culieren geldenden grondprijs, met dien verstande, dat