164 MAANDAG 15 APRIL 1935. Benoeming lid Commissie van Beheer over de Gestichten (Voorzitter c.a.) Endegeest c.a.e.a. 5°. Verzoeken van J. Duindam en C. J. van der Zeeuw om verlenging van den termijn van ontruiming resp. van de onteigende perceelen hoornbrug,steeg 2 en Breestraat 104. De Voorzitter stelt namens Burgemeester en Wethouders voor dit adres te stellen in handen van Burgemeester en Wethouders ter afdoening. Aangezien een der leden omtrent het voorstel van Burge meester en Wethouders het woord vraagt, wordt het voor stel omtrent de wijze van behandeling voorloopig aan gehouden en aan de agenda toegevoegd. 6°. Verzoek van Mevrouw Braggaar om aan Burgemeester en Wethouders eenige vragen te mogen stellen in zake de uitvoering van het raadsbesluit betreffende het aangaan van een regeling met de te Leiden werkende ziekenfondsen in zake het verleenen van een reductie op de ziekenfonds premie aan ondersteunden. 7°. Verzoek van Mevrouw de Cler om aan Burgemeester en Wethouders eenige vragen te mogen stellen in zake het doen verrichten van het schoonmaken van diverse gemeente gebouwen bij wijze van aanbesteding. Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt achtereenvolgens besloten de gevraagde toestemming te verleenen en de interpellaties te doen houden na afloop van de gedrukte agenda. De Voorzitter deelt alsnog mede: dat in de Leeskamer ter visie is gelegd een tweetal staten vermeldende de door Burgemeester en Wethouders krachtens art. 29 van het Ambtenarenreglement 1934 aan ambtenaren/ werklieden der gemeente verleende vergunningen tot: a. het zijn van lid van publiekrechtelijke colleges; b. het naast de betrekking verrichten van andere werk zaamheden of het vervullen van een andere betrekking, eenig ambt of beroep of eenige bediening of functie, waaraan een bezoldiging of een geldelijke vergoeding is verbonden. Aan de orde is alsnu: I. Benoeming van een lid van de Commissie van Beheer over de gestichten „Endegeest", „Voorgeest" en „Rliijngeest" (vacature: de heer J. B. Meijnen). (74) De Voorzitter verzoekt den heeren Bergers, Vos, Lombert, en Schoneveld het stembureau te vormen. Wordt benoemd met 23 stemmen de heer Lekkerkerker de heer Wilbrink verkreeg 4 stemmen. De heer Lekkerkerker verklaart de benoeming te aan vaarden. II. Benoeming van drie leden van de Commissie van Toe zicht op de Bewaarscholen. (75) Worden benoemd: de heer W. C. Geradts met 26 stemmen; mevrouw M. PlanjeSelier verkreeg 1 stem, de heer R. H. Schipper met 26 stemmen, mevrouw J. van DuurenDreef verkreeg 1 stem en de heer Dr. J. Munk met algemeene (27) stemmen. III. Benoeming van een lid van het bestuur van de ver eenig ing „I)e Ambachtsschool". (73) Wordt benoemd met 26 stemmen de heer Ir. Jan A. van der Laande heer Bern. Buurman verkreeg 1 stem. De Voorzitter dankt de leden van het stembureau voor de genomen moeite. (De heeren van Weizen, Koole, Verweij en van Stralen komen na de gehouden stemming ter vergadering). IV. Voorstel tot overneming in eigendom en onderhond bij de gemeente van verschillende strooken voor straat be stemden grond. (76) V. Voorstel tot verpachting van het recht tot heffing van den weg- en watertol c.a. tegenover den Rijnsburgschen Vliet, bij het „Leidsche Hek", aan P. Ciggaar, te Oegstgeest. (77) Overeenkomsten met speeltuin vereenig ingene. a. (Voorzitter e.a.) VI. Voorstel in zake verlenging van de met de speeltuin- vereenigingen „Westerkwartier", „Zuiderkwartier", „Noorder kwartier" en „Oosterkwartier" aangegane overeenkomsten, betreffende de ingebruikgeving van de kinderspeeltuinen, gelegen resp. ten zuiden van den Haagweg, bij de Seringen- straat, ten zuiden van de van der Duynstraat en ten noorden van den Lagen Rijndijk. (78) VII. Voorstel a. tot verkoop van een gedeelte bouwterrein, ten oosten van de