MAANDAG 26 AUGUSTUS 1935. 253 Verhuring schooI-Heercnstraat ten behoeve van het (Schoneveld e.a.) hijzonder bewaarschoolonderwijs XVI. Voorstel in zake: a. verhuring van gedeelten van het v.m. schoolgebouw, gelegen aan de Heerenstraat, aan de Vereeniging voor Christelijke Fröbelscholen en aan de Vereeniging tot opleiding van hevvaarsehoolhouderessen, heide te Leiden h. beschikbaarstelling van gelden voor verbouwing van dat schoolgebouw in verband met de verhuringen, bedoeld sub a; e. het aangaan van een overeenkomst met de Woningbouw- verceniging „Ons Doel" ter zake van het vestigen van een servituut van overpad van de Leliestraat naar voor meld schoolgebouw. (166) De heer Schoneveld zegt, dat hier wordt voorgesteld 5.300.te besteden voor verbouwing van dit oude gebouw, terwijl men toch misschien over 2 of 3 jaar wederom dit gebouw onder handen zal moeten nemen en een deel daarvan zal moeten bestemmen voor openbare straat. Men moet in dit opzicht practisch zijn en, wanneer men aan dit gebouw een andere bestemming geeft, het verkeersbelang laten domineeren. Nu is de verkeerstoestand daar zeer ongunstig. Spreker zal straks voorstellen dit gebouw zoodanig te ver anderen, dat het komt te liggen in de toekomstige rooilijn van de Heerenstraat. Ook met het oog op de kinderen Van 4 tot 6 jaar, die op die 2 bewaarscholen zullen gaan, acht spreker het niet verantwoord den toestand daar te laten zooals hij is. De Wethouder zal misschien zeggen: men kan daarmee beter wachten totdat alle huizen eigendom van de gemeente zijn, maar men kan die zaak toch bespoedigen. De uitvoering van verschillende doorbraken laat zeer lang op zich wachten, omdat men moet wachten op den aankoop van de af te breken perceelen. Hoevele jaren heeft de gemeente al niet in eigendom het perceel van Buurman aan de Nieuw- straat, aangekocht ter verbreeding van de Hartesteeg, terwijl de aankoop van de andere perceelen nog altijd op zich laat wachten. Zeker, men wil daarvoor een gunstig oogenblik afwachten, maar het verkeer ondervindt daarvan de slechte gevolgen. Spreker acht het niet te verdedigen en niet ver standig voor deze.verbouwing zooveel uit te trekken en over 3 of 5 jaar opnieuw te gaan verbouwen. Men kan dit werk ineens uitvoeren en zien of er dan nog aanleiding is het gebouw verder te verhuren. Bovendien actt spreker het huurbedrag van 40Ó.voor elk der vereenigingen, gezien het risico, dat de gemeente hier loopt, niet in overeenstemming met de kosten van deze ver bouwing ad 5.300. De heer Groeneveld herinnert er aan, dat enkele jaren geleden de Wethouder kwam met zijn pacificatie-voorstel betreffende het bewaarschoolonderwijs. De sociaal-demo cratische fractie, hoewel principieel niet voor de doorvoering van de pacificatie ook ten aanzien van het bewaarschool- onderwijs, is met dat voorstel medegegaan, omdat daaraan ook voordeelen verbonden waren voor het openbaar bewaar schoolonderwijs. Sinds jaar en dag zijn er in Leiden 11 bij zondere bewaarscholen en 3 openbare. Niemand zal durven beweren, dat deze verhouding in overeenstemming is met de gedachten, die onder de bevolking leven. Het voorstel van den Wethouder gaf eenig perspectief, dat het openbaar bewaarschoolonderwijs op den duur wel het terrein zou kunnen betrekken, dat het toekwam en dat uitbouw van het openbaar bewaarschoolonderwijs mogelijk zou worden. Er is echter niets van terecht gekomen. Eenigen tijd later werd door den Baad de z.g. stop-verordening aangenomen, waarbij de bestaande toestand werd bevroren en de mogelijk heid tot uitbouw van het openbaar bewaarschoolonderwijs werd afgesneden. Alleen de bijzondere scholen hebben blijvend het voordeel van een verhoogd subsidie gekregen, terwijl uitbreiding van het aantal openbare scholen niet is tot stand gekomen. Er is wel een nieuwe openbare school gekomen, maar daarvoor is een andere opgeheven. Er zijn nog steeds 11 bijzondere bewaarscholen en 3 openbare, die over het algemeen alle door de gemeente worden betaald. Gelet op die verhouding, kan men toch werkelijk niet zeggen, dat dit in wezen gelijkstelling is. Het gevolg van het thans ingediende voorstel zal zijn, dat er nog twee bijzondere bewaarscholen bijkomen. Het openbaar bewaarschoolonderwijs is met die geheele pacificatie wel erg bedrogen uitgekomen. Intusschen, zoolang de stop verordening bestaat, zal er niet heel veel aan te doen zijn. Wordt het voorstel niet aangenomen, dan ziet spreker nog geen verbetering voor het openbaar bewaarschoolonderwijs. Dit voorstel beteekent ook geen verbetering, maar aangezien spreker geen uitkomst ziet voor het openbaar bewaarschool onderwijs zoolang de stop-verordening bestaat, zal hij zich tegen dit voorstel niet verzetten. Spreker moet echter ver- Verhuring schooI-Heerenstraat ten behoeve van liet (Groeneveld e.a.) bijzonder bewaarschoolonderwijs