MAANDAG 27 MEI 1935.
191
Verordening op de heffing van belasting op tooneelver-
(Goslinga e.a.) tooningen enz.
aan haar verzoek om belastingverlaging niet werd voldaan,
eenige groote ondernemingen niet op het Lunapark zouden
verschijnen, waardoor dit, al werd het dan toch nog gehouden,
een groot fiasco zou worden en de Commissie verschillende
baten voor de organisatie van de lustrumfeesten zou moeten
missen. De organisatie van lustrumfeesten is geen winstge
vend bedrijf; daaraan wordt geen geld verdiend, daar moet
geld bij. De Lustrum-commissie, een groot verlies ziende
dreigen, is bij het College gekomen met de vraag: is daaraan
nu niets te doen. De heer Wilbrink zegthet College is direct
gekomen met dit voorstel. Als het College daarmee nu niet
komt, geeft het niet meer; men kan er niet meer in Augustus
mee komen; men moet het nu doen of men moet het niet
doen. Namens het College moet spreker beslist tegenspreken,
dat het de bedoeling is minder geld in kas te krijgen; bij ver
werping van dit voorstel komt er ongetwijfeld minder geld
in kas dan bij aanneming. Men kan zeggendaar geef ik niet
om, maar men moet het niet voorstellen alsof dit een speciale
belastingverlaging is, waardoor eenigermate tegemoetge-
treden wordt aan de Lustrum-Commissie, waardoor deze meer
geld in kas krijgt; neen, bij aanneming van dit voorstel zal
die Lustrum-Commissie een bate hebben uit dit feest, die zij
anders niet heeft.
De heer Wilbrink vraagt, wat de lustrum-commissie be
taalt voor het gebruik van het Schuttersveld. De gemeente
heeft dit om niet aan die commissie afgestaan, maar dit is
slechts een zeer klein deel, want het overige gedeelte heeft de
commissie moeten huren van de firma Dieben, die dit in huur
heeft; spreker weet niet den prijs daarvan. Wat de commissie
van de gemeente heeft gekregen, het parkeerterrein, is zeer
gering. Bij aanneming van dit voorstel zal de Lustrum-Commis
sie aan standplaatsen en inschrijvingsgelden 4.00Ó.
ontvangen. Maar wamieer de verordening niet gewijzigd
wordt, zal aan belasting moeten betaald worden een vaste
last van 2.000.dat wil zeggen, zonder entrée's. De heer
Lombert zegt nu „dat is er maar één", maar dat is de voor
naamste; daarmee staat of valt de zaak. Yan de andere
kramen krijgt men geen belasting; het gaat om de zaken, die
belasting opbrengen. Dan gaat het eenvoudig niet door; dat
is spreker pertinent verzekerd. Wil de Baad dit niet, hij is
volmaakt vrij, maar dan moet hij goed weten, dat hij de plan
nen van de Lustrum-Commissie op dit punt en op andere punten
in de war stuurtook de optocht moet gedeeltelijk gefinan
cierd worden uit de opbrengst van deze kermis. Deze belasting
verlaging, deze correctie, waardoor voor een kermis van 5
dagen 2 maal een volle 3 Octoberdag betaald moet worden,
|s, gezien in het licht van de totstandkoming van deze veror
dening in 1932, niet onredelijk, omdat een 5-daagsch feest
niet geüjkgesteld kan worden met een feest van 5 maal 1 dag.
Deze wijziging is ontleend aan de verordening van 's-Graven-
hage. Dat men er niet voor zou gevoelen, er worden wel meer
zaken gedaan door een gemeentebestuur, waarvoor men
persoonlijk niet gevoelt. De Baad zit hier om de zaken van
de gemeente te behartigen. Billijk is billijkdoor de belasting
te handhaven op 5 maal het bedrag voor 1 dag, begaat men
een onbillijkheid, hetgeen zeker tot groote ontstemming
in wijde kringen van de burgerij aanleiding zou geven.
Hetgeen de heer Manders heeft gezegd over de andere
bepalingen van de verordening is niet juist. De wijze, waarop
charitatieve vereenigingen en feesten van vereenigingen
in de verordening geregeld zijn, is zeer behoorlijk en zeer
goed. Alles wat op dit gebied gebeurd is, is op een lijst geplaatst
en dit heeft de commissie geen aanleiding gegeven tot wijzi
ging van de verordening. Wanneer het niets opbrengt, zooals
de heer Manders nu zegt, moet de vereeniging belasting be
talen.
De heer Wilbrink kan niet zeggen, dat het antwoord van
den Wethouder op zijn vragen voor hem overtuigend is
geweest. De huur, die de Lustrum-Commissie voor het ge
bruik van het Schuttersveld aan de firma Dieben moet
betalen, zal wel niet zoo heel groot zijn, omdat anders de
gemeente het Schuttersveld beter niet in pacht kon geven
aan de firma Dieben, maar beter zelf de exploitatie ter hand
kon nemen. Wanneer de firma Dieben de 3 October-vereeni-
ging zou willen uitbuiten, omdat deze het Schuttersveld nu
eenmaal elk jaar noodig heeft, dan zou de gemeente deze
vereeniging de hand wel boven het hoofd houden en de
gemeente zou zeker ook de Lustrum-Commissie de hand
boven het hoofd houden, indien de pachter de Commissie
zou uitbuiten, omdat die het Schuttersveld nu eenmaal ook
noodig heeft.
