GEMEENTERAAD VAN LEIDEN. 81 HKtEKWHES STUKKEN. N°. 109. Leiden, 21 Juni 1935. De uitgaven van pensionneering, verzekering tegen onge vallen, invaliditeit en ziekte van de gemeente-ambtenaren en werklieden, welke voor 1934 in totaal waren geraamd op 702.170.hebben bedragen 702.141.81 of 28.19 minder. De ontvangsten, in totaal geraamd op 403.784.hebben bedragen 416.229.17 of 12.445.17 meer. De over 1934 ten laste van de gemeente gekomen pensioen en verzekeringskosten hebben derhalve ƒ28.19 ƒ12.445.17 12.473.36 minder bedragen dan geraamd was. Ingevolge de begrootingsvoorschriften moeten de boven staande kosten, alsmede de daartegenover staande ont vangsten, nadat zij op de daarvoor bestemde verzamelposten zijn geraamd, over de verschillende hoofdstukken en para grafen der begrooting worden verdeeld. In verband hiermede treft U hieronder een overzicht aan van de voor pensionneering en verzekering op de ver schillende verzamelposten geraamde en uitgegeven of ont vangen bedragen met vermelding of de uitgaven en ont vangsten meer of minder hebben bedragen dan geraamd was. Bovendien vindt U aan het slot van den hierbij gaanden begrootingsstaat, model D, de bij de verschillende verzamel posten behoorende verdeelingsstaten, waarin de op de diverse hoofdstukken en paragrafen der gemeentebegrooting ter zake gedane uitgaven en ontvangsten zijn aangegeven. 487.27 Uitgaven. Volgn. 239. Verzekering tegen on gevallen en invaliditeit De uitgaven terzake, geraamd op 9.250.bedragen 9.737.27. (Zie den verdeelingsstaat be hoorende bij volgn. 239.) Volgn. 240. Premiën ingevolge de Ziektewet De premiën, geraamd op 10.000.bedragen 8.825.45. (Zie den verdeelingsstaat be hoorende bij volgn. 240.) Volgn. 241. Wachtgelden 5.069.75 De uitgaven, geraamd op 7.320.bedragen 12.389.75. De op wachtgeldstelling van twee keurmeesters van den Keu ringsdienst van Waren heeft de overschrijding veroorzaakt. De uit gaaf terzake is van genoemden dienst terugontvangen en verant woord op volgn. 14. (Zie den verdeelingsstaat be hoorende bij volgn. 241.) Volgn. 242. Uitkeeringen als be doeld in artikel 6 der verordening, regelende het verleenen van wacht geld aan gemeenteambtenaren De uitgaven, geraamd op 788.bedragen 787.37. (Zie den verdeelingsstaat be hoorende bij volgn. 242.) Volgn. 243. Pensioenen11.131.02 De uitgaven, geraamd op 220.882.bedragen 232.013.02. De hoogere uitgaaf is gedeeltelijk van de bedrijven terugontvangen en verantwoord op volgn. 14. (Zie den verdeelingsstaat be hoorende bij volgn. 243.) Volgn. 244. Bijdragen voor eigen en weduwen en weezenpensioen in gevolge art. 36 der Pensioenwet 1922. De uitgaven, geraamd op 436.280.bedragen 426.390.09. (Zie den verdeelingsstaat be hoorende bij volgn. 244.) Volgn. 246. Bijdragen voor in koop van diensttijd voor pensioen ingevolge de artt. 41, 42a en 135 der Pensioenwet 1922 De uitgaven, geraamd op 15.250.bedragen 10.883.77. (Zie den verdeelingsstaat be hoorende bij volgn. 246.) 1.174.55 0.63 9.889.91 4.366.23 Volgn. 247. Overige uitgaven ter zake van de pensionneering van ambtenaren De uitgaven, geraamd op 2.400.bedragen 1.115.09. (Zie den verdeelingsstaat be hoorende bij volgn. 247.) 16.688.04 Ontvangsten. Volgn. 10a. Verhaal van premiën ingevolge de Ziektewet (nieuw volg nummer) De ontvangst ter zake bedraagt 1.890.13. Bij de vaststelling van de ge meentebegrooting werd besloten tot verhaal tot het bij de Ziektewet toegelaten maximum. (Zie den verdeelingsstaat be hoorende bij volgn. 10a.) Volgn. 11. Verhaal van bijdragen voor eigen- en weduwen- en weezen pensioen, ingevolge art. 36 der Pen sioenwet 1922 De ontvangst, geraamd op 140.015.—, bedraagt 146.703.30. Zie den verdeelingsstaat be hoorende bij volgn. 11. Volgn. 13. Verhaal van bijdragen voor inkoop van pensioen ingevolge de artt. 42 en 137 der Pensioen wet 1922 De ontvangst, geraamd op 2.150.bedraagt 1.946.84. Zie den verdeelingsstaat be hoorende bij volgn. 13. Volgn. 14. Vergoeding van de be drijven in de kosten van verzeke ring, pensionneering enz. van ambtenaren en beambten. (Zie hoofdstuk II der uitgaven, volgnrs. 240,241,243,244,246 en 247.). De ontvangsten, geraamd op 253.593.—, bedragen 258.165.64 Zie de toelichting bij de volgnrs. 241 en 243 der uitgaven. (Zie den verdeelingsstaat be hoorende bij volgn. 14. Volgn. 15. Vergoeding van de ge meentelijke instellingen in de kosten van verzekering, pensionneering enz. van de ambtenaren en beambten. (Zie Hoofdstuk II der uitgaven, volgnrs. 240, 241 en 244 De ontvangsten, geraamd op 4.276.bedragen 6.102.81. (Zie den verdeelingsstaat be hoorende bij volgn. 15. Volgn. 16. Overige ontvangsten terzake van de pensionneering van ambtenaren De ontvangsten, geraamd op 3.750.bedragen 1.420.45. Zie den verdeelingsstaat be hoorende bij volgn. 16. 1.890.13 6.688.30 4.572.64 I 1.284.91 16.716.23 203.16 1.826.81 14.977.88 2.329.55 2.532.71 Zooals hierboven reeds werd medegedeeld, hebben de uitgaven 28.19 16.716.23 16.688.04) minder bedragen dan. geraamd was, terwijl de ontvangsten de raming met ƒ12.445.17 (ƒ14.977.88 ƒ2.532.71) hebben overtroffen. Het voordeelig verschil ad 12.473.36 28.1912.445.17) kan worden bestemd tot verhooging van volgn. 718 „Onvoor ziene Uitgaven", waardoor de nog op dien post beschikbare som van ƒ363.10 zal worden gebracht op ƒ12.836.46. Wij geven U alsnu in overweging te besluiten tot vast stelling van den overgelegden begrootingsstaat, model D, waarin de wijzigingen, die de verschillende volgnummers moeten ondergaan, zijn aangegeven. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Meer. Minder. Meer. Meer. Minder. Minder.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1935 | | pagina 1