68 435.21 518.72 beschikbaar gestelde som van 10.000.met f 4.595.63. De belangrijke overschrijding van dezen post is in hoofdzaak een gevolg van de omstandig heid, dat de kosten van het drukken der ver slagen van de in December 1933 gehouden 4 raadsvergaderingen, waarvan 3 met middag en avondzitting, welke in verband met de be handelde onderwerpen (Baadhuisbouw, ge neeskundige armenverzorging, Bijkssteunrege- ling, enz.) bovendien zeer omvangrijk waren, ten laste van den dienst 1934 zijn gekomen. Voorts werden in 1934 aan Ingekomen Stukken ongeveer 70 pagina's druks meer ge leverd dan in 1933, terwijl ten slotte de omzet belasting eene niet-voorziene uitgaaf van 4- 450.tengevolge had. Vólgn. 237. Zegels28.10 De uitgaven ter zake, geraamd op 40. bedragen 68.10. Volgn. 257. Straatbelasting14.28 Deze belasting vereischt op Hoofdstuk II eene uitgaaf van 14.28. De post was voor „memorie" uitgetrokken. Volgn. 261a. Kosten van het ontwerpen van een uitbreidingsplan der gemeente (nieuw volg nummer) De kosten van teekenwerk e.d. ten behoeve van bovengenoemd plan vereischten op den dienst 1934 eene uitgaaf van 435.21. Volgn. 262a. Couponbelasting De uitgaven ter zake, geraamd op 9.406. bedragen 9.924.72. Zie de verhooging van volgn. 20a der ont vangsten, „Verhaal van betaalde couponbe lasting" met eveneens 518.72. Volgn. 271. Bewaring van gearresteerden 70.30 De uitgaven, geraamd op 250.bedragen 320.30. De terugontvangst van het Bijk van de kosten van voeding van in bewaring gestelde personen bedraagt 268.85 of 68.85 meer dan geraamd is. Zie de verhooging van volgn. 22 der ont vangsten met 68.85. Volgn. 272. Reisgeld voor passanten en overige uitgaven der politie3.000. De aanschaffing en plaatsing van verkeers borden en kenteekens in verband met de wijzi ging van het Motor- en Bijwielreglement ver- eischen een noodzakelijke uitgaaf van i 3.000.waarvoor uiteraard geene gelden op de begrooting waren uitgetrokken. Volgn. 272a. Gratificatiën aan gemeente ambtenaren bij gelegenheid van hun 25-jarigen, 40-jarigen of 50-jarigen diensttijd25. Voor de uitkeering van bovenbedoelde grati ficatiën is op volgn. 261 een bedrag van 200. uitgetrokken. De uitgaven hebben over 1934 125.be dragen, waarvan behoort te worden verant woord op Hoofdstuk II 75.op Hoofdstuk III 25.en op Hoofdstuk VI 25.Volgn. 261, waarop een uitgaaf van 75.is ver antwoord kan derhalve met 125.worden verlaagd. Volgn. 276. Onderhoud van brandweerkazer nen en brandspuithuizen97.25 De kosten van onderhoud, geraamd op 175.vereischten een uitgaaf van 226.59, d. i. 51.59 meer, die van verlichting en ver warming, geraamd op 650.hebben be dragen 695.66, d. i. 45.66 meer. Bene aanvulling van den post met 97.25 in totaal is dientengevolge noodig. Volgn. 279. Kosten van den Eerste-Hulpdienst 76.57 De uitgaven, geraamd op 5.387.be dragen 5.463.57. De kosten van onderhoud, bediening en verzekering van de auto, waarvoor een bedrag van 963.was uitgetrokken, vereischen eene uitgaaf van f 1.078.25 of 115.25 meer. Tengevolge van eenige overschotten uit anderen hoofde kan evenwel met eene verhoo ging van den post met 76.57 worden volstaan. Volgn. 