MAANDAG 15 APRIL 1935.
179
Interpellatie mevrouw de Cler in zake het schoonmaken van
(Voorzitter e.a.) cjemcenSegebouwcnbij wijze van aanbesteding.
gebouwen meent te moeten aanbesteden, alvorens te dezer
zake een beslissing wordt genomen het advies wordt inge
wonnen van bedrijfs-, advies- en beheerscommissies en tevens
door het College van B. en W. alle gegevens omtrent de tot
dusverre uitgegeven bedragen voor dit doel en een raming
van de kosten van een eventueele uitbesteding aan deze
commissies worden overgelegd, waarna de Raad na kennis
neming van deze adviezen een beslissing kan nemen."
Spreker stelt thans voor de verdere beraadslaging tot de
volgende vergadering aan te houden.
De heer Schiiller heeft tegen het voorstel van den Voorzitter
geen bezwaar, maar zou gaarne de verzekering ontvangen,
dat, zoolang de debatten geschorst zijn, over deze zaak
geen advies zal worden gevraagd aan de Commissie van
Fabricage over het concept-ontwerp.
De Voorzitter zegt, dat dit advies reeds is gevraagd. De
Commissie van Fabricage moet daarover zelf een beslissing
nemen.
Wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het
voorstel van den Voorzitter besloten.
De Voorzitter vraagt of thans een van de leden nog iets
in het belang van de gemeente in het midden heeft te brengen.
(Groencvehl e.a)
De heer Groeneveld heeft tot zijn teleurstelling op de
agenda gemist het voorstel inzake de Rijnbrug. Er is een
groot gebrek aan werk en dit is nu een zeer belangrijk object
van werkverschaffing. Spreker dringt aan op spoed.
De Voorzitter antwoordt, dat het advies van den Directeur
der Gemeentewerken ter zake nog niet is ingekomen.
De heer Coster zegt, dat, toen het bolwerk aan de Marepoort
werd afgegraven, de daar gevonden geraamten in kisten
zijn gedaan en begraven op de begraafplaats Rhijnhof.
Nu is men begonnen het bolwerk af te graven van den
molen de Valk. Voor de overblijfselen van geraamten, die
daar voor den dag kwamen, heeft men een put gegraven
in den nieuw aangelegden weg naar het parkeerterrein
Schuttersveld, verschillende restanten heeft men in het water
geworpen en spreker heeft gezien, dat jongens skeletten
op stokken meedroegen.
Spreker verzoekt Burgemeester en Wethouders om, wanneer
daar het groote bolwerk wordt afgegraven, een strenger
toezicht te doen houden.
De Voorzitter zegt onderzoek toe.
Niemand meer het woord verlangende, sluit de Voorzitter
de vergadering.
Te Leiden ter Boekdrukkerij van J. J. GROEN ZOON.