Heemskerkstraat, kad. bekend Gemeente Leiden, Sectie N No. 897 (ged.), aan de N.V. Gebr. van Hoeken's Houthandel b. tot overneming in eigendom en onderhoud bij de gemeente van aan genoemde Vennootschap tocbehoorendc voor straat bestemde strooken grond, kad. bekend Gemeente Leiden, Sectie N No. 381 (ged.) c. tot beschikbaarstelling van gelden ten behoeve van straalaanleg in verband met de transacties sub a en b. (79) VIII. Voorstel tot vaststelling van een verordening, regelende de heffing van opcenten op de hoofdsom der gemeentefonds- belasting te Leiden. (84) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming achtereenvolgens overeenkomstig de voorstellen IV tot en met VIII besloten. IX. Yhorstcl tot wijziging van a. de met de gemeente Voorhout gesloten overeenkomst, betreffende de levering van gas in die gemeente door de Stedelijke Gasfabriek te Leiden; b. de met de gemeente Voorhout gesloten overeenkomst, betreffende de levering van electriciteit in die gemeente door de Stedelijke Electriciteitsfabriek te Leiden. (80) De heer Schoneveld vraagt inlichtingen omtrent de over eenkomst tusschen den Directeur van de Lichtfabrieken en Burgemeester en Wethouders van Voorhout, waarop be trekking heeft het prijs geven door Leiden van 1.428. gedurende 8 jaren. Was dit inderdaad noodzakelijk? En welk karakter droeg die overeenkomst? Voorts is het spreker opgevallen, dat voor deze buiten gemeente het woonhuistarief in overeenstemming is gebracht met dat te Leiden. Was daar ook reden voor? De heer Goslinga zegt, dat indertijd door den toenmaligen Directeur met de gemeente Voorhout een aanvullende over eenkomst is gesloten inzake de uitbreiding van het elec- triciteitsnet in een gedeelte van die gemeente, waar die uitbreiding weinig rendabel scheen te worden. In verband daarmede werd overeengekomen, dat de gemeente Voorhout een annuïteit zou betalen voor de totstandkoming van de uitbreiding van 1.428.Toegegeven moet worden, dat dit een overeenkomst is geweest, die wel in het belang was van de Lichtfabrieken, maar toch is gegaan buiten het gemeentebestuur van Leiden om. Inmiddels is het stuk kabel, dat toen aangelegd is, wel rendabel geworden voor de Lichtfabrieken. Nu is bij de onderhandelingen overeen gekomen, dat die annuïteit zal vervallen voor het restant van den duur van die overeenkomst, dus tot 1943, waar tegenover echter de overeenkomst zal worden verlengd met 16 jaar, hetgeen zeer in het belang van Leiden moet worden geacht. Dit is natuurlijk overeengekomen onder het voor behoud, dat de goedkeuring van het gemeentebestuur van Leiden zou worden verkregen. De gemeente Voorhout heeft zich in den loop der jaren groote opofferingen voor de uit breiding van het gas- en electriciteitsnet getroost en waar zij nu bereid bleek, de gasovereenkomst met 6 jaar en de electriciteitsovereenkomst met 16 jaar te verlengen, meenden de onderhandelaars van de gemeente Leiden daartegenover met het vervallen van de annuïteit genoegen te moeten nemen. De oorspronkelijke wenschen van de gemeente Voorhout gingen enorm veel verder, maar ten slotte is dit resultaat bereikt. Inderdaad wordt voor deze gemeente het woonhuistarief van de gemeente Leiden ingevoerd. Dat is ook gedaan om in die gemeente het verbruik op peil te houden. De concur rentie, die ondervonden wordt van andere kracht- en licht bronnen, zooals de petroleum, dwingt er toe om, vooral ten aanzien van de buitengemeenten, water in den wijn te doen, teneinde het debiet te behouden. Het is natuurlijk niet zoo, dat de gemeente Leiden overal maar monopoliste is. In zekeren zin wel, maar niet ten aanzien van kracht- en licht bronnen, en een goede commercieele bedrijfsvoering brengt met zich, dat men daarmede rekening houdt. Spreker acht

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1935 | | pagina 2