88 stukken, geven wij Uw Vergadering in overeenstemming met het advies van de Commissie van Fabricage, mitsdien in overweging met ingang van een nader door ons College te bepalen datum aan het Genootschap „Ars Aemula Naturae" te Leiden, tegen een jaarlijkschen huurprijs van/50.tot wederopzeggens, doch uiterlijk tot 1 Mei 1946, te verhuren het benedenvoorlokaal van het voormalige schoolgebouw aan de Pieterskerkgracht No. 9 en verder onder de over gelegde voorwaarden. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 1115. Leiden, 24 Juni 1935. De heeren D. en H. W. A. van Blessen hebben aan de gemeente te koop aangeboden het op de overgelegde kaart met roode kleur aangegeven perceel grond aan den nieuwen rijksstraatweg onder de gemeente Oegstgeest, sectie B, No. 1940, groot 5195 M2., voor 1.60 per M2. of in totaal voor 8.312.—. Met de Commissie van Beheer over de gestichten Endegeest, Voorgeest en Bhijngeest achten wij den aankoop van dit in het gestichtsterrein diep inspringende perceel zeer ge- wenscht. Niet slechts ter afronding van het gestichtsterrein echter dient tot dezen aankoop te worden overgegaan, het is ook in overeenstemming met het resultaat van het met de hoogere autoriteiten gepleegde overleg inzake het uit breidingsplan van Oegstgeest ter plaatse, dat de gemeente den grond in eigendom tracht te verkrijgen. Aangezien voorts de prijs aannemelijk is, geven wij Uw Vergadering, tevens in overeenstemming met het gevoelen van de Commissie van Fabricage, mitsdien in overweging: a. te besluiten van D. van Biessen, te Katwijk en H. W. A. van Biessen, te Leiden, aan te koopen het perceel grond, kadastraal bekend gemeente Oegstgeest, sectie B, No. 1940, groot 5195 M2., voor 1.60 per M2.; b. te besluiten den sub a bedoelden grond in te brengen bij de gestichten Endegeest, Voorgeest en Bhijngeest voor de koopsom, vermeerderd met de op den aankoop vallende kosten c. door vaststelling van de overgelegde staten tot wijziging van de gemeentebegrooting en de bedrijfsbegrooting, beide dienst 1935, aan de gestichten Endegeest, Voorgeest en Bhijn geest ten behoeve van den sub a genoemden grondaankoop een uit geldleening te vinden kapitaal te verstrekken van ten hoogste 8625.af te lossen in 40-jaarlijksche ter mijnen, aanvangende met het jaar 1936. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 119. Leiden, 24 Juni 1935. Eenigen tijd geleden werd door een automobiel, bestuurd door J. A. van der Voort, wonende te Stomp wijk, een leuning van de aan de gemeente toebehoorende Kippenbrug aangereden, waardoor schade ontstond, waarvan de her stellingskosten op 32.32 zijn gesteld. Aangezien genoemde van der Voort voor deze schade aansprakelijk is te stellen en hij haar, ondanks daartoe aangewende pogingen, tot dusverre niet heeft vergoed, zal dit bedrag langs gerechtelijken weg moeten worden ingevorderd. Met verwijzing naar het advies van den rechtsgeleerden raadsman der gemeente, hetwelk met de overige op deze zaak betrekking hebbende stukken in de Leeskamer is neergelegd, geven wij Uwe Vergadering mitsdien in over weging te besluiten tot het instellen van een rechtsvordering tegen J. A. van der Voort, te Stomp wijk, strekkende tot vergoeding aan de gemeente van de schade, haar door de bovenbedoelde aanrijding veroorzaakt. