122
MAANDAG 25 FEBRUARI 1935.
Salarisregeling Gemeentepersoneel.
(van Eek e.a.)
zijn om in de behoeften te voorzien, en hen, die over ruime
middelen beschikken, eenigszins verzacht worden.
Hoe kan men in dezen tijd met een bezuiniging als de
voorgestelde aankomen? De bezuiniging op de salarissen
van de hoogere ambtenaren is zoo gering, dat het als het
ware geen bezuiniging genoemd kan worden: een salaris
verlaging van 5.289 tot 5.200 (1ste geneesheer) en van
3.281.tot 3.250.(boofdadministratief ambtenaar)
heeft als bezuiniging geen beteekenis. Maar juist onder de
lagere ambtenaren zijn reeksen van gevallen, waarin deze
bezuiniging groote beteekenis heeft. Het salaris van de
boden wordt met 300.verminderd. Spreker wijst op de
minimum-lijders, die er ook in gemeentedienst zijn.
Bij aanneming van het ongewijzigde voorstel van het College
zal de minst bezoldigde werkman als minimum loon, na af
trek van de pensioenpremie a 10 21.17 per week ont
vangen.
Is dit salaris in overeenstemming met de rechtvaardigheid
en de billijkheid?
Is de financieele nood van de gemeente Leiden reeds
zoozeer gestegen, dat zij dengene, die in haar dienst komt,
geen loon kan betalen, waarmede hij ten minste kan voor
zien in het meest noodzakelijke levensonderhoud.
Het gaat hierbij niet om de vraag, of het veel personen
betreft en of zij lang in deze positie blijven verkeeren: zij
worden op dit loon aangesteld en men moet aannemen, dat
als iemand in dienst van de gemeente komt, hij een loon
krijgt, waarmede hij, indien hij gehuwd is, in de behoeften
van zijn gezin kan voorzien.
Dit lage loon teekent wel het karakter van de voorgestelde
bezuiniging.
Spreker en de zijnen zullen zich niet verzetten tegen een
noodzakelijke bezuiniging, mits zij berust op gronden van
billijkheid. Zij zullen zich ten slotte ook niet tegen de thans
voorgestelde bezuiniging verzetten, wanneer het hun niet
gelukt te bereiken, dat de bezuiniging wordt ingetrokken.
Zij zullen echter probeeren door middel van amendementen
van dit voorstel te maken, wat er van te maken is. Zij hebben
tegen het voorstel, zooals het thans is ingediend, principieel
bezwaar en wenschen, dat het College, indien het nood
zakelijk is op de loonen en salarissen te bezuinigen en
tot zekere hoogte willen zij die noodzakelijkheid wel er
kennen een gansch andere bezuiniging voorstelt, die juist
in dezen tijd rekening houdt met de omstandigheden en
met het feit, dat velen reeds te kort komen. Een dergelijke
bezuiniging moet de korting toepassen op de salarissen van
hen, die de korting kunnen dragen en moet niet veroor
zaken, dat een deel van het gemeentepersoneel op de grens
van het gebrek komt te verkeeren.
Spreker stelt daarom den Raad voor, niet tot verlaging
van de loonen van het overheidspersoneel over te gaan en
punt 21 van de agenda af te voeren.
De Voorzitter deelt mede, dat is ingekomen een voorstel
van orde van den heer van Eek, luidende:
„De Raad besluit niet over te gaan tot verlaging van de
lonen van het overheidspersoneel en mitsdien punt 21 van
de agenda af te voeren."
Spreker zegt, dat dit voorstel van orde eigenlijk strekt
om de behandeling van deze zaak niet voort te zetten.
De heer Bergers zou misschien vóór het voorstel van den
heer van Eek zijn, indien het inderdaad zoo gemakkelijk
ging, als deze het zich voorstelt. In de Commissie voor
Georganiseerd Overleg heeft spreker van een dergelijk voor
stel niets vernomen en daarom zou spreker het wel een beetje
gek vinden, indien de Raad nu zoo'n kras besluit nam.
De heer Eikerbout zegt, dat het misschien wel heel mooi
en heel aardig kan zijn om een voorstel als dat van den heer
van Eek op dit oogenblik in te dienen, maar dat men dan
toch in elk geval daarbij rekening heeft te houden met de
feiten. De zaak is in de Commissie voor Georganiseerd Overleg
in den breede besproken. Men is daarbij vrij algemeen tot
de conclusie gekomen, dat zoo min mogelijk veranderd
moest worden en men althans moest trachten de verlagingen
zoo gering mogelijk te doen zijn. Men heeft zich daarbij
eigenlijk in principe uitgesproken voor de aanvaarding van
deze verlagingen.
De Raad kan uiteraard van het besluit der Commissie
voor Georganiseerd Overleg afwijken.
Dit zal door de feiten achterhaald worden; aanneming
van het voorstel-van Eek is ongewenscht, omdat daaruit
groote moeilijkheden zouden voortkomen. Er is bijna geen
enkele plaats aan te wijzen, ook niet in het particuliere
bedrijf, waar de loonen en salarissen niet verlaagd zijn.
