MAANDAG 26 AUGUSTUS 1935.
263
Sport-Stichting.
(Schüller e.a.)
"een verkeerde commissie is geweest; voor een dergelijke be
langrijke zaak had men personen moeten nemen, die meer
op sportgebied thuis waren, al hebben deze heeren wel wat
aan sport gedaan. Ook tegen de juridische gedeelten van het
rapport van de adviescommissie zijn de beide juristen in de
Commissie van Fabricage heftig te keer gegaan, terwijl de
3 juristen uit het College het eens waren met de beide juristen
uit de Commissie van Fabricage, want zij hebben een groot
deel van hun juristerij overgenomen.
Het voorstel van den heer Schüller (zie bl. 261) wordt
aangenomen met 20 tegen 13 stemmen.
Vóór stemmen: de heeren van Tol, Vos, mevrouw de Cler,
de heeren van Es, Schoneveld, Koole, Bergers, Schüller,
Groeneveld, van Weizen, Yallentgoed, Beekenkamp, Manders,
Yerweij, Kooistra, Eikerbout, Tobé, mevrouw Braggaar, de
heeren Kuipers en van Stralen.
Tegen stemmen: de heeren Lekkerkerker, van Rosmalen,
van Eecke, Tepe, Splinter, Goslinga, Romijn, Wilbrink,
Bosman, Wilmer, Lombert, van der Reijden en Coster.
(Ook de heer van Rosmalen was inmiddels ter vergadering
gekomen.)
De behandeling van dit punt wordt derhalve aangehouden.
De Voorzitter stelt tenslotte aan de orde het bepalen van
de wijze van behandeling van het verzoek van H. Kamerling
en andere neringdoenden aan de Beestenmarkt om schade
vergoeding wegens achteruitgang in hun bedrijf in verband
met de uitvoering van werkzaamheden ten behoeve van het
maken van een parkeerterrein aan de Steenstraat.
Spreker stelt namens het College voor, het adres te stellen
ni handen van Burgemeester en Wethouders ter afdoening.
'De heer Coster zegt, dat deze menschen geen marktdag
kunnen missen en er nu al 7 kwijt zijn. Men is daar steeds
aan het werk met slechts 2 of 3 personen, waardoor het werk
langzaam vordert. Spreker verzoekt het College er meer gang
achter te zetten en meer personen aan het werk te doen
zetten, opdat het parkeerterrein spoedig klaar zal zijn.
De heer Splinter kan den heer Coster geruststellen.
Spreker heeft deze aangelegenheid ook al met den Directeur
der Gemeentewerken besproken; het is de bedoeling, dat
het werk vóór 3 October geheel in orde zal zijn.
Wordt zonder hoofdelijke stemming besloten het adres
te stellen in handen van Burgemeester en Wethouders ter
afdoening.
De Voorzitter vraagt of thans een der leden nog iets in
het belang van de gemeente in het midden heeft te brengen.
De heer Lombert herinnert er aan, dat aan het einde van
het vorige jaar is ingekomen het rapport van de commissie-
Kooistra. Spreker had verwacht, dat de heer Kooistra eens
zou vragen hoe het afgeloopen was met dat rapport, maar
nu hij dat niet gedaan heeft, stelt spreker de vraag aan
Burgemeester en Wethouders: heeft dat rapport geen waarde
meer, of wordt aan de uitvoering er van nog gewerkt?
De heer Splinter antwoordt, dat het rapport is gesteld in
handen van den Directeur van Bouw- en Woningtoezicht
om het nader te bezien. Diens rapport is ingekomen, maar
inmiddels is de zaak eigenlijk door de omstandigheden
achterhaald, zoodat het rapport niet veel effect meer zal
sorteeren.
De heer Bergers vraagt, of het geen aanbeveling zou
verdienen, boomen te plaatsen op de veemarkt ter plaatse
waar de vette koeien staan, omdat deze dieren, in tegen
stelling met de melkkoeien, in de zon staan.
De Voorzitter zegt, dat het de bedoeling is, aldaar t. z. t.
boomen te planted.
De heer Wilbrink dringt er op aan, bij het opbreken van
straten eenigszins rekening te houden met de belangen
van het publiek, wat mogelijk zou zijn door een betere samen
werking van de bedrijven. J.l. Zaterdag werd langs de Plan
tage, waar de ruimte voor de voetgangers toch al beperkt
is, het wegdek opgebroken. Den geheelen dag is men bezig
geweest om de kabels er in te leggen en pas Maandagmorgen
(Wilbrink e.a.)
werd de zaak dicht gemaakt. Dit werk had in het midden
van de week kunnen gebeuren, 's Zondags hadden de voet
gangers geen gelegenheid om daar te wandelen. Links mag
men niet loopen en rechts was geen tien duim ruimte om
te loopen in verband met de trambaan.
