MAANDAG 25 FEBRUARI 1935.
119
(Tepe e.a.)
Overplaatsing onderwijzers; e.a.
over te plaatsen en in haar plaats een kweekeling met akte
aan te stellen. Het was niet mogelijk, mej. Hendriks kweeke
ling jnet akte te makende bedoeling was juist aldus de ver
vanging van de boventallige mej. Hendriks door een kweeke
ling mogelijk te maken. Dat ware niet mogebjk geweest,
indien op de suggestie van den beer Koole was ingegaan.
De heer Koole moet met dit antwoord genoegen nemen.
Wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het
voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten.
IV. Voorstel tot verhuring van eenige perceelen teel- en
weiland. (26)
V. Voorstel tot wijziging van den prijs waarvoor de woning
Heerenstraat No. 62 aan K. W. Feyen is verhuurd. (27)
VI. Voorstel tot wijziging van het Raadsbesluit van
6 Augustus 1934, in zake den verkoop van het gastoestellen-
lokaal met aangebouwde fitterswoning en bergplaats aan
den Gemceneweg te Hazcrswoude (Dorp) aan de Provincie
Zuid-Holland. (28)
VII. Voorstel tot den aankoop van het perceel Lange
Paradijssteeg No. 42, kad. bekend gemeente Leiden, Sectie
H. No. 2482, en een gedeelte van het perceel Lange Para
dijssteeg, kad. bekend gemeente Leiden, Sectie H. No. 1366.
(29)
VIII. Voorstel in zake het aangaan van kasgeldleeningen
gedurende het 2e kwartaal 1935. (30)
IX. Bi'grooting, dienst 1935, van het Heilige Geest- of
Arme Wees- en Kinderhuis. (31)
X. Begrooting, dienst 1935, van het College van Vrouwen-
kraammoedcrs. (31)
XI. Begrooting, dienst 1935, van het Gereformeerde Minne-
of Arme Oude Mannen- en Vrouwenhuis. (31)
XII. Voorstel tot het verïeenen van medewerking aan het
bestuur van de Vereeniging tot Stichting en Instandhouding
van Scholen met den Bijbel te Oegstgecst, tot de aanschaf
fing van leermiddelen ten behoeve van zijn school voor
g.l.o. aan de Adriaan Pauwstraat en tot vaststelling van
den des be tr effenden begrootingsstaat. (32)
XIII. Voorstel tot vaststelling van een verordening in zake
toepassing van art. 122 der Gemeentewet ten aanzien van
de inning van schoolgeld op de openbare bewaarscholen te
Leiden. (33)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming
achtereenvolgens overeenkomstig de voorstellen IV tot en
met XIII besloten.
XIV Voorstel tot wijziging van de gemecntebegrooting,
dienst 1935, in verband met de verstrekking van sehool-
kindervocding ook gedurende de vacanties. (34)
Het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt
aangenomen met 23 tegen 7 stemmen.
Vóór stemmen: de heeren van Weizen, de Reede, Verweij,
Manders, van Kek, Eikerbout, Vallentgoed, mevrouw de Cler,
mevrouw Braggaar, de heeren Tobé, Kuipers, van Eecke,
Lombert, Coster, Vos, van der Reijden, Schone veld, van
Stralen, van Tol, van Rosmalen, Tepe, Kooistra en Koole.
Tegen stemmen: de heeren Bergers, van Es, Bosman,
Splinter, Goslinga, Romijn en Beekenkamp.
(De heer Wilbrink was bij deze stemming niet aanwezig.)
De heer Bergers verklaart, dat hij zich bij het uitbrengen
van zijn stem heeft vergist.
XV. Voorstel in zake de vaststelling en uitkeering van
de voorschotten op de vergoeding, hedocld bij art. 101 der
L. O. wet 1920, ten behoeve van verschillende bijzondere
lagere scholen over het jaar 1935. (35)
XVI. Voorstel tot vaststelling van een verordening, betref
fende het verlecnen van ontslag aan onderwijzers en onder
wijzeressen, wegens het bereiken van den pensioengerech
tigden leeftijd. (36)
(Eikerbout)
Exploiteeren van hoogspanningslijnen; e.a.
