MAANDAG 29 JULI 1935.
235
Salarissen personeel openbaar bewaarschoolondervvijs; e.a,
(de Reede e.a.)
op den voorgrond komen, dat men de zaak in haar geheel
moet bezien en dat men niet tevreden moet zijn met een
incidenteele wijziging, die weer op het personeel neerkomt,
uiteraard pijnlijk werkt en in den Raad nogal tegenstand
verwekt. Is het derhalve niet mogelijk de geheele quaestie
van het voorbereidend lager onderwijs op 'de helling te
nemen en terdege onder het oog te zien?
Herhaaldelijk weer moet spreker hier uitspreken, dat het
verzet, indertijd door anti-revolutionnairen en christelijk-
historischen in dezen Raad gevoerd tegen de gelijkstelling
van het onverplichte voorbereidend lager onderwijs door de
tijdsomstandigheden en misschien ook wel door andere
omstandigheden is gerechtvaardigd en dat de juistheid van
die bestrijding zeer zeker achteraf is bevestigd.
Het zou daarom goed zijn, als de Wethouder zich daarover
ook eens uitsprak.
Het is niet absoluut noodzakelijk, dit voorstel in deze
vergadering af te doen. Het is mogelijk, dat de gedachten,
die spreker thans geuit heeft, voor het College een aanleiding
zijn om het voorstel terug te nemen en de zaak in een breeder
verband te bezien.
De heer Tepe gevoelt zich door de laatste suggestie van
den heer de Reede genoopt tot het maken van de tegen
werping, dat de moeilijkheden, welke aanleiding hebben
gegeven tot het indienen van dit voorstel, door den heer
de Reede ten onrechte worden toegeschreven aan de gelijk
stelling, die volgens den heer de Reede in strijd met de
meening van de christelijk-historische en de anti-revolution-
naire fractie is doorgevoerd.
Het verzet van deze fracties was niet gericht tegen de
gelijkstelling, maar wel tegen het behoud van het openbaar
bewaarschool-onderwijs.
De heer de Reede: Neen, neen!
De heer Tepe kan dit in het midden laten. Spreker is bereid,
zij het ook op andere gronden dan door den heer de Reede
zijn genoemd, schorsing van de behandeling van dit voorstel
te vragen. In deze vergadering zijn n.l. door eenige leden
gegevens geproduceerd, welke spreker niet kende en welke
niet kloppen met de gegevens, waarover spreker beschikt heeft.
De heer Schoneveld zegt, dat deze gegevens afkomstig zijn
van de af deeling Onderwijs.
De heer Tepe zou het vermoeden hebben uitgesproken,
dat de heer Schoneveld zich vergiste, indien deze zelf de
gegevens had verzameld, maar vindt in het feit, dat zij
afkomstig zijn van de afdeeling Onderwijs reden voor de'
verklaring, dat hij met den mond vol tanden staat, nu andere
gegevens worden ter tafel gebracht dan waarover hij beschikt
heeft. In deze omstandigheden is het voor spreker niet
mogelijk, alle geopperde bezwaren behoorlijk te weerleggen.
Spreker heeft tot zijn verbazing bemerkt, dat het staatje
aan den heer Schoneveld verstrekt is. Had ook spreker het
ontvangen en had hij in het staatje, dat hij zelf ontvangen
heeft, een anomalie bespeurd, dan was hij in de gelegenheid
geweest, zijn licht er over op te steken.
Spreker ziet geen kans, thans het voorstel verder te be
handelen, hoezeer het hem ook spijt.
Wordt zonder hoofdelijke stemming op voorstel van den
Voorzitter besloten, de verdere behandeling van dit agenda
punt aan te houden tot een volgende vergadering.
De heer de Reede heeft geen bezwaar tegen het uitstellen
van de verdere behandeling van dit voorstel, maar wil
protesteeren tegen een misvatting van den Wethouder.
De Voorzitter zegt, dat de heer de Reede, nu de beraad
slaging eenmaal geschorst is, daarop thans niet kan terug
komen, maar daartoe de gelegenheid krijgt bij hervatting
van de beraadslaging.
XI. Praeadvies op het verzoek van de afd. Leiden van
den Xederl. R.K. Volksbond om verlaging van den abonne
mentsprijs voor de radio-distributie. (149)
De heer Coster zegt, dat indien overeenkomstig het verzoek
van adressante de abonnementsprijs werd verlaagd van
2.tot 1.50 per maand, niet alleen de werkloozen, maar
alle gemeentenaren daarvan gebruik zouden kunnen maken
en daarom de inwilliging van dit verzoek onmogelijk is.
Volgens het praeadvies van de Commissarissen der Licht
fabrieken worden werkloozen en anderen, die met de betaling
Verlaging abonnementsprijs radio-distributie.
(Coster e.a.)
van den abonnementsprijs moeite hebben, met betrekking
tot de betaling daarvan de noodige faciliteiten verleend.
De bedoeling daarvan is, dat in die gevallen op verzoek
uitstel of kwijtschelding wordt toegestaan voor drie maanden.
