GEMEENTERAAD VAN LEIDEN.
113
INOfiEOHEir STUKKEN.
N°. 154. Leiden, 16 Augustus 1935.
Onder verwijzing naar het in de Leeskamer ter inzage
gelegd schrijven van den Directeur der Hoogere Burger
school met vijfjarigen cursus, in zake bestendiging van
Mejuffrouw L. C. J. Wery als tijdelijk leerares in het Duitsch
aan die inrichting van onderwijs gedurende den cursus
19351936, geven wij Uwe Vergadering in overweging,
Mejuffrouw L. C. J. Wery tot wederopzegging, doch uiter
lijk voor den duur van den cursus 19351936, te benoemen
tot tijdelijk leerares in het Duitsch aan de Hoogere Burger
school met vijfjarigen cursus.
De adviezen van de Commissie van Toezicht op het
Middelbaar Onderwijs en van den Inspecteur van het Gymna
siaal- en Middelbaar Onderwijs zijn mede in de Leeskamer
ter inzage gelegd.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 155. Leiden, 16 Augustus 1935.
Met verwijzing naar het in de Leeskamer ter inzage gelegd
schrijven van de Directrice van de Hoogere Burgerschool
voor Meisjes, betreffende de aanstelling van tijdelijke leer
krachten aan die inrichting van onderwijs en naar de te
dezer zake ingewonnen adviezen van de Commissie van
Toezicht op het Middelbaar Onderwijs en den Inspecteur
van het Gymnasiaal en Middelbaar Onderwijs, geven wij U
in overweging, voor den duur van den cursus 19351936,
te benoemen aan de Hoogere Burgerschool voor Meisjes tot:
a. tijdelijk leeraar in de wiskunde Dr. J. D. A. Boks;
b. tijdelijk leeraar in de plant- en dierkunde Dr. J. A. W.
Groenewegen
c. tijdelijk leeraar in het lijnteekenen J. H. Wattez;
d. tijdelijk leerares in het Duitsch Mejuffrouw J. P. Zaaijer.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 156. Leiden, 16 Augustus 1935.
Tengevolge van het aan den heer W. A. Kriest verleend
eervol ontslag, zal met ingang van 1 September e.k. de
vacature ontstaan van hoofd van de opleidingsschool voor
Gymnasium en H. B. S. aan de Aalmarkt.
Het komt ons gewenscht voor in die vacature te voorzien
door overplaatsing naar die school van den heer P. A.
Wisse, hoofd van de o. 1. school aan de Medusastraat B.
Ter. vervulling van de door deze overplaatsing open te
vallen plaats zal U zoo spoedig mogelijk een voorstel
bereiken.
In overeenstemming met het gevoelen van den Inspecteur
van het Lager Onderwijs in deze inspectie en met verwijzing
naar diens ter inzage gelegd advies, geven wij U mitsdien in
overweging, met ingang van een nader door ons College, te
bepalen datum, den heer P. A. Wisse, thans hoofd van de
o. 1. school aan. de Medusastraat B, te stellen aan het
hoofd van de opleidingsschool voor Gymnasium enH. B.S.
aan de Aalmarkt.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 157. Leiden, 16 Augustus 1935.
Tegen inwilliging van nevensgaand verzoek van den heer
G. F. E. Kiers bestaat noch bij de Commissie van Fabricage
noch bij ons College bezwaar.
Mitsdien geven wij Uwe Vergadering in overweging aan
den heer G. F. E. Kiers, met ingang van 1 October a.s.,
eervol ontslag te verleenen uit zijne betrekking van
Directeur van het Bouw- en Woningtoezicht alhier.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Leiden, 3 Augustus 1935.
Aan den Baad der Gemeente Leiden,
Op grond van het bepaalde in art. 82 van de verordening,
houdende regeling van den rechtstoestand van de ambte
naren en werklieden in dienst der Gemeente Leiden, heb
ik de eer Uwen Baad te verzoeken mij eervol ontslag uit
mijne betrekking te willen verleenen met ingang van 1 Oc
tober a.s.
