256
MAANDAG 26 AUGUSTUS 19.35.
Verhuring schooI-Heerenstraat ten behoeve van het
(Wilmer e.a.) bijzonder bewaarschoolonderwijs.
Aan diezelfde jaloezie is het toe te schrijven, dat de heer
Groeneveld uit zijn betoog een conclusie trok, die spreker
alleszins verwondert, al verheugt hij er zich als voorstander
van het voorstel van Burgemeester en Wethouders van
harte over. De heer Groeneveld zeide n.l., dat dit voorstel
inging tegen de gedachte van de pacificatie en tegen het
principe van de stop-verordening, maar dat hij toch zijn
stem aan het voorstel zou geven. Dat is een onbegrijpelijke
conclusie.
Spreker heeft in eerste instantie gezegd, dat hij alleen dan
zijn stem aan het voorstel zou onthouden, wanneer daarin
lag een verkapt subsidie, wat het geval zou zijn wanneer de
huurprijs te laag was. Nu is de Wethouder van Fabricage
er niet in geslaagd, spreker er van te overtuigen, dat de
huurprijs niet te laag is. Hij heeft bij spreker niet de over
tuiging gewekt, dat, wanneer dat huis het eigendom was niet
van de gemeente, maar b.v. van den heer Splinter, deze ver-
eeniging op dezelfde voorwaarden als nu dat huis zou
kunnen hurèn. Intusschen kan men hierover van meening
verschillen en argumenten aanvoeren, welke er voor pleiten,
dat men ten slotte toch niet veel meer aan huur voor dit huis
zou kunnen krijgen. Vanwege den huurprijs alleen zal spreker
daarom zijn stem niet aan het voorstel onthouden, al blijft
hij van meening, dat de prijs hooger had moeten zijn.
Spreker gaat ook niet mede met het voorstel van de heeren
Schoneveld en van Es, in de eerste plaats omdat z.i. een
verkeersverbetering zou worden verkregen, die voorloopig
althans geen verbetering zou blijken te zijn, en in de tweede
plaats omdat hij op zulk een reden dit voorstel, dat op zich
zelf alleszins is toe te juichen, niet wil laten stranden.
De heer van Wclzen meent, dat de beer Groeneveld in zijn
betoog duidelijk heeft doen uitkomen, dat dit voorstel in-
druischt tegen den geest en de tendenz van het in 1931
genomen besluit, waarbij bepaald werd, dat in het algemeen
aan het bijzonder bewaarschoolonderwijs geen verdere uit
breiding zou worden gegeven. Het moge juist zijn, dat dit
voorstel niet in strijd komt met de letter van het in 1931
genomen besluit, maar in de practijk blijkt in elk geval, dat,
mede ten gevolge van het in 1931 genomen besluit, ten aan
zien van het bijzonder bewaarschoolonderwijs de mogelijkheid
om zich te ontwikkelen en uit te breiden niet afgesloten is,
terwijl dit voor het openbaar bewaarschoolonderwijs wel bet
geval is. Hoe dit gekomen is, laat spreker in het midden,
maar in elk geval is dit het resultaat.
De heer Groeneveld sloeg in zijn conclusie de plank zeer
zeker niet mis. Echter moet daartegenover een andere houding
worden aangenomen dan de heer Groeneveld meende. On
danks zijn zeer ernstige bezwaren legde de heer Groeneveld
zich toch bij dit voorstel neer, omdat hij geen anderen weg
ziethij slaakte zelfs de verzuchting, dat de sociaal-democraten,
wanneer zij in 1931 hadden kunnen voorzien, dat de uitvoering
van dat raadsbesluit een zoodanige zou zijn als thans het
geval is, met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid niet
voor de gelijkstelling zouden hebben gestemd. Het is nimmer
te laat om op den eenmaal ingeslagen weg terug te komen
en spreker meent dan ook, dat alles in het werk gesteld moet
worden om te komen tot zoo spoedig mogelijke opheffing van
het besluit tot gelijkstelling van 1931 en dat kan alleen
wanneer de sociaal-democraten alles doen om ook onder de
arbeidersbevolking de tendenz en de uitwerking van deze
pacificatie duidelijk te maken, waardoor deze zal inzien, dat
zij aan het kortste eind dreigt te trekken. Wanneer er in
dit opzicht een volksbeweging ontstaat, zooals ook in andere
landen van Europa, waar de arbeidersklasse gesloten optrekt
tegen elke reactie en elke reactionnaire tendenz, dan bestaat
ook de mogeüjkheid, eenmaal genomen besluiten, die in hun
uitwerking voor de arbeidersklasse funest zijn, ongedaan te
maken.
Spreker kan zich dus niet vereenigen met de opvatting
van den heer Groeneveld in dit opzicht en zou het toejuichen
wanneer de sociaal-democratische fractie op dit punt zou
bekennen zich vergist te hebben met dit besluit en dien
overeenkomstig haar standpunt zou bepalen.
De heer Wilbrink zal zijn stem niet geven aan het voor-
stel-Schoneveld, omdat hij de verkeersverbetering aan de
Heerenstraat niet zoo urgent achtnaar zich laat aanzien,
zal die verbetering niet binnen 6 a 7 jaren plaats hebben.
Er is daar op het oogenblik minder verkeer dan eenige jaren
geleden, omdat het verkeer van den Lammenschansweg
langs Koninginnelaan of Kastanjekade naar den Heeren-
weg gaat.
