100-
c.a. ten Noord-Oosten van den Lagen Morschweg 12.550.43
c. de restitutie van te veel in het fonds ter
nadere verrekening gestorte gelden21.445.50
In totaal werd derhalve in 1934 ten laste van
bovengenoemd fonds beschikt over84.613.28
Ter zake van de definitief vastgestelde stortingen kan
derhalve naar den kapitaaldienst 1935 worden overgeboekt
115.067.50 84.613.28 30.454.22. Hierin zijn mits
dien niet begrepen de gestorte bedragen, waarvan nog
geen afrekening plaats had en die tot 1 Januari 1935
110.000.bedroegen.
De in verband met een en ander in de begrooting voor
1934 te brengen wijzigingen zijp in den begrootingsstaat
aangegeven.
Vervolgens werd, zooals U bekend is, bij Raadsbesluit van
29 Mei 1933 (Ingek. Stukken n°. 109) een bedrag van
f 18.300.beschikbaar gesteld voor straataanleg c.aop
aan de gemeente in eigendom toebehoorende terreinen
gelegen ten Oosten van de Driftstraat en ten Westen van
de Zijl, waarbij werd medegedeeld, dat de administratieve
regeling met het Grondbedrijf nader zou geschieden. De
kosten van dezen straataanleg, welke hebben bedragen
15.327.98, dienen geheel ten laste van het Grondbedrijf te
worden gebracht, hetgeen thans op den begrootingsstaat is
geregeld.
Ten slotte werd op Hoofdstuk V van den kapitaaldienst
wegens verkoop van bestekken een bedrag van 36.10
ontvangen, in verband waarmede aan dat hoofdstuk een
nieuw volgnummer „Overige inkomsten" met 36.10 moet
worden toegevoegd, waartegenover volgn. 732 „Geldleening
overgebracht van Hoofdstuk XVI" met 36.10 dient te
worden verlaagd.
Wij geven U alsnu in overweging door vaststelling van
den overgelegden begrootingsstaat, model D, tot de voor
gestelde begrootingswijzigingen te besluiten.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 138. Leiden, 4 Juli 1935.
Ten behoeve van de fundeering van het nieuwe Stadhuis
is kort geleden een proefheïing van betonpalen gehouden,
ten einde het draagvermogen en de afmetingen der palen
te kunnen beoordeelen en na te gaan, in hoeverre zich
voor de omgeving, in het bijzonder voor den ouden gevel,
storende trillingen bij het heien zouden voordoen. Naar de
architect ons mededeelt, zijn de resultaten van deze proef
gunstig geweest.
Ten einde zoo spoedig mogelijk tot aanbesteding van den
onderbouw van het stadhuis te kunnen overgaan, is voor
de levering van de voor de fundeering noodige 650 beton
palen waaraan uiteraard hooge eischen dienen te worden
gesteld aan een drietal daarvoor in aanmerking komende
firma's ondershands prijsopgave gevraagd. Van de ont
vangen aanbiedingen is, zoowel wat de constructie, als wat
den prijs betreft, die van de X.V. Schokindustrie, te
Zwijndrecht, het aannemelijkst. Deze firma biedt aan de
palen te leveren voor een bedrag van 17.660.inclusief
omzetbelasting.
Met de Commissie van Fabricage zijn wij van oordeel,
dat de levering aan genoemde firma moet worden opge
dragen, weshalve wij, met verwijzing overigens naar de in
de Leeskamer neergelegde stukken, Uw Vergadering in over
weging geven te besluiten de levering van 650 betonpalen
voor de fundeering van het nieuwe stadhuis ondershands
op te dragen aan de X.V. Schokindustrie, te Zwijndrecht,
voor den prijs van 17.660.inclusief omzetbelasting,
levering franco op den wal aan de Vischmarkt alhier.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
X°. 139. Leiden, 4 Juli 1935.
Overeenkomstig ons, door Uwe Vergadering aanvaard,
voorstel ter zake van de reorganisatie van de brandweer
(Ingek. Stuk Xo. 213 van 1934) zal bij de politie-brandweer
een kern van enkele manschappen werkzaam zijn, onder
leiding van den daartoe aangewezen inspecteur van politie.
Deze kern zal o.m. het politiepersoneel, voor zoover dit
bij de brandweer zal worden betrokken, voor zijn nieuwe
functie moeten bekwamen.
De Commissaris van Politie, voorgelicht door den inmid
dels in dienst getreden inspecteur, die meer in het bijzonder
met de brandweer is belast, acht thans het tijdstip gekomen
om tot samenstelling van de kern over te gaan, opdat het
daarvoor in aanmerking komende politiepersoneel voor zijn
nieuwe taak kan worden voorbereid. De Commissie, die
ons met betrekking tot de reorganisatie van advies diende,
heeft als hare meening te kennen gegeven, dat de kern
door vier hoofdagenten dient te worden gevormd.
De Commissaris van Politie is echter van oordeel, dat
met aanstelling van een drietal manschappen voorloopig
kan worden volstaan.
Onder opmerking dat de Burgemeester zich met het
gevoelen van den Commissaris van Politie geheel vereenigt,
geven wij U alsnu in overweging machtiging te verleenen
tot aanstelling van een drietal hoofdagenten van politie.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. GROEN ZOON.