klaren, dat de geheele gang van zaken ten opzichte van het openbaar bewaarschoolonderwijs hem zeer heeft teleurgesteld. De heer Wilmer wijst er met nadruk op, dat dit voorstel met de pacificatie op het terrein van het bewaarschool onderwijs niets te maken heeft en evenmin met de stop verordening. Het betreft hier eenvoudig het verhuren van een gebouw. De Baad heeft verder niets te maken met de vraag, waarvoor het gebouw gebruikt zal worden. Wanneer een particulier dit gebouw zou huren, zou de Baad zich ook niet afvragen, waarvoor het gebouw bestemd zou worden, in alle bijzonderheden, tenzij het natuur lijk zou worden bestemd voor dingen, die in strijd zijn met de wet of met het algemeen belang. Óver het algemeen zou de Baad, wanneer van een dergeüjk gebouw gebruik zou worden gemaakt zonder het algemeen belang te schaden, zich daartegen niet verzetten. Nu staat vast, dat in het onderhavige geval het gebouw zal worden gebruikt op een manier, die, om het zacht uit te drukken, niet ingaat tegen het algemeen belang men zou ook kunnen betoogen, dat het juist strekt in het algemeen belang, maar dat laat spreker thans daar en dan is het eenvoudig een quaestie van verhuur zonder meer. Alleen wanneer het gebouw verhuurd zou worden tegen een te lagen huurprijs en daarin dus zou kunnen worden gezien min of meer een verkapt subsidie, zou het te maken hebben met de pacificatie en zou dit voorstel lijnrecht ingaan tegen de gedachte van de pacificatie. De vraag, die de Baad zich te stellen heeft, is dus eenvoudig wordt dat gebouw verhuurd tegen een prijs, die billijk mag worden genoemd, niet te hoog, maar ook niet te laag is. Nu staat daaromtrent sprekers meening nog niet vast. Spreker heeft, evenals de heer Schoneveld, den indruk, dat de prijs wel vrij laag is. Er zal aan dit gebouw voor een bedrag van rond 5.300.moeten worden vertimmerd of verbouwd en zou Wethouder Splinter, wanneer dit gebouw zijn eigendom was, het dan zelf willen verhuren voor een prijs van 800.per jaar voor den tijd van 5 jaar? Spreker acht dit bedrag op het eerste gezicht wel erg laag; misschien wordt hem van meer deskundige zijde duidelijk gemaakt, dat in feite die prijs niet zeer laag is en dan heeft dit voorstel met de pacificatie of met het stopartikel niets te maken. De heer van Es gelooft, dat dit voorstel met de pacificatie niet zooveel te maken heeft, maar is het wel met den heer Groeneveld eens, dat het met het z.g. stopartikel in verband staat, volgens hetwelk de Baad geen uitbreiding zou geven aan het openbaar bewaarschoolonderwijs en dus ook geen nieuwe bijzondere bewaarscholen zou subsidieeren. Dit wordt hier nu ook niet gedaan, althans niet volgens de letter, maar om het nu dezen vereenigingen mogelijk te maken in dit gebouw behoorlijke bewaarscholen te vestigen, zal de Baad moeten besluiten 5.300.onkosten aan dit gebouw te maken, terwijl de gemeente daarvan een huur zal innen van in totaal 800.Spreker acht nu de verhouding tusschen de verbouwingskosten ad 5.300.en de huuropbrengst ad 800.niet juist en kan in die verbouwing niet anders zien dan een verkapt subsidie aan dat bijzonder bewaar schoolonderwijs. Als men de zaak recht wil houden, moet men dit niet doen. Ook is spreker zeer sterk voor het denkbeeld van den heer Schoneveld; die school en het bijbehoorende huis staan ontzaglijk in den weg, zoodat het wel noodig zou zijn de rooilijn daar zooveel mogelijk gelijk te maken en een deel van de school af te nemen, waardoor er 1 lokaal minder ontstaat. De heer Groeneveld beklaagt zich, dat hier in zekeren zin weer een uitbreiding van het bijzonder bewaar schoolonderwijs is; op zich zelf kan de Baad daaraan niets doen; tegen stichting van bijzondere bewaarscholen door vereenigingen is niets te doen; mits zij natuurlijk niet van de gemeente subsidie vragen. Wanneer die vereenigingen die schoollokalen willen huren, zoodat deze beschikbaar gesteld worden zooals ze nu zijn, laat de gemeente dan die lokalen aan haar verhuren voor dien prijs, zooals ze nu al aan anderen verhuurd worden; dan kunnen die vereenigingen die lokalen inrichten en laten die 2 vereenigingen dan trachten onderling een oplossing te vinden. Laten zij dan met een voorstel komen om die verbouwing voor haar eigen rekening te doen plaats hebben, maar de Baad late zich niet er toe verleiden daarvoor geld te voteeren, zooals hier wordt voorgesteld. Indien spreker geen andere inlichtingen ontvangt, zal hij tegen dit voorstel moeten stemmen. De heer Bergers acht ook de verhouding tusschen ver bouwingskosten en huurprijs onjuist. Zou het niet beter zijn als het College dit voorstel terugnam en dan met een voorstel kwam om den gevel volgens de nieuwe rooilijn op 7 IllG BlIlBlimiflV n\*»D IHj .WUU.f 1 j n/ui.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1935 | | pagina 9