MAANDAG
27 MEI 1935.
183
Eervol ontslag onderwijzer; e. a.
(van Stralen.)
III. Pracadvics op het verzoek van J. Jurjaanz om ontslag
uit zijn betrekking van onderwijzer aan de Centrale School
voor het 7e en 11e leerjaar. (89)
IV. Rekening, dienst 1934, van de Plaatselijke School
commissie. (90)
V. Begrooting, dienst 1935, van de Plaatselijke School
commissie. (90)
VI. Voorstel tot verhuring van een lokaal in de voormalige
bewaarschool aan de Groenesteeg aan de Christelijke Muziek
vereniging „Athalia". (91)
VII. Voorstel tot verhuring Van een lokaal in de voormalige
bewaarschool aan de Groenesteeg aan den Leidschen Christc-
lijken Besturenbond. (91)
VIII. Voorstel tot verhuring van de garage met bovenwoning
aan de Langehrug no. 99 aan W. A. Blom. (92)
IX. Voorstel tot verkoop van een gedeelte bouwterrein,
gelegen aan de P. J. Blokstraat, kad. hekend Gemeente Leiden,
Sectie M No. 5095 (ged.), aan Gebrs. A. en N. Mol te Leiderdorp.
(93)
X. oorstel tot verkoop van het huis, tuin en erf „Zuiderzicht"
gelegen aan den Lammenschans weg, hoek Bloemistenlaan,
kad. hekend Gemeente Leiden, Sectie M. No. 4948, aan J. W.
Rcijnevehl q.q. (94)
XI. Voorstel tot aankoop van cenige strooken grond en
water, gelegen ten oosten van den Lammenschansweg, kad.
bekend Gemeente Leiden, Sectie M No. 4577 (ged.), toebe-
hoorende aan de Maatschappij tot Exploitatie van Tramwegen
te Haarlem. (95)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming
achtereenvolgens overeenkomstig de voorstellen III tot en
met XI besloten.
(Mevrouw de Cler nam aan de stemming over het voorstel
vervat in agendapunt IV geen deel.)
XII. Voorstel tot nadere vaststelling van het bedrag, dat
voor het jaar 1935 ter beschikking van het Crisis-Comité-
Leiden, Afd. B, wordt gesteld voor het verleenen van aan
vullenden steun aan ondersteunde werkloozen en tot vast
stelling van den desbetrcffenden begrootingsstaat. (96)
De heer van Stralen zegt, dat door verschillende omstandig
heden er niets van gekomen is, dat het extra-bedrag, door
de Regeering beschikbaar gesteld voor aanvullende hulp, is
uitgekeerd in de winterperiode 1934/1935, zooals de bedoeling
was, zoodat het Crisis-Comité bij den aanvang van 1935
niet was ingelicht omtrent het bedrag, dat voor Leiden
extra voor dezen aanvullenden steun beschikbaar was
eerst einde Maart werd bekend, dat voor het Crisis-Comité
te Leiden beschikbaar zou zijn 10.per ingeschreven
werklooze, in totaal ruim 33.000.Op de begrooting
voor 1935 stond uitgetrokken ruim 14.000.waarvan de
helft voor rekening van de gemeente en de andere helft
voor rekening van het Rijk zou komen. Na de mededeeling
van den Minister, dat 2 millioen extra beschikbaar was
voor den winter 1934/1935, is getracht de verstrekking door
het Crisis-Comité in het eerste halfjaar van 1935 ruimer te
doen zijn dan volgens de begrootingcijfers mogelijk was.
Gewoonlijk wordt het beschikbare bedrag uitgekeerd in 2
termijnen, de helft in het voorjaar en de andere helft in het
najaar. Het Crisis-Comité wilde daarop echter niet ingaan
en stelde beschikbaar de helft van het bedrag, dat op de
begrooting stond; het hield geen rekening met het extra
beschikbaar komende bedrag. Zoodoende is in Januari 1935
slechts voor van de werklooze arbeiders aanvullende steun
beschikbaar gesteld. Intusschen is bekend geworden, welk
bedrag Leiden extra krijgt en is opnieuw getracht een deel
daarvan uit te keeren in deze periode, zoodat de helft van
het totale bedrag in het eerste halfjaar zou worden uitgegeven
en de andere helft zou worden bewaard tot September. Dan
zou voor het eerste halfjaar beschikbaar zijn geweest
16.500.het Crisis-Comité heeft dat niet gedaan en heeft
totnutoe uitgekeerd ruim 9.000.en wil het resteerende
bedrag van 24.000.in kas houden tot het najaar, om
dan een uitkeering te doen aan de werkloozen, die daarvoor
in aanmerking komen.
Spreker heeft daartegen bezwaar en maakt van deze
gelegenheid gebruik om er bij het College en ook bij het
Aanvullende slcun-Crisis-Comité, Afd. B.
(van Stralen c.a.)
Comité op aan te dringen, niet het geheele bedrag op te
potten, maar daarvan nu een gedeelte uit te geven.