280. TJitkeering aan het Rijk in ver band met het ontvangen vergunningsrecht, be doeld in artikel 8 der Bioscoopwet16.66 De ontvangst ter zake overtreft de raming met 50.waarvan 1/3 aan het Bijk moest worden uitgekeerd. Zie de verhooging van volgn. 25 der ont vangsten met 50. Volgn. 295. Kosten van maatregelen, ge nomen krachtens de Besmettelijke Ziektenwet (Staatsblad 1928 No. 265)f De kosten ter zake bedragen ƒ424.16 en over treffen derhalve de beschikbaar gestelde som van 140.met 284.16. De overschrijding wordt o. a. veroorzaakt door de aanschaffing van 3 ramen de Mooy met brancardzeil. Volgn. 297. Kosten van den geneeskundigen en gezondheidsdienst De uitgaven, geraamd op 12.811.be dragen f 12.824.90 of 13.90 meer. De aanschaffing van een microscoop vereischte eene buitengewone uitgaaf van 150. Tengevolge van overschotten op eenige onderdeelen van den post kan echter met eene verhooging van 13.90 worden volstaan. Volgn. 321. Rente van geldleeningen ten laste van Hoofdstuk IV komende Aan rente van geldleeningen moest in totaal 870.913.86 worden betaald, d. i. 25.094.86 meer dan de ter zake beschikbaar gestelde som van 845.819. Daarentegen werd door de inschrijvers op de 4 conversieleeningen van 1934, respec tievelijk groot 1.120.000.en 2.200.000. 12.011.20 aan rente bijgestort, zoodat ten slotte de hoogere uitgaaf aan rente netto 25.094.86 12.011.20 13.083.66 be draagt. Deze hoogere uitgaaf is uitsluitend een gevolg van het boekingssysteem, dat ter zake gevolgd wordt. Van de geconverteerde 4|% obligatieleening van 1928, pro resto groot 1.700.000.waren de vervaldagen van de coupons 1 April en 1 October, terwijl de coupons van de daar voor in de plaats gekomen geldleening 1 Januari en 1 Juli vervallen. Op den dienst 1934 werd derhalve ter zake van deze leening betaald: 1°. van de oude leening: de volle Aprilcoupon f 39.375. (4| van 1.750.000.over I jaar) de door degemeentebijbetaalde rente over het tijdvak van 1 April15 Augustus28.345.31 2°. van de nieuwe leening: de volle Januaricoupon. 34.000. (4 van 1.700.000.over i jaar) 284.16 dus over 16J maand101.720.31, hetgeen eene hoogere uitgaaf van 101.720.31 77.625.24.095.31 beteekende. Voor de geconverteerde 14 geldleening van 1917, pro resto groot 460.000.waar van de coupons vervielen op 1 Januari en 1 Juli, dus op dezelfde datums als die van de nieuwe geldleening, werd door de gemeente rente bijbetaald over het tijdvak van 1 Juli 15 Augustus, zoodat ter zake van deze leening 1.349.81 meer aan rente werd betaald dan was uitgetrokken. In totaal bedroeg dus de hoogere uitgaaf voor deze leeningen 24.095.31 -f- 1.349.81 25.445.12. Tengevolge van de mindere uitgaven aan rente voor eenige andere geconverteerde geld leeningen kan echter met een verhooging van de voor „rente van geldleeningen" beschik baar gestelde som van 845.819.met 25.094.86 worden volstaan. In verband met een en ander moeten 9 renteposten met in totaal 25.900.32 worden verhoogd, terwijl 14 renteposten met in totaal 805.46 kunnen worden verlaagd. Zie verder de toevoeging aan de ontvangsten van 19 nieuwe posten met in totaal 12.011.20 wegens door de inschrijvers op geldleeningen bijbetaalde rente. Op volgn. 321 werd 69.344.78 verantwoord; geraamd was 69.320. 13.90 24.78

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1935 | | pagina 2