268
DINSDAG 3 SEPTEMBER 1935.
Benoeming van Wethouders.
(Voorzitter c.a.)
1935 ten geleide van de goedgekeurde Raadsbesluiten van
8 Juli 1935:
a. tot wijziging der gemeente-begrooting dienst 1935, in
verband met de kosten van aankoop van het perceel grond
kad. bekend gemeente Oegstgeest, Sectie B No. 1940;
b. tot wijziging van de begrooting van kapitaalsinkomsten
en -uitgaven van de gestichten Endegeest, Yoorgeest en
Rhijngeest, dienst 1935.
Worden voor kennisgeving aangenomen.
De Voorzitter legt vervolgens over:
1°. Verslag van de Commissie van Toezicht op het Middel
baar Onderwijs over 1934.
Zal in het gemeenteverslag in uittreksel worden opgenomen.
2°. Verslag van de Gemeentelijke Commissie voor Maat
schappelijk Hulpbetoon over 1934.
Zal in het gemeenteverslag worden opgenomen.
3°. Adres van den Voorzitter van het Comité tot verbetering
van de Reitzstraat om over te gaan tot bestrating en rioleering
van die straat.
Wordt gesteld in handen van Burgemeester en Wethouders
om praeadvies.
Ten slotte deelt de Voorzitter nog mede:
dat bij Burgemeester en Wethouders een verzoek is in
gekomen van het Comité voor de Zomerpostzegels om de
groote zaal der Stadsgehoorzaal kosteloos te zijner beschik
king te stellen voor het doen geven van een concert.
Burgemeester en Wethouders achten termen aanwezig
dit verzoek in te willigen. Aangezien echter de beslissing
tot de competentie van den Gemeenteraad behoort, geeft
spreker spoedshalve namens Burgemeester en Wethouders in
overweging te besluiten, dat aan het Comité voor de Zomer
postzegels op een nader te bepalen datum het kosteloos
gebruik toe te staan van de groote zaal der Stadsgehoorzaal
voor het ten bate van dat Comité doen geven van een concert,
onder voorwaarde, dat de kosten van verlichting komen voor
rekening van het Comité en dat tevoren voor eventueele
schade aan het meubilair enz. een waarborgsom van 25.
wordt gestort.
Nadat: zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming tot
dadelijke behandeling van dit voorstel is besloten, wordt
eveneens zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders
besloten.
Ten slotte deelt de Voorzitter nog mede, dat het bestuur
der Volkstumvereeniging ,,Ons Genoegen" eenige bouquetten
bloemen, op de tuinen dier vereeniging geteeld, aan den Raad
heeft aangeboden.
Onder teekenen van instemming wordt besloten de bouquet
ten met dankzegging te aanvaarden.
Aan de orde is alsnu:
II. Benoeming van vier Wethouders (vacatures: de II.II.
J. Splinter Gzn., Mr. A. F. L. M. Tepe, T. S. Goslinga en
Mr. A. J. Komijn).
Op voorstel van den Voorzitter wordt zonder beraadslaging
of hoofdelijke stemming besloten twee stembureaux te
vormen, stembureau I voor de benoemingen, vermeld onder
de punten 2 tot en met 11 en stembureau II voor de benoe
mingen, vermeld onder de punten 12 tot en met 25 der
agenda.
De Voorzitter verzoekt dan den heeren Wilbrink, Schüller,
Manders en Schoneveld het eerste en den heeren Beekenkamp,
Vallentgoed, Vos en Lombert het tweede stembureau te
vormen.
De heer van Es verklaart, dat naar de meening van de
Anti-Revolutionnaire Raadsfractie in de gegeven omstandig
heden geen andere oplossing bestaat dan dat het College
wordt samengesteld uit één vertegenwoordiger der Roomsch-
Katholieke Staatspartij, met name den heer Tepe, één ver
tegenwoordiger der Christelijk-Historische Partij, met name
den heer Splinter, en twee vertegenwoordigers der Sociaal-De
mocratische Arbeiderspartij. De Anti-Revolutionnaire Raads-
Benoeming van Wethouders.
(van Es e.a.)
fractie zal haar vrijheid en zelfstandigheid tegenover liet
aldus samengestelde College als geheel eventueel volkomen
handhaven.