De Voorzitter heeft bedoeld werk onlangs bezichtigd.
Spreker was toen getuige van een onderhoud van den Directeur
der Gemeentewerken met den betrokken opzichter, waaruit
bleek, dat het werk, dat de Lichtfabrieken hierbij te doen
hadden, alleen kon worden verricht Zaterdagnacht of Zondag.
Er is dus overleg gepleegd en naar hun beste weten hebben
de bedrijven hun gedragslijn vastgesteld.
De heer Coster herinnert er aan, dat de bewoners van de
Eerste Binnenvestgracht een verzoek hebben gericht tot
Burgemeester en Wethouders om het trottoir door te trekken.
Nu staat op de groote teekening ook geprojecteerd een
trottoir op de Eerste Binnenvestgrachtin Juni heeft evenwel
de Directeur van Markt- en Havendienst verzocht dit te
laten vervallen met het oog op den aanvoer van het vee.
Spreker verzoekt echter dit trottoir daar wel te leggen;
men begint reeds aan het begin van de Binnenvestgracht
het vee te sturen naar links, omdat links de toegang is tot
de Veemarkt. Bovendien wordt daardoor de entrée van de
stad mooier.
De heer Groeneveld ondersteunt het verzoek van den
heer Coster om op de Eerste Binnenvestgracht een trottoir
te maken. Bij den uitstekenden hoek bij hotel Bristol is het
voor het verkeer zeer verleidelijk om vlak langs de huizen
te rijden; ook met het oog op de veiligheid zou aanleg van
een trottoir wenschelijk zijn.
De heer Goslinga zegt, dat deze vraag hem eenigszins
overvalt. Op het parkeerterrein was oorspronkelijk een
veelading geprojecteerd, maar die is op verzoek van de
betrokkenen weggelaten, zoodat in het vervolg ook de
lossing van de wagens plaats heeft buiten het parkeerterrein,
in de Boerhaavestraat en op de Eerste Binnenvestgracht;
dat kan niet anders omdat die veelading daar niet gemaakt
kon worden; ook het Veeartsenijkundig Toezicht had bezwaar
daartegen; de ruimte was ook te beperkt. Daarvoor heeft
men het trottoir op de Binnenvestgracht moeten opofferen,
in verband met het verkeer met auto's daar. Wanneer de
Veemarkt eens geheel klaar is, kan het nog eens door Markt
en Havendienst en Gemeentewerken bekeken worden, maar
men heeft gemeend voorloopig dat trottoir te moeten laten
vervallen.
De heer Schüller zegt, dat eenige maanden geleden het
bestuur van de buurtvereeniging De Kooi een adres heeft
gezonden aan het College met verzoek om maatregelen te
treffen aan de hand van de Hinderwet tegen het kolenstof
van de opslagplaats in De Kooi. Tot op heden heeft dat
Bestuur daarop echter nog geen antwoord gehad, hoewel
spreker gehoord heeft, dat daarover reeds rapport is uit
gebracht.
De heer Splinter zegt, dat het bestuur dezer dagen de
beslissing krijgt.
De heer Schoneveld vraagt naar de wijze van uitvoering
van artikel 6 van het Ambtenarenreglement, welk artikel
handelt over de viering van Koninginnedag en van 3 October
en bepaalt, dat het College den duur van het verlof op die
dagen vaststelt.
De heer Tepe zegt, dat het College juist in zijn laatste
vergadering heeft vastgesteld, dat Koninginnedag zal worden
beschouwd als feestdag van 13 tot 22 uur en 3 October
van 7 tot 24 uur.
De Voorzitter houdt alsnu de volgende toespraak:
Dames en Heeren.
Het placht de gewoonte te zijn bij het uitspreken van een
gelukwensch ter gelegenheid van de jaarwisseling aan den
Raad nog eens een samenvatting te geven van hetgeen in
de afgeloopen zittingsperiode aan belangrijke raadsbesluiten
tot stand gekomen was. Geleidelijk heb ik met deze, trouwens
ook niet door mijn voorgangers steeds gevolgde mos, ge
broken omdat het mij interessanter en treffender leek dit
te doen aan het einde van het tijdperk, waarvoor de burgerij
u tot het besturen der stad afvaardigde. Het kan niet alleen
voor de Raadsleden zeiven maar ook voor dat deel der burgerij,