XVII. Voorstel in zake aanvaarding van vergunningen
tot het leggen en exploiteeren van hoogspanningslijnen. (37 j
XVIII. Voorstel tot het instellen van een rechtsvordering
tegen G. Tegelaar te Oegstgecst, strekkende tot betaling
van een door hem wegens gas- en electriciteitsverhruik
verschuldigd bedrag van f 36,18. (38)
XIX. Voorstel:
a. tot intrekking van de verordening van 19 Maart 1934
tot wijziging van de verordening op de Veemarkt;
b. tot vaststelling van een nieuwe verordening tot wijziging
van de verordening op de Veemarkt. (22)
XX. Voorstel tot vaststelling van een nieuwe verordening
op de winkelsluiting. (23)
XXa. Voorstel naar aanleiding van de beschikking van
Gedeputeerde Staten op het aan hun goedkeuring onder
worpen uitbreidingsplan, (42)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming
achtereenvolgens overeenkomstig de voorstellen XV tot en
met XX en XXa besloten.
XXI. Voorstel in zake algemeene herziening van de Ioonen
en salarissen van het personeel in dienst der gemeente. (20)
Hierbij komen tevens aan de orde de ingekomen adressen
ter zake.
De heer Eikerbout zegt, dat in het Georganiseerd Overleg
de besturen der verschillende organisaties alle overtuigd
waren, dat er iets gedaan moest worden in dezen tijd en dat
dit tot de kleinst mogelijke proporties teruggebracht diende
te worden.
Wat nu betreft de salarissen van het politiepersoneel
heeft spreker er meermalen op gewezen, dat het noodzakelijk
was een goede regeling voor dit personeel te treffen, om het
aan Leiden te verbinden en te voorkomen, dat verschillende
politie-ambtenaren af en toe naar andere plaatsen gingen.
Het rapport van de indertijd hiervoor ingestelde commissie
ad hoc is nooit uitgekomen, heeft althans voor den Raad
nooit ter inzage gelegen. Toch leefde bij het hoofd van de
politie de gedachte, het politiepersoneel een salarisverhooging
te geven van 200.doordat verschillende moeilijkheden
zich voordeden, was het niet mogelijk dit tot uitvoering te
brengen, te meer waar dit niet alleen de politie betrof, maar
betrekking had op het geheele gemeentepersoneel. Daarvan
is dus niets terechtgekomen; gaandeweg is men terug
gevallen tot verslechtingen in plaats van eenige verbetering.
Waar men in het Georganiseerd Overleg overtuigd was van
de harde noodzakelijkheid om in die richting te gaan, dat men
zooveel mogelijk zou trachten te bereiken, dat de betrokkenen
zoo min mogelijk werden getroffen, is het spreker eenigszins
vreemd opgevallen, dat in het voorstel van het College nogal
op de salarissen wordt ingehakt.
Het maximum salaris van een agent van politie 2e klasse
wordt met 1.55 per week verlaagd; bij een agent le klasse
is het 0.38 per week.
De verlagingen bedragen bij de loonen der werklieden
voor de verschillende groepen respectievelijk 0.57, 0.43,
f 0.28, 0.13 en 0.08 per week; alleen het maximum in de
groep V wordt met 0.04 per week verhoogd.
Bij de ontvangst van het ingekomen stuk Xo. 20 dacht
spreker, dat de bedragen, aangegeven in het rapport-Schouten,
als normen moesten worden beschouwd; uit het zooeven
door den Secretaris voorgelezen adres blijkt, dat zij meer.
als richtlijnen dan als normen moeten worden beschouwd,
en daarom zal spreker zich er niet verder druk over maken.
Het College heeft zich in vergelijking met die normen
krampachtig vastgehouden aan de bedragen, welke aan den
lagen kant zijn. Waarom stelt het College voor den agent
2e klasse voor 28.5032.50, terwijl de normen van den
Minister zijn 28.8532.70? Het ware wellicht niet on
dienstig geweest, indien het College had voorgesteld 29.
tot 33.waartegen door den Minister ook wel geen be
zwaar zal worden gemaakt.
Het College heeft één lijn gevolgd en is daarom bij de
wedden van de agenten le klasse in precies dezelfde richting
gegaan. Daarin wordt ook een minimum gesteld van 33.30
en een maximum van 37.30, terwijl het College voorstelt
33.50 en 37.50. De brigadiers komen 2.hooger en
zijn door het College van 39.40 op 39.50 gebracht, overeen
komstig de normen van den Minister. Waar spreker zich
wil houden aan de gestelde normen, kan men moeilijk van