Salarisregel ing Gemeentepersoneel.
(Eikerbout e.a.)
Natuurlijk is het op zich zelf juist, dat Leiden autonoom
is en zelfstandig kan handelen, maar men woont hier niet
op een eiland en men kan niet zeggen, dat die verlaging
niet noodig is, terwijl ze in andere gemeenten en in particuliere
bedrijven wel plaats vindt.
De heer Wilbrink acht aanneming van het voorstel-van Eek
niet raadzaam. Niet alleen is deze salarisregeling noodig,
maar het voorstel van het College beoogt ook de eenmaal
aanvaarde salarisverlaging op een juisten grondslag te stellen,
Ook de ambtenaren zullen terdege beseffen, dat men hier
niet op een eiland woont, dat men toch met de werkelijkheid
moet rekening houden, dat de koopkrachttheorie van den
heer van Eek, waar alom een teruggang is te constateeren,
niet is vol te houden, en dat men tot verlaging van salarissen
zal moeten komen. Met dit voorstel van het College komen
de ambtenaren en werklieden er in het algemeen gunstig af.
Waar wegens den toestand teruggang noodzakelijk is, is
het niet rationeel deze zaak aan te houden.
De heer van Welzen meent, dat de Raad goed zal doen
het voorstel-van Eek te aanvaarden. In verschillende ge
meenten, waar voorstellen tot herziening van salarissen en
loonen aan de orde kwamen, bv. in Amsterdam en Rotterdam,
heeft de Gemeenteraad gemeend, niet volledig te moeten
toegeven aan den door het Rijk uitgeoefenden drang, maar
heeft hij dergelijke voorstellen afgewezen, teneinde daarover
nader met het Rijk te onderhandelen.
De heer Manders zegt, dat het motief voor het voorstel-van
Eek was, dat men met deze voorgestelde salarisverlaging op
den verkeerden weg was; spreker is dat volkomen met den
heer van Eek eens; men blijft aan het verlagen en men past
steeds aan en blijft aanpassen, doch op die wijze komt men
er tenslotte toch niet. Op geheel andere wijze zal men moeten
trachten het evenwicht terug te vinden. Spreker kan zich
volkomen met het voorstel-van Eek vereenigen.
De heer Tepe zegt, dat het voorstel-van Eek niet geboren
is uit diens wensch om in geen geval door salarisvermindering
eenige bate te vinden voor de gemeentemet andere woorden,
de heer van Eek is niet van meening, dat onder geen omstandig
heden en op geen wijze salarisvermindering zal moeten plaats
hebben; het is geboren uit zijn opvatting, dat de nu voor
gestelde salarisregeling niet voldoet aan de eischen, aan een
dergelijken maatregel te stellen. Bij de beoordeeling van
deze geheele zaak mag men de voorgeschiedenis niet uit het
oog verliezen. Nu kan men zich stellen op het standpunt
van den heer van Eek, dat men niet direct moet wijken
voor hoogere instanties, wanneer het er op aankomt maat
regelen te treffen, ten aanzien waarvan de gemeente tot
heden grootere zelfstandigheid had. Men doet ook evenwel
zeer onpractisch door zich op het standpunt te stellen, dat men
zich daarvan in de gegeven omstandigheden niets heeft
aan te trekken, vooral waar een dergelijk uitstel niet anders
zou beteekenen dan een uitstel van executie. Men kan zich
wel op zijn achterste beenen stellen tegenover Gedeputeerde
Staten en tegenover de Regeering, maar dat is een zeer
kinderachtig spel, wanneer men de vaste overtuiging heeft,
dat het toch niets baten zal.
Bovendien heeft toch niet alleen, en zeker ook niet in de
eerste plaats, de wensch van het gemeentebestuur om uit
de loonen eenig voordeel te behalen voor de gemeente aan
leiding gegeven tot de indiening van deze voorstellen; deze
voorstellen zijn uitvoerig en zorgvuldig voorbereid en be
handeld in drie vergaderingen van het Georganiseerd Overleg
door de vertegenwoordigers van de verschillende organisaties
is niet alleen groote tevredenheid en ingenomenheid uit
gesproken over de wijze van indiening, maar tenslotte
is ook eigenlijk, behoudens dan omtrent enkele detail
punten volledige overeenstemming verkregen hierom
trent dat deze voorstellengezien de tegenwoordige
tijdsomstandigheden en de redenen van indiening, vol
komen rationeel en aannemelijk geacht werden. De ver
tegenwoordigers van de organisaties, die waarschijnlijk veel
beter dan de heer van Eek weten, wanneer er sprake is
van „hongerloonen", hebben niet gesproken van het
invoeren van „hongerloonen" door de aanneming van het
voorstel van het College.
Wanneer men zich van het Georganiseerd Overleg
niets aantrekt, nadat een dergelijke overeenstemming in de
Commissie is bereikt, en men in den Raad voorstelt, het
Georganiseerd Overleg eenvoudig te negeeren, wie maakt
dan het Georganiseerd Overleg kapot?
Spreker geeft den Raad ten sterkste in overweging het
voorstel van orde, dat hij eigenlijk niet acceptabel vindt