Het desbetreffende besluit is aan het einde van 1934 ge
nomen en geldt alleen voor 1935. Spreker zou gaarne willen,
dat het besluit ook na 1935 tijdelijk gehandhaafd werd,
zoodat iedereen er van kon profiteeren.
Den heer van Stralen valt het wel tegen, dat dit verzoek
van den R.K. Volksbond geen genade kan vinden bij het
College, op grond van het feit, dat bij inwilliging het bedrijf
zich zelf niet meer zou kunnen bedruipen en een tekort zou
opleveren. Dit zou ook niet sprekers wensch zijn, maar toch
verdient deze zaak de volle aandacht van het College. Dit
verzoek is gekomen uit arbeiderskringen; de bedoeling is,
dengenen, die moeilijkheden met de betaling van de abonne
mentsgelden voor de radio-distributie hebben, daarin tegemoet
te komen. Voor velen van de aangeslotenen is verlaging van
de abonnementsgelden van groot belangvooral de werkloozen
hebben behoefte aan verlaging daarvan. Zeer velen, die
eenmaal aangesloten zijn bij de radio-distributie, wenschen
ondanks werkloosheid gaarne die aansluiting te handhaven;
voor hen is het echter bezwaarlijk maandelijks dit bedrag
op te brengen. Nu wordt er in zekeren zin een reductie
gegeven, die ook wel waarde heeft; zij, die door werkloosheid
of andere oorzaken moeite hebben met de betaling, kunnen
daarvan gedurende 3 maanden kwijtschelding bekomen.
In het advies van den Directeur wordt gezegd, dat de
jaarlijksche contributie daardoor met verlaagd wordt.
Is het inderdaad de bedoeling, dat elk jaar 3 maanden
vrijstelling van contributie wordt gegeven, dan zou spreker
zich daarmede kunnen vereenigen. Er is aap deze zaak ook
een belang voor het bedrijf zelf verbonden; den laatsten tijd
worden radiotoestellen te huur aangeboden voor een prijs,
gelijk aan den abonnementsprijs voor de radio-distributie,
2.per maand. Velen zullen dan een radiotoestel in huur
verkiezen boven aansluiting op de radio-distributie, omdat
de radio-distributie slechts enkele stations geeft. Het is een
gewoon concurrentiebelang en het College moet trachten
in deze richting iets te doen. Is dus de vrijstelling van contri
butie voor 3 maanden voor één keer bedoeld, dan wel is het
de bedoeling het elk jaar op deze wijze te regelen?
De heer van Eek ondersteunt natuurlijk den door den
heer van Stralen uitgesproken wensch, dat het gemeente
bestuur den aangeslotenen bij het radio-distributie-bedrijf
iets zal tegemoetkomen, omdat de radio langzamerhand
een levensbehoefte geworden is. Men moet daarbij echter
niet uit het oog verliezen, dat de verhoudingen bij deze
regeling anders zijn dan bij de regeling van de prijzen van
gas en electriciteit. In het laatste geval heeft men te doen
met fabrieken, die tot nu toe groote winsten gemaakt
hebben en waarbij het gemakkelijk is een gedeelte van de
winst af te nemen. Bovendien is bij gas en electriciteit in
nog sterkere mate sprake van een levensbehoefte dan
bij radio.
De moeilijkheid in dezen is, dat de inwilliging van het
verzoek, dat op zich zelf billijk is, een tekort op de
rekening van het radio-distributie-bedrijf ten gevolge zou
hebben, terwijl spreker er bezwaar tegen zou hebben, tenzij
men in buitengewone omstandigheden verkeerde, dat een
bedrijf verlies opleverde. Het laatste is vooral in de moeilijke
financieele omstandigheden, waarin de gemeente op het
oogenblik verkeert, niet verantwoord.
In de Commissie voor de Lichtfabrieken heeft men over
wogen of het niet mogelijk zou zijn den aangeslotenen eenigszins
tegemoet te komen door den prijs te verlagen met b.v.
0.20. Daartegen werd echter in de Commissie aangevoerd,
dat thans te weinig wordt afgeschreven en de afschrijving
in de toekomst veel grootere bedragen zal vorderen. Spreker
is voor dit bezwaar uit den weg gegaan. Wanneer het
tarief eenmaal verlaagd is, is het hoogst moeilijk, het
later te verhoogen, zoodat de verlaging een tekort zou
veroorzaken.
Hoewel spreker gaarne zou willen, dat de gemeente in
dezen aan den wensch van adressante tegemoet kwam,
heeft hij zich genoodzaakt gezien, zich bij het oordeel van
de Commissie voor de Lichtfabrieken aan te sluiten en zal
hij stemmen voor het praeadvies van het College.
De Commissie voor de Lichtfabrieken heeft herhaalde
malen de vraag besproken, of het niet mogelijk is, de
werkloozen elk jaar gedurende drie maanden vrij te stellen
van de betaling van het abonnementsgeld. Ieder gevoelt,
hoe belangrijk het is, het den werkloozen mogelijk te
maken, te blijven genieten van de radio-aansluiting. De