Hoogachtend,
Uw dwe dnr.,
G. F. E. Kiers
Directeur van het
Gem. Bouw- en Woningtoezicht.
N°. 158. Leiden, 16 Augustus 1935.
Ook gedurende het 4e kwartaal 1935 komt het ons gewenscht
voor, tot opneming van kasgelden te kunnen overgaan.
Wel is waar werden ingevolge Baadsbesluit van 13 Juni j.l.
(Ingek. Stukken Ho. 111) een tweetal geldleeningen, elk
groot 500.000.aangegaan, doch deze gelden moesten
dienen tot gedeeltelijke dekking van voor buitengewone
doeleinden gedane uitgaven.
Aangezien voorts in verband met de gedane uitgaven
voor den aankoop en de onteigening van verschillende
perceelen ten behoeve van den Stadhuisbouw en voor uit
gaven, te doen voor de fundeering voor het nieuwe
Stadhuis enz. niet langer over de middelen van het „Stadhuis
fonds" ten behoeve van den gewonen dienst kan worden
beschikt, is het met het oog op de gedurende het 4e kwar
taal 1935 te betalen rente en aflossing van geldleeningen,
de uitgaven voor ondersteuning van werkloozen en even-
tueele andere groote betalingen gewenscht om, zoo noodig,
in nieuwe kasbehoeften te kunnen voorzien.
In verband met een en ander zouden wij het maximaal
bedrag, dat in het 4e kwartaal 1935 de kasschuld zal mogen
beloopen, wenschen te zien vastgesteld op 1.000.000.over
het 3e kwartaal 1935 bedroeg het maximaal bedrag
1.500.000.—.
Wij geven Uwe Vergadering derhalve in overweging te
besluiten, gedurende het 4e kwartaal 1935, zoo noodig,
kasgeldleeningen aan te gaan tot zoodanig bedrag, dat op
geen enkel tijdstip in dat kwartaal de kasschuld, met inbegrip
van het in rekening-courant bij de N.V. Bank voor Neder-
landsche Gemeenten op te nemen bedrag, de som van
1.000.000.te boven gaat en onder de voorwaarden als
door ons College zullen worden bepaald.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 159, Leiden, 16 Augustus 1935.
De Stedelijke Fabrieken van Gas en Eleefriciteit hebben
de beschikking noodig over een strookje gemeentegrond bij
de Warmonderstraat voor den bouw van een transformator
gebouwtje.
Met de Commissie van Fabricage zijn wij van oordeel,
dat tegen het beschikbaar stellen van dezen grond, waarvoor
door de Lichtfabrieken de gebruikelijke vergoeding van
7.80 per M2. zal worden betaald, geen bezwaren bestaan.
Onder verwijzing naar de in de Leeskamer ter visie
liggende stukken, geven wij Uwe Vergadering mitsdien in
overweging het op de overgelegde situatieteekening met
roode arceering aangegeven strookje grond bij de Warmonder
straat, met inbegrip van de halve sloot, groot 150 M2.,
kad. bekend gemeente Leiden, Sectie L, No. 1480 (ged.),
ter beschikking van de Stedelijke Fabrieken van Gas en
Electriciteit te stellen tegen een vergoeding van 7.80
per M2.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 1G0. Leiden, 16 Augustus 1935.
In ons voorstel van 18 November 1932 (Ingek. Stukken
No. 256), inzake het saneeringsplan Bouwelouwensteeg-
Paradijssteeg, deelden wij Uw Vergadering mede, dat het
in ons voornemen lag te zijner tijd voor te stellen den bouw
en de exploitatie van de op het te saneeren terrein te bouwen
woningen op te dragen aan de Vereeniging tot Bevordering
van den Bouw van Werkmanswoningen. Deze vereeniging
heeft zich hiertoe bereid verklaard en een bouwplan doen
samenstellen.