GEMEENTERAAD VAN T.FJDEN. 109 Mii jion i:\ sti k li i:\. N°. 153. Leiden, 12 Augustus 1935. Gelijk wij Uwe Vergadering in de Memorie van Antwoord op het Sectieverslag betreffende de begrooting 1935 (pag. 42) mededeelden, waren bij ons College plannen in overweging inzake een andere regeling van de exploitatie van sport terreinen, enz. door het in het leven roepen van een Stichting. De voorbereiding van deze aangelegenheid is thans zoover gevorderd, dat wij Uwe 'Vergadering een voorstel voor deze nieuwe regeling kunnen aanbieden. De bestaande toestand is deze, dat de exploitatie van de verschillende inrichtingen van sport en spel voor rekening van de gemeente geschiedt door diverse vereenigingenzoo is het beheer van de zweminrichting „de Zijl" opgedragen aan de zwemvereeniging van dien naam; zijn de sportterreinen aan den Kanaalweg en den Zoeterwoudschen Singel in exploitatie bij de afd. Leiden van den Nederlandsehen Bond voor Lichamelijke Opvoeding en is voor elk der 4 kinderspeeltuinen een speeltuinvereeniging opgericht, terwijl in weer andere gevallen landerijen zonder meer aan sportvereenigingen wor den verhuurd. Al deze vereenigingen werken vrijwel geheel op zich zelf en onafhankelijk van elkaar, terwijl daarnaast de gemeente, behalve het toezicht op de exploitatie, dikwijls ook nog haar eigen bemoeiingen met de sportinrichtingen heeft, zooals b.v. het onderhoud. Er is dus decentralisatie naar verschillende richtingen, die, hoe nuttig zij in andere gevallen dikwijls moge zijn, in casu niet in het belang van de beoefening van sport en spel, noch in het belang van de gemeente, kan worden geacht. Al voert elke vereeniging de exploitatie onder toezicht van de gemeente, van een centraal punt, dat voor de gewenschte eenheid van gedragslijn bij het beheer van de inrichtingen en een vlotte afhandeling van zaken zorg draagt, is ondanks de vele bemoeiingen en beslommeringen, die de gemeente ter zake heeft, geen sprake en daarvan kan ook moeilijk sprake zijn, omdat de gemeente daarop niet is ingericht. Bovendien moet er op worden gewezen, dat de gemeente, behalve de bedragen van rente en aflossing over het stichtings kapitaal, jaarlijks een aanzienlijk bedrag voor de exploitatie van de onderscheidene inrichtingen ter beschikking stelt; nu mag worden geëischt vooral in dezen tijd van financieelen nood voor de gemeente dat de gelden zoo nuttig mogelijk voor het beoogde doel worden besteed, doch het is zeer twijfelachtig of het meest mogelijke nuttig effect bij de tegenwoordige wijze van werken kan worden bereikt. Is het vraagstuk van het beheer der gemeentelijke inrich tingen voor sport en spel bij den tegenwoordigen omvang reeds van groote beteekenis, deze beteekenis zal nog aan merkelijk toenemen, indien de voetbalvelden bij den Haar lemmertrekvaart weg zijn gereedgekomen en indien het aantal inrichtingen nog wordt uitgebreid door aanleg van de sport velden bij den Leidschen Hout. Een en ander was voor ons College aanleiding een Commissie in te stellen, bestaande uit de heeren Ir. F. Stokhuyzen, S. A. de Graaf en Mr. H. F. A. Donders, (hierna genoemd Commissie-Stokhuyzen), welke tot taak zou hebben ons College van voorlichting te dienen over de vraag, hoe de organisatie van de gemeentelijke bemoeiingen met de sport- en speel terreinen en soortgelijke inrichtingen behoort te zijn. Deze Commissie heeft de zaak grondig bekeken en ons van haar bevindingen een zeer lezenswaardig rapport doen toekomen, dat tevens constructieve voorstellen bevat voor het treffen van een nieuwe regeling. Nadat de Commissie-Stokhuyzen gewezen heeft op de noodzakelijkheid om in den bestaanden toestand door meer dere centralisatie, d.w.z. het brengen van het beheer der daarvoor in aanmerking komende inrichtingen in één hand, wijziging te brengen, gaat zij na, hoe alles dient te worden gereorganiseerd. Zij stelt voorop, dat aan drie essentieele voorwaarden zal dienen te worden voldaan, t.w. 1. de organisatie zal eenvoudig genoeg dienen te zijn om een vlugge en zakelijke dagelijksche behandeling mogelijk te maken, zoodat de sport beoefenende clubs of personen in dit opzicht geen last ondervinden; 2. de organisatie zal op commercieele leest dienen te worden geschoeid en voldoende rationeel om te waarborgen, dat de gemeentegelden zoo zuinig mogelijk, d.i. voor het doel zoo goed mogelijk worden aangewend, terwijl tevens het onder houd en de verzorging der gemeentelijke eigendommen zoo goed mogelijk verzekerd moeten zijn; 3. de invloed van het gemeentebestuur op de organisatie zal zoo groot - dienen te zijn als geboden wordt door het groote belang, dat de gemeente als geldgeefster en als be zitster van de verschillende eigendommen heeft. Dit doel voor oogen houdende, ziet