Spreker zal voor het voorstel stemmen, ondanks zijn
overtuiging, dat er een verkapt subsidie in zit. Indien dit
gebouw van den heer Splinter zelf was, zou hij er niet 5.300.
Verhuring school-Hecrenstraat ten behoeve van het
(Wilbrink e.a.) bijzonder bewaarschoolonderwijs.
aan ten koste leggen om het dan te verhuren voor dezen prijs.
De heer Groeneveld heeft wel gezegd, dat men de scheidings
lijn tusschen het openbaar en het bijzonder onderwijs zoo
moet zien, dat men ook een neutrale schoolvereeniging
moet plaatsen aan den kant van de bijzondere, maar juist
op grond van het feit, dat het hier betreft niet een Gerefor
meerde en een Katholieke schoolvereeniging, maar een
Gereformeerde en een neutrale schoolvereeniging, geeft de
so ci aal - democrat i s ch e fractie haar steun aan dit voorstel.
Immers, de heer Groeneveld is scherpzinnig genoeg, evenals
de heer Schüller, die de fabricagezaken behandelt, om te
beseffen, dat in het verhuren voor dezen prijs en voor 5 jaar
een verkapt subsidie ligt.
De heer Schüller zegt, dat hij dit ook opgemerkt heeft
in de Commissie van Fabricage.
De heer Wilbrink wijst er op, dat desniettemin de S.D.A.P.
met dit voorstel meegaat en die neutrale schoolvereeniging
dus aanvaardt als te behooren tot een richting, die zij wel
kan steunen. Dat is daaruit te verklaren, dat de onderwijzers
organisatie, waarmede de S.D.A.P. zich altijd verstaat,
zich heeft uitgesproken voor het voorstel om aan die neutrale
schoolvereeniging deze school te verhuren.
Er wordt voor 5.300.verbouwd aan deze school. De
Wethouder zeide: dat bedrag heb ik in 5 jaar nog niet terug.
Dat heeft hij in 10 jaar nog niet terug, want stelt men den
huurprijs op ƒ300.per jaar, dan heeft de Wethouder
over 10 jaar, afgezien van de rente, nog maar 5.000.
De heer Splinter zegt, dat hij dat bedrag dan juist terug
heeft.
De heer Wilbrink zegt, dat men ook nog een stuk grond,
dat men tot nu toe tot zijn vrije beschikking had, er voor
moet inrichten. Dat geeft men ook cadeau. Uit dit alles
blijkt duidelijk, dat er een verkapt subsidie in zit. Daarvan
is ook de S.D.A.P. overtuigd. Daarom is het zonneklaar,
dat de S.D.A.P. aan dit voorstel wil medewerken omdat
een neutrale schoolvereeniging deel heeft in deze zaak.
Spreker heeft met beide schoolvereenigingen niets te maken.
Als voorstander van het bewaarschoolonderwijs zal hij zijn
stem aan het voorstel geven, ondanks het verkapte subsidie,
dat er in zit en dat ten goede komt aan twee stroomingen,
de Gereformeerd-Christelijke en de strooming, die de S.D.A.P.
voor een gedeelte voor haar rekening neemt.
De heer Vos ondersteunt den drang van den Wethouder
om dit voorstel te aanvaarden, omdat het onder de bestaande
omstandigheden geacht kan worden te zijn in het belang
van het bewaarschoolonderwijs in het algemeen.
De heer Groeneveld heeft zich in 1931 zeer stellig niet ver
gist door te stemmen vóór de pacificatie; door de aanneming
daarvan werd de mogelijkheid geschapen tot normale ont
wikkeling van het openbaar bewaarschoolonderwijs; als
gevolg van de aanneming van het pacificatievoorstel zagen
de sociaal-democraten op den duur een uitgroeien van het
openbaar bewaarschoolonderwijs met als resultaat een betere
verhouding tusschen de verschillende richtingen in overeen
stemming met de onder de bevolking levende denkbeelden.
De eerste stap in de goede richting was de bouw van de
nieuwe openbare bewaarschool in de Kooi; ook in andere
buitenwijken zouden openbare bewaarscholen moeten komen,
maar men kon in 1931 niet weten, dat later de z.g. stop
verordening zou worden aangenomen, die aan alle goede
dingen, die in de pacificatie zaten, een einde heeft gemaakt.
Alleen het bijzonder bewaarschoolonderwijs had de voordeelen,
nl. een verhoogd subsidie, reeds verkregen, maar de groei
van het openbaar bewaarschoolonderwijs werd stopgezet.
Nu wil de heer van Weizen, dat die pacificatie te niet wordt
gedaan. Dat zou evenwel zeer moeilijk zijn. In elk geval is
het gebouw aan de Heerenstraat officieel bestemd voor
openbare bewaarschool en nu wordt deze bestemming door
dit voorstel te niet gedaan. Nu kan de Eaad dit voorstel
wel verwerpen, dat wil zeggendit gebouw niet beschikbaar
stellen voor deze 2 bewaarscholen, maar daarmee bereikt
men niets, want wanneer deze 2 vereenigingen deze scholen
in een particulier gebouw willen stichten, kan de gemeente
daaraan niets doen; deze scholen krijgen geen subsidie.
De heer van Weizen zegt nu: „verkapt subsidie", maar spreker
is het eens met den heer Splinter, dat in die verhuring geen
verkapt subsidie zit.
Wanneer de Baad dit voorstel verwerpt, bereikt men daar
mede niets en kan men niet verhinderen, dat deze en andere
vereenigingen elders een particuliere bewaarschool stichten.