Er zijn hier bedragen genoemd, die in vergelijking met
wat dikwijls voor standplaatsen wordt gegeven, zeker niet
hoog zijn. Het gewone tarief der belasting bedraagt 5.
per 25 M2., dus 40.per dag voor een oppervlakte van
Verordening op de heffing van belasting op tooneelver-
(Vlilbrink e.a.) tooningen enz.
200 M2. Daarop kan men heel wat plaatsen. De inschrijvings
sommen gaan daar belangrijk boven.
Op het oogenblik is het niet van de zijde van het College
ontkend. Uit de duidelijke verklaring van het College, dat
het Lunapark wordt georganiseerd, opdat het flinke baten
voor de kas van de Lustrum-Commissie zal opleveren, blijkt,
dat het al of niet doorgaan van het feest niet afhangt van
de vraag, of de belasting al of niet wordt verlaagd, maar
dat alles neerkomt op de vraag, of de baten voor de Lustrum-
Commissie iets grooter of kleiner zullen zijn. De opmerking
van den Wethouder, dat de inkomsten voor de gemeente
ook lager zullen zijn, wanneer het voorstel niet wordt aan
vaard, is niet juist, omdat de Lustrum-Commissie beter een
hippodroom, of wat dan ook, kan laten plaatsen, al verdient
zij er eenige honderden guldens mee, dan dat zij daartoe
niet laat overgaan. Men kan niet verwachten, dat zij een
winst van 2.000.zal laten schieten, omdat zij geen winst
van 4.000.kan maken. Hiermede valt het geheele betoog
van den Wethouder over de mindere baten voor de gemeente
bij verwerping van het voorstel.
Is het voor het gemeentebestuur verantwoord een belasting
verlaging in dezen vorm voor die zaak toe te passen?
Spreker heeft reeds bij een vorige gelegenheid de principieele
zijde van het houden van een kermis door de Lustrum-
Commissie besproken, zoodat zijn opvattingen daarvan
bekend zijn. Men zou eerbied kunnen hebben voor de ge
dachte, dat de studenten toenadering tot de burgerij zoeken,
het gevoel van eenheid willen versterken en daarom een
feest organiseeren. Men mag verwachten, dat het vormen
van een band tusschen de intellectueelen, die straks de
leidende personen in het maatschappelijke leven zullen worden,
en het overige gedeelte van de bevolking tot gevolg zal hebben,
dat het volk in zijn geheel op een hooger peil komt te staan.
Men weet nu echter niet beter te doen dan voor enkele dagen
het instituut te herstellen, dat men 20 jaar geleden heeft
afgeschaft; men wilde geen kermis meer toestaan in verband
met de banaliteiten en de zedenverwilderende invloeden,
die daarvan uitgingen. Men tracht het nu bovendien zoo
te doen, dat het volk, indien het aan de festiviteiten deel
neemt, een belasting betaalt aan de Lustrum-Commissie.
Het is nog tot daaraan toe, indien een volk feest viert
en daarbij belasting betaalt ten bate van de gemeenschap:
in het algemeen viert men geen feest van zijn tekorten.
Waar de overheid nu eenmaal allerlei belastingen heeft
ingevoerd, die verband houden met het gebruik, is het zeer
goed te verstaan, dat de gemeenschap in dien zin van de
feesten profiteert, dat daarmede ook haar belangen worden
gediend.
Het gemeentebestuur van Leiden is nu bereid aan het
plaats hebben van het feest zijn medewerking te verleenen
en daarom voor te stellen de belasting te verlagen, waarbij
het rekent op het maken van meer winst, al zou het princi
pieel tegen deze wijze van feestvieren zijn.
In welke andere gevallen is het gemeentebestuur bereid
iemand in de betaling van belasting te gemoet te komen,
indien zijn winst te klein is?
Ook aan de gebruikers van de openbare straat en de
openbare wateren wordt niet gevraagd, of zij van het gebruik
voordeel of nadeel hebben.
Een vergelijking met Den Haag gaat in dezen niet op.
Indien het geen speciale belasting voor een bepaald doel en
een bepaalde groep van personen betrof, maar b.v. het aantal
opcenten op de gemeentefondsbelasting, zou men niet zeggen
als Den Haag met 60 opcenten kan volstaan, moet Leiden
het ook kunnen.
Indien het ging over vermakelijkheden, die voor de be
volking ontwikkelend waren, die haar niet naar beneden
haalden en waarbij men niet speculeerde op de dierlijke
instincten van den mensch, zou spreker het College gaarne
tegemoet komen. Spreker dankt er voor zijn medewerking
te verleenen aan een verlaging van de belasting, nu men
speculeert op de lagere instincten van den mensch.
De heer Bergers behoort niet tot de fanatici, die alles tot
het uiterste willen drijven en kan zich dan ook niet ver
eenigen met het betoog van den heer Wilbrink, die over
„zedenverwildering" sprak. Op de kermis drinkt men mis
schien een glaasje bier of gebruikt men een borrel en doet
men misschien iets, dat men anders niet zoo openüjk zou
doen. Men ziet echter alles openlijk en daarom is dit niet
het ergste. De toeneming van de zedenverwildering in ver
gelijking met wat 30, 40 jaar geleden geschiedde, is thans
veel erger.Wat betreft de Lustrum-Commissie, deze zal hiervan
profiteered, maar ook de middenstand, snorders, tram- en
spoorwegeniedereen profiteert hiervan. Het geld moet rollen.
Wie het heeft moet het laten rollen. Wat betreft de minder