zij een afdoende op lossing in het creëeren van een afzonderlijke organisatie, welke alle handelingen op het bedoelde gebied verricht en daartoe de desbetreffende gemeentelijke eigendommen ter exploitatie ontvangt. Vervolgens onderwerpt zij aan een onderzoek, welke vorm van gecentraliseerd beheer de voorkeur verdient, die der Gemeentelijke Commissie, die der Naamlooze Vennootschap of die der Stichting. Een gemeentelijke commissie acht zij geen goede oplossing; dé bezwaren, die inhaerent zijn aan rechtstreeksche en ge detailleerde bemoeiingen van de gemeente en die een vlotte en tevens commercieele exploitatie zoo zeer bemoeilijken, zouden bij instelling van een gemeentelijke commissie van wege de plaats, die deze commissie in het gemeentelijk bestuur zou innemen, niet worden weggenomen. Een meer op zich zelf staande organisatie is noodig, zoodat gekozen moet worden tusschen de naamlooze vennootschap en de stichting. De Commissie-Stokhuyzen kan den vorm der naamlooze vennootschap echter evenmin aanbevelen. Als voornaamste bezwaar voert zij aan, dat de N.V.-vorm wat zwaarwichtig is (er zullen aandeelen moeten worden uitgegeven en com missarissen en directie moeten worden aangesteld) en ook overigens zich niet leent voor de exploitatie op een wijze, zooals de Commissie zich die blijkens haar verslag denkt. Het gevaar bestaat, dat de aan een N.V. noodzakelijk ver bonden organisatie uitgroeit tot een „dienst" met een dure outillage, wat juist niet de bedoeling is. Aangezien aan den vorm der Stichting deze bezwaren niet, althans in veel mindere mate, kleven, beschouwt de Com missie-Stokhuyzen dezen vorm als de meest wenschelijkede oprichting kan op eenvoudige wijze geschieden en de aard der Stichting leent er zich bijzonder toe een wijze van werken te verzekeren, die beantwoordt aan de bovengenoemde essentieele voorwaarden. Ons College kan zich met de opvatting van de Commissie- Stokhuyzen geheel vereenigen, zoodat ook wij den vorm van een Stichting voor de behartiging van het onderwerpelijk gemeentebelang in verband met den aard van dat belang bijzonder aangewezen achten, gelijk de gemeentewet vordert voor het verkrijgen van de goedkeuring van Gedeputeerde Staten in dezen. De Commissie van Fabricage, in wier handen wij het rapport met een voorloopig ontwerp der statuten stelden, betuigde instemming met het denkbeeld om tot een doel matiger exploitatie van de gemeentelijke sportterreinen en -inrichtingen te geraken en om daartoe een afzonderlijke sportstichting in het leven te roepen. Echter had zij tegen dit eerste ontwerp-statuten bezwaren van gemeenterechte lijken en van practischen aard; wat deze laatste bezwaren betreft, vreesde zij, dat het gemeentebestuur niet voldoenden invloed op de wijze van exploitatie zou behouden en dat dit tengevolge zou kunnen hebben, dat een exploitatie werd gevoerd in strijd met de inzichten van den Baad en Burge meester en Wethouders. Het verheugt ons te kunnen mededeelen, dat het nader met de Commissie-Stokhuyzen gevoerde mondelinge overleg over de ontwerp-statuten er toe heeft geleid, dat aan de bezwaren van de Commissie van Fabricage kon worden tegemoet gekomen, zonder dat de opzet der organisatie in wezen behoefde te worden aangetast. Zooals van zelf spreekt moet het in het leven te roepen centrale lichaam een behoorlijke mate van vrijheid en zelf standigheid hebben, moet dit lichaam dus, wil het beoogde doel worden bereikt, niet zijn een louter administratief orgaan. Aan den anderen kant moet intusschen de waarborg bestaan, dat de Stichting met ingaat tegen het algemeen gemeentebeleid, zooals de Gemeenteraad en Burgemeester en Wethouders dat wenschen te zien behartigd. Het gemeente bestuur behoort uiteraard detailpunten en zuiver zakelijke kwesties der exploitatie aan de Stichting over te laten, maar wel moet, om een voorbeeld te noemen, uiteindelijk aan het gemeentebestuur de beslissing verblijven of de inrichtingen al of niet op Zondag geopend zullen zijn. De overeenkomstig het bovenstaande definitief ontworpen statuten behoeven thans nog slechts een korte toelichting. Als doel der Stichting noemt art. 2 de organisatie van de gemeentelijke bemoeiingen ter zake van de beoefening van sport en spel. Ter bereiking van dat doel zal haar worden opgedragen de exploitatie van de bij de Stichting ingebrachte gemeentelijke sportterreinen, speelterreinen, speelvelden, speeltuinen, zweminrichtingen, enz. De terreinen en inrichtingen zullen bij den inbreng in een zoodanigen staat moeten zijn, dat zij geschikt zijn voor een goede exploitatie. Nieuwe inrichtingen zullen dus door de gemeente worden ingericht en afgewerkt en in dezen com-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1935 | | pagina 1