Door den heersehenden nood is de behoefte aan aan
vullenden steun buitengewoon groot en daarom is het ver
keerd het geld, dat men wel heeft, niet ter beschikking te
stellen. Yele werkloozen, die langer dan 1 jaar zonder arbeid
zijn geweest, zijn bij de eerste verstrekking van den aan
vullenden steun in de maand Januari niet in aanmerking
gekomen en daarom is het niet goed tot September te wachten.
Spreker verzoekt het College te willen toezeggen, bij het
Comité B te zullen aandringen op de uitkeering van ten
minste de helft van het bedrag, dat beschikbaar is (ƒ33.000.
Bij de behandeling van de gemeente-begrooting voor
1935 heeft spreker er op gewezen, dat aan de leden van
2 bepaalde organisaties het indienen van verzoekschriften
om aanvullenden steun niet is toegestaan. De besturen van
deze organisaties hadden de formulieren, welke zij van het
Crisis-Comité voor hun leden hadden ontvangen, terug
gestuurd, omdat zij geen kans zagen het zeer beperkte aantal
formulieren onder de vele leden, die reeds langen tijd werkloos
waren, op billijke wijze te verdeelen. De besturen hebben
het Crisis-Comité tegelijkertijd verzocht een grooter aantal
formulieren te zenden, waardoor voor hen de moeilijkheid
zou zijn weggenomen. Het Crisis-Comité heeft aan dit verzoek
niet voldaan. Nu het Comité niet toestaat, dat leden van
organisaties persoonlijk een verzoek om aanvullenden steun
indienen, is een aantal leden van bedoelde organisaties van
het een en ander de dupe geworden.
Spreker dringt er bij het College en het Comité op aan,
deze uitsluiting niet langer te laten bestaan. Het is niet te
verdedigen, dat een gedeelte van de Leidsche werklooze
arbeiders van den aanvullenden steun wordt uitgeschakeld.
De heer Romijn is het met den Voorzitter eens, dat deze
punten wel onvoorbereid ter tafel komen en dat het voor
den Raad moeilijk zal zijn, daarover een oordeel te vormen.
Men moet in deze zaak wel thuis zijn, om de waarde van het
betoog en van het verzoek van den heer van Stralen te
kunnen onderkennen.
De beslissingen van het Crisis-Comité te dezer zake zijn
genomen met op één na algemeene stemmen en niet maar
eens even terloops, in een vergadering, maar nadat over
die twee punten tot twee- en driemaal toe vergaderd is.
Het Crisis-Comité heeft deze zaken ampel en breed onder
zocht. Ook het standpunt van den heer van Stralen is daar
verdedigd, maar het Crisis-Comité is in allergrootste meerder
heid daarvan afgeweken. Tegen uitkeering voor het loopende
halfjaar van de helft van het beschikbaar gestelde bedrag
heeft het Comité bezwaar, omdat de behoeften van de
gezinnen in het algemeen tegen den winter het grootst zijn
en omdat dat geld speciaal voor winterverstrekking, nl.
van extra kleeding, dekking en schoeisel, bestemd is. Ver
strekking van extra kleeding en vooral van extra-dekking
in de warme periode komt niet te pas. Het Crisis-Comité
wilde in de gelegenheid zijn, in het najaar wat behoorlijker
en wat meer te geven; het wilde daarom wachten tot het
aanbreken van den herfst, zoodat het voor het winterseizoen
in ruimer mate kon helpen dan anders het geval zou zijn.
Bovendien zou bij deze methode het Crisis-Comité in staat
zijn in het najaar van 1935 aan iedere aanvrage te voldoen;
dit is uiteraard een zeer groot voordeel; men kan dan een
veel ruimeren kring van menschen helpen. Ook wordt het
Crisis-Comité dan ontlast van de controverse, die er bij een
gedeeltelijke verstrekking zich altijd voordoet, nl. de quaestie
van de afwijzingen.
Het Crisis-Comité heeft gezegd: de penningmeesters
van de verschillende bonden kennen hun menschen het
beste en men mag, waar dat Crisis-Comité B gebaseerd
is op de medewerking van die bonden, in deze aan de
penningmeesters voorlichting vragen en hun de selectie
opdragen, hoewel wij erkennen, dat dit een groot be
zwaar voor hen is en dat zij de verantwoordelijkheid voor
afwijzing en toewijzing op zich moesten nemen; het Comité
achtte dat evenwel de beste werkwijze.
Dit systeem is met voldoening en met resultaat door het
Crisis-Comité gevolgd, al is door enkele moderne organisaties
daaraan niet meegewerkt; die achtten dat principieel onjuist
en stonden op het standpunt: niet wij als penningmeester,
maar het Crisis-Comité, heeft de verantwoordelijkheid te
dragen; wij eischen formulieren voor al onze leden; die zullen
wij inzenden en dan moet het Crisis-Comité maar uitzoeken,
of ze toegewezen moeten worden. Die zaak is ampel en
breed in het Crisis-Comité besproken en den bonden, die op
dat standpunt stonden, is meermalen gelegenheid gegeven
terug te komen op hun onjuiste opvatting en alsnog mede
te werken, maar zij hebben dat geweigerd en nu wil de heer