den heer Gos
linga aan.
Worden benoemd: de heer T. 8. Goslinga met 34 stemmen,
terwijl 1 stem van onwaarde was; de heer Mr. D. A. van Eek
met 34 stemmen, terwijl 1 stem van onwaarde was; de heer
J. Wilbrink met 34 stemmen; de heer J. A. van der Eeijden
verkreeg 1 stem; de heer E. J. Coster met 34 stemmen; de
heer H. L. J. Tobé verkreeg 1 stem.
De heeren Goslinga, van Eek, Wilbrink en Coster verklaren
de benoeming aan te nemen.
XI. Benoeming van vier leden van de Commissie van
Beheer over de gestichten „Endegeest", „Voorgeest" en
„Rhijngeest" (aftredend: de H.II. Th. B. J. VViliner, F. Kooi-
stra, J. G. van Es en G. Lekkerkerker)(178)
De heer van Es beveelt namens de rechterzijde voor deze
commissie aan in de plaats van den beer Kooistra den heer
Eomijn en in de plaats van den heer Lekkerkerker den heer
Wilbrink.
De heer van Eek heeft tot zijn groote verbazing vernomen,
dat men voorstelt in de vaeature-Kooistra voor de Commissie
voor de Gestichten niet te benoemen een sociaal-democraat,
maar wel den heer Eomijn, die als eenling in den Eaad zit.
Tot nu toe kwam het niet voor, dat men bij het vervullen van
een vacature kortweg de aanspraken van de fractie, welker
vertegenwoordiger de opengekomen plaats in de commissie
had bezet, ter zijde schoof en een lid van een andere fractie
benoemde. Spreker heeft geen bezwaar tegen den persoon
van den candidaat, maar komt er met kracht tegenop, dat
de sociaal-democraten ondanks den sterken vooruitgang van
Benoeming leden Commissie Endegeest e.a.e.a.
(van Eek e.a.)
hun ledental in den .Eaad, een plaats in deze belangrijke
commissie zouden moeten verhezen.
Spreker blijft met kracht verdedigen de candidatuur van
mevrouw de Cler. Juist in de Commissie van Beheer over
de gestichten is een vrouw zeer goed op haar plaats.
Yoor het zeer zonderlinge standpunt, dat men inneemt,
voert men ter verdediging aan, dat de heer Eomijn als voor
zitter der commissie belangrijke onderhandelingen met de
Eegeering geleid heeft en het van belang is, dat deze onder
handelingen door hem ook ten einde gebracht worden.
Spreker heeft van ter zijde vernomen, dat de bedoelde zaak
reeds in een tamelijk vergevorderd stadium is. Het zal echter
bij verschillende Wethouders voorkomen, dat zij bij hun
aftreding nog belangrijke zaken te behandelen hebben.
Moeten zij dan ook opnieuw in de desbetreffende commissiën
worden benoemd? Wordt dan niet den Eaad de vrijheid van
beslissing ontnomen? Indien men bevreesd is, dat de opvolg
ster van den heer Eomijn niet beschikt over voldoende
juridische bekwaamheid, bedenke men, dat de secretaris van
deze commissie jurist is, zoodat men de juridische voorlich
ting kan verkrijgen, welke men misschien noodig heeft.
Indien men het aanblijven van den heer Eomijn als gewoon
lid der commissie noodzakelijk acht, kan men hem toch ook
verkiezen in de vacature-Lekkerkerker en waarom moet dan
een sociaal-democraat het slachtoffer worden?
De sociaal-democraten zullen de verkiezing van een ander
dan een sociaal-democraat in de vaeature-Kooistra beschou
wen als een precedent, dat zij buitengewoon afkeuren en waar
tegen zij met alle kracht zullen opkomen.
De sociaal-democraten hebben zich ook willen plaatsen
op het standpunt van het College, dat het als een buitenge
woon groot gemeentebelang beschouwt, dat de heer Eomijn
lid der commissie blijft. Welk bezwaar bestaat er dan tegen
uitbreiding van deze commissie?
Dan zou men toch die onbillijkheid tegenover de sociaal
democraten hebben weggenomen. Spreker blijft dus aandrin
gen op de benoeming van mevrouw de Cler. Mocht men daar
tegen overwegend bezwaar hebben, dan hoopt spreker, dat
men toch in elk geval zal ingaan op zijn denkbeeld om het
aantal leden der commissie met 1 uit te breiden.
Worden benoemd: de heeren Th. B. J. Wilmer en J. G.
van Es, iedér met algemeene (35) stemmen; de heer J. Wil
brink met 34 stemmen; de heer A. Carton verkreeg 1 stem.
In de vaeature-Kooistra verkregen mevrouw J. C. de
Clerde Bruin en de heer Mr. A. J. Eomijn ieder 17 stem
men, terwijl de heer Mr. C. P. de Vries 1 stem verkreeg.
Bij de tweede vrije stemming werd benoemd mevrouw
J. C. de Gierde Bruin met 18 stemmen; de heer Mr. A. J.
Eomijn verkreeg 16 stemmen, terwijl 1 stem van on
waarde was.
De heeren Wilmer, van Es en Wilbrink en mevrouw
de Cler verklaren de benoeming aan te nemen.
XII. Benoeming van vier leden van de Commissie voor den
Geneeskundigen- en Gezondheidsdienst en den Keurings
dienst van Waren (Vacatures de H.H. Th. B. J. Wilmer,
J. G. van Es, A. van Rosmalen en C. Koole).
De heer van Es beveelt namens de rechterzijde voor deze
commissie in plaats van den heer Wilmer den heer Tobé aan.
Worden benoemd: de heeren H. L. J. Tobé, J. G. van Es
en A. van Rosmalen, ieder met 34 stemmen, terwijl telkens
1 stem van onwaarde was; de heer A. J. Jongeleen met
31 stemmen; de heer Mr. C. P. de Vries verkreeg 1 stem,
terwijl 3 stemmen van onwaarde waren.
De heeren Tobé, van Es, van Eosmalen en Jongeleen
verklaren de benoeming aan te nemen.
XIII. Benoeming van twee leden van de Commissie voor
liet Oud-Archief, uit de leden van den Baad (vacatures
de H.H. M. H. de Rccde en J. II. A. Manders).
Worden benoemd: de heer M. II. de Reede met 33 stemmen;
de heer J. A. van der Eeijden verkreeg 1 stem, terwijl 1 stem
van onwaarde wasde heer J. H. A. Manders met 34 stemmen,
terwijl 1 stem van onwaarde was.
De heeren de Eeede en Manders verklaren de benoeming
aan te nemen.