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 120. Leiden, 24 Juni 1935. Eenigen tijd geleden werd een gaslantaarn, staande op de Bijn- en Schiekade nabij den Haagweg, aangereden door een vrachtauto, bestuurd door en in eigendom toebehoorende aan K. van den Nieuwendijk, expediteur te Voorschoten. Aangezien voornoemde van den Nieuwendijk voor de daar door aangerichte schade, in totaal 53.29 bedragende, aan sprakelijk is te stellen en het, ondanks daa1 toe aangewende pogingen, tot dusverre niet is mogen gelukken deze vordering voldaan te krijgen, zal dit bedrag thans langs jjrerechtelijken weg moeten worden ingevorderd. Met overlegging van het advies ter zake van den rechts geleerden raadsman der gemeente en onder verwijzing naar de verdere op deze aangelegenheid betrekking hebbende, in de Leeskamer tér visie gelegde stukken, geven wij Uwe Vergadering mitsdien in overweging te besluiten tot het instellen van een rechtsvordering zoowel in eersten aan leg als, zoo noodig, in hooger beroep tegen K. van den Nieuwendijk te Voorschoten, strekkende tot vergoeding aan de gemeente van de schade, haar door bovenbedoelde aan rijding veroorzaakt. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 121. Leiden, 24 Juni 1935. Het is ons gebleken, dat er voor bouwvakarbeiders mogelijkheid bestaat emplooi te vinden in Zuid-Afrika. Ten einde in dat land te kunnen worden toegelaten, moeten de aspirant-emigranten een waarborgsom storten van 100.thans vertegenwoordigende een waarde van 700.tenzij een solide borg voor betaling van dat bedrag wordt gesteld. De borg wordt alleen aangesproken, indien de betrokken emigrant binnen twee jaar, nadat hij zich in Zuid-Afrika heeft gevestigd, moet worden ondersteund. Hoewel wij verwachten, dat emigratie van werkloozen in deze gemeente naar Zuid-Afrika tot een enkel geval zal blijven beperkt, meenen wij toch dat er aanleiding is om rekening te houden met de mogelijkheid, dat een beroep op de gemeente wordt gedaan om zich hetzij geheel of gedeeltelijk voor het vereischte bedrag garant te stellen. Naar onze meening zal er in gevallen, waarin de ante cedenten van den betrokkene in redelijke mate de ver wachting wettigen, dat hij in Zuid-Afrika er in zal slagen, voor zich en/of zijn gezin het onderhoud te verdienen en ook overigens aan de door ons College te stellen voor waarden wordt voldaan, aanleiding kunnen bestaan om in dien zin medewerking te verleenen. Met het oog hierop geven wij Uwe Vergadering in over weging ons te machtigen in enkele voorkomende gevallen medewerking te verleenen aan emigratie van daarvoor in aanmerking komende werklooze inwoners naar Zuid-Afrika. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 122. Leiden, 24 Juni 1935. Onder mededeeling, dat wij ons met het hieronder afge drukte voorstel van de Commissie van Beheer over de ge stichten Endegeest, Voorgeest en Bhijngeest kunnen ver eenigen, geven wij, met verwijzing naar den inhoud van de missive dier Commissie, Uwe Vergadering alsnu in overweging over te gaan tot vaststelling van de navolgende verordening: VERORDENIN G, tot wijziging van de verordening van 15 Augustus 1932 Ge meenteblad No. 23), houdende regeling, als bedoeld in art. 21, derde lid, der Ziektewet, voor het inwonend personeel der gestichten EndegeestVoorgeest en „Rhijngeesf, voor zoover op grond van het Koninklijk besluit van 11 October 1929 (Staatsblad No. 456) van de verplichte verzekering, geregeld, in de Ziektewet, niet uit gezonderd. Artikel I. In het intitulé van bovengenoemde verordening wordt in plaats van „art. 21, derde lid, der Ziektewet, voor het in wonend personeel der gestichten „Endegeest", „Voorgeest" en „Bhijngeest", voor zoover op grond van het Koninklijk besluit van 11 October 1929 (Staatsblad No. 456) van de verplichte verzekering, geregeld in de Ziektewet, niet uit gezonderd" gelezen: „art. 25, tweede lid sub 2°, der Ziektewet, voor het in wonend personeel der gestichten „Endegeest", Voorgeest" en „Bhijngeest", voor zoover dit niet is ambtenaar in den zin van artikel 1 der Ambtenarenwet 1929".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1935 | | pagina 2