De heer van Weizen herinnert den Raad aan de voorstellen,
welke de C. P. H. aan de S. D. A. P. heeft gedaan om ge
zamenlijk in den nieuwen Raad op te komen voor een koers,
gericht tegen den koers van „aanpassing" der Regeering-
Colijn, die voortgaat op den weg van loonsverlaging, aan
tasting der rechten van het werkende volk en ook van de
rechten van den gemeenteraad.
De C. P. H. zal blijven strijden voor een gemeenschappelijk
optreden van de C. P. H., de S. D. A. P. en andere partijen,
die op arbeiders en kleine middenstanders stennen, gezien
de groote gevaren, welke de levensbelangen van de bevolking
bedreigen en gezien den groei van het fascisme, dat door de
groot-kapitalistische partijen wordt bevorderd.
De C. P. H. acht de huidige politiek van de S. D. A. P.
voor de arbeidersklasse noodlottig, omdat laatstgenoemde
partij ondanks de ervaring vasthoudt aan een blok-politiek
met de slooperspartijen, die het fascisme voorbereiden,
waardoor zij de gevangene en wils voltrekster van de Colijn-
politiek wordt en haar verkiezingsleuze „Met de bouwers
tegen de sloopers" schendt.
De Voorzitter zegt den heer van Weizen, dat thans niet
het houden van politieke beschouwingen, maar de benoeming
van vier Wethouders aan de orde is en verzoekt hem zich
tot dat punt te bepalen.
De heer van Weizen zegt, dat de Communisten bereid zijn
samen met eiken bondgenoot te strijden voor het behoud van
de bevoegdheden van den Gemeenteraad, om aldus de resten
van de burgerlijke democratie te verdedigen, omdat deze
zoowel door de regeeringspolitiek als door de reactionnaire
burgerüjke partijen en door het fascisme worden bedreigd.
De C. P. H. keurt het af, dat geen der partijen, ook de
8. D. A. P. niet, een duidelijken grondslag heeft gegeven
voor de politiek door het nieuwe College te volgen. Hier
achter gaat een verdere politiek van bezuiniging, van be
vordering der werkloosheid, van loonsverlaging en reactie
schuil.
Spreker kan dus niet zijn stem uitbrengen op een der can-
didaten, ook niet op die van de 8. D. A. P., die op een der
gelijk platform van afbraak willen regeeren. Wel is spreker
bereid de candidaten der S. D. A. P. te ondersteunen, indien
dezen zich duidelijk bereid verklaren tegen de politiek van
bezuiniging en aanpassing te strijden.
Doen dezen dit niet, zoodat zij zich binden aan de politiek
van de zoogenaamde bezuiniging, dan zal spreker op zijn
eigen candidaat stemmen.
De heer van Eek zegt, dat de sociaal-democraten, ofschoon
zij bereid zijn mede te werken tot het benoemen van een
College, waarin 2 burgerlijke Wethouders zitting hebben,
zich toch ook volledige vrijheid van handelen voorbehouden.
Zij achten het in het belang van de gemeente om onder de
bestaande omstandigheden, waar dit kan, met de burger
lijken samen te werkenzij hebben de verzekering gekregen,
dat de burgerlijken bereid zijn om zooveel mogelijk ook de
werkverruiming te bevorderen; huns inziens eischen dus het
belang van de gemeente en ook dat van het socialisme om
op dezen voet samen te werken, terwijl zij zich daartegenover
de propaganda en de bevordering van hun beginselen onvoor
waardelijk voorbehouden.
De heer Wilmer zegt, dat de Roomsch-Katholieke Raads
fractie voor de keuze van een Wethouder gaarne aanbeveelt
Mr. Tepe, den aftredenden Wethouder, en zich volkomen
kan vereenigen met de candidatuur van den heer Splinter.
De Roomsch-Katholieke Raadsfractie heeft gemeend,
gezien den uitslag van de raadsverkiezingen, alsmede de
correspondentie, welke in zake de bezetting van de Wet
houderszetels met de Sociaal-Democratische Raadsfractie is
gevoerd, dat zij zich in de huidige omstandigheden niet moet
verzetten tegen het verlangen van de S. D. A. P. om twee
zetels in het College van Burgemeester en Wethouders te
bezetten.
De heer de Vries acht zich verplicht, eenerzijds door de
eigenaardige positie, welke hij als eenling in den Raad in
neemt, en anderzijds door het buitengewoon groote belang
van de verkiezing van Wethouders, iets over deze verkiezing
te zeggen, vooral na de inleidingen, die door de leiders der
verschillende fracties zijn gehouden.
In de correspondentie tusschen de verschillende raads-