MAANDAG 25 FEBRUARI 1935. 145 Aanleg sportvelden en doortrekking Wassenaarseheweg (Romijn.) bij wijze van werkverschaffing. het standpunt, dat hij speciaal ten aanzien van de uitvoering van dit werk in werkverschaffing inneemt; het realiseert zich, dat de heer Wilbrink en de zijnen zich daarmede niet zullen vereenigen, indien de consequentie zou zijn een onzekerheid omtrent de wijze, waarop de velden bespeeld zullen worden. Het College zal daarmede rekening houden en bij een voorstel om tot de uitvoering van deze werken in werkverschaffing over te gaan open kaart spelen, wat betreft het standpunt, dat het ten aanzien van de bespeling van de velden, ook op den Zondagmorgen, inneemt. Spreker hoopt, dat de heer Wilbrink thans niet verder zal aandringen op een positieve beantwoording van zijn vraag, waaromtrent het College zich nog niet beraden heeft. Alvorens daarover een beslissing is genomen, zal waarschijnlijk een uitspraak over het principe-voorstel van het College zijn gedaan. De heer Wilbrink kan weten, dat hij een antwoord op zijn vraag krijgt en ook zal weten, waaraan hij toe is, wanneer het College het voorstel tot uitvoering van de werken doet. Zeer velen deelen niet de meening van den heer van Eek, dat de exploitatie van de sport- en speelvelden zich zelf zal bedruipen en tot hen behooren personen, die van sport meer verstand hebben dan de heer van Eek. Het College heeft dan ook niet durven voorstellen, den aanleg op de gewone wijze te doen geschieden. Bij de uitvoering in werkverschaffing zullen de kapitaalslasten veel lager zijn, maar heeft men bovendien het groote moreele voordeel, dat voor velen zwaar weegt bij de werkverschaffing, dat men den ondersteunden personen weer arbeid kan verschaffen, die altijd als een zegen moet worden beschouwd. Wanneer de rechterzijde zich bij de verdediging van som mige voorstellen meende te moeten beroepen op hoogere en geestelijke waarden, permitteerde de sociaal-democratische fractie zich de interruptie: ,,dat wordt nu wel gezegd, maar wat koopt men daarvoor bij den bakker?" Thans vragen zij, op wie de S.D.A.P. meent te kunnen rekenen en voor wie de S.D.A.P. meent in de bres te kunnen springen: „wat koopen wij voor uw theorieën bij den bakker?" Men kan in den Eaad wel een loonsysteem verdedigen, dat in de studeerkamer tip-top sluit en waarin bedragen voorkomen, die ieder doen watertanden, maar ten slotte is de practijk het terrein, waarop de loontheorieën tot werking moeten komen. De werkloozen, die al jaren lang maar worden zoetgehouden met de theorie, dat het loon toch zoo mooi kan zijn wanneer alles precies gebeurde, wat de S.D.A.P. wenscht, gaan nu zeggen: „wat schiet ik er mee op en wat koop ik er voor bij den bakker." Het College realiseert zich, dat men ten aanzien van die menschen niet kan volstaan met theorieën en met uitspraken in het wilde weg, die toch geen effect kunnen sorteeren en die toch niet in te willigen zijn, maar dat het verstandiger is zich aan te passen bij de realiteit en daaruit consequenties te trekken. Daarom grijpt het College dankbaar aan de gelegenheid een werkverschaffing tot stand te brengen, omdat het inderdaad een voelbare verbetering voor de werkloozen kan verkrijgen. Het College is bereid om, wanneer in beginsel uitvoering in werkver schaffing wordt aanvaard, zoo spoedig mogelijk te doen komen tot een effectieve uitvoering van deze werken. Het College zal ook rekening houden met de opmerking van den heer van Stralen, dat hij vasthoudt aan een uurloon van 40 cent, hoewel spreker een hard hoofd heeft, of dit kan worden verkregen, omdat hoe verder de crisis en de moeilijk heden voortschrijden, de Overheid zich genoodzaakt ziet ook het loon bij de werkverschaffing, die is een vorm van onder steuning, te verlagen. Het bedrag van 40 cent per uur, dat op het oogenblik, zoolang het door den Minister niet wordt veranderd en opgezegd, nog geldt voor de demping van het Levendaal, zal bij een komende werkverschaffing niet kunnen worden gehandhaafd. Intusschen zal het College den Minister niet voorstellen dit loon te verlagen. De Eaad is echter de zeggenschap over deze werkverschaffing kwijtgeraakt, omdat door de aanvaarding van de subsidieregeling voor de werk loosheid de beslissing hieromtrent bij den Minister van Sociale Zaken is gebracht. Het verheugt spreker in het bijzonder, dat de heer van Stralen in beginsel bereid is met dit voorstel mee te gaan; wel hoopte hij, dat het College, als compensatie voor de aan vaarding van dit object van werkverschaffing, zou beloven nu ook in ruimer mate werkverruiming tot stand te brengen, maar hij weet, dat daarop geen antwoord kan gegeven worden althans in den vorm, waarin hij het vraagt. De Eaad kan overtuigd zijn, door de sociaal-democraten behoeft dit, gezien de feiten, niet te worden gewantrouwd, dat wanneer het College komt met uitvoering van werken, het er dan niet op uit is die zooveel mogelijk als werkverschaffing aan den Eaad voor te stellen; gebeurt dit laatste, dan is het inderdaad op Aanleg sportvelden en doortrekking Wassenaarseheweg (Romijn e.a.) bij wijze van werkverschaffing. goede, weloverwogen gronden, omdat het meent, dat alleen dan van die werken iets kan komen. Maar het College heeft nooit onder den dekmantel en onder het voorgeven van financieelen nood den Eaad voorgesteld om werken, die ook in de oogen van het College als werkverruiming en als normale werken zouden kunnen geschieden, als werkverschaffing te doen plaats hebben. Het College is zeer matig, volgens spreker veel te matig, geweest in het voorstellen van werkverschaffing, alleen omdat het de stemming en de zienswijze van den Eaad weet. Bij werkverschaffing is echter de mogelijkheid tot het verschaffen van arbeid aan ondersteunde werkloozen veel grooter dan bij uitvoering als normaal werk, omdat in het algemeen bij uitvoering als normaal werk niet werkloozen tewerkgesteld worden, maar voornamelijk zij, die ook niet werden ondersteund door Sociale Zaken. Dat is een van de problemen, die zich bij de werkloozenzorg voordoen, waarvoor wellicht ieder een oplossing kan geven, maar die men beter onbesproken kan laten. Spreker vraagt zich af, wat voor een maatschappij-voor stelling zij hebben, die gelijk de heer van Weizen, spreken van „een hellend vlak". Stellen zij zich voor, dat men steeds op een vlakken, horizontalen weg wandelt en er geen bergen en dalen zijn? Realiseert men zich niet aan den kant van de organisaties, die door den heer van Weizen tot groote actie en krachtigen strijd worden aangespoord en inderdaad een groote activiteit toonen, dat na den tijd, waarin men zich bevindt op het hellend vlak, maar dan naar boven gaat, een tijd van neergang komt, waarin men langs het hellend vlak afdaalt? Spreker kan zich er mede vereenigen, wanneer de organisaties bij het dalen remmend werken, omdat men met losse remmen beneden zou te pletter slaan. Wanneer men echter permanent op hetzelfde niveau tracht te blijven, zal het resultaat van die poging zijn, dat al degenen, voor wie men meent te moeten opkomen, hopeloos in de modder verzinken. De heer Splinter zegt, dat de kosten van de doortrekking van den Wassenaarseheweg worden geraamd op 85.000. waarin is begrepen een bedrag van 36.000.voor arbeids loon, zoodat er, uitgaande van een arbeidsloon van 20. per week, 1800 manweken in het werk zijn begrepen. Aan nemende, dat het werk binnen 9 a 10 maanden gereed zal komen, kunnen 45 arbeiders bij dit werk geplaatst worden. Het aantal arbeiders stijgt, naarmate men den duur van het werk verkort. Indien het de bedoeling is, het werk in 6 maan den gereed te doen zijn, kunnen er 69 arbeiders bij geplaatst worden. De aanleg van de sport- en speelvelden is in onderdeelen begroot, waardoor het moeilijk is thans de juiste cijfers te geven. De totale kosten van het geheele werk zijn geraamd op een bedrag van i 150.000.Neemt men als maatstaf voor het loonbedrag, dat verwerkt zal worden, het arbeids loon, dat bij de doortrekking van den Wassenaarseheweg zal betaald worden, dan kan men, indien ook dat werk 9 a 10 maanden zal duren, het aantal arbeiders, dat er bij geplaatst kan worden, op 125 schatten. De heer Manders zegt, dat natuurlijk niet juist is, dat in de doortrekking van den Wassenaarseheweg 36.000. arbeidsloon zit, wel direct arbeidsloon. De overige 50.000. zijn echter ook geheel tot loon terug te brengen, zij het misschien niet voor Leidsche arbeiders, dan toch voor andere. De heer Romijn bedoelt: uitsluitend voor de Leidsche arbeiders, die hier te werk gesteld worden, bedraagt het loonbedrag 36.000. De Voorzitter zegt, dat de vergelijking tusschen de door trekking van den Wassenaarseheweg en den aanleg van de sportvelden niet geheel en al opgaat; bij het eerste werk worden veel materialen gebruikt, terwijl bij het tweede veel grondwerk is te verrichten. Het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt aangenomen met 20 tegen 9 stemmen. Vóór stemmen: de heeren Bergers, Wilbrink, de Eeede, Manders, Bosman, Wilmer, Eikerbout, Tobé, van Eecke, Lombert, Coster, van der Eeijden, Schoneveld, van Stralen, van Tol, van Eosmalen, Tepe, Splinter, Romijn en Beeken kamp. Tegen stemmen: de heeren van Weizen, Verweij, Groene- veld, van Eek, Vallentgoed, mevrouw de Cler, mevrouw Braggaar, de heeren Kuipers en Kooistra. (De heeren van Es, Vos, Goslinga en Koole hadden in middels de vergadering verlaten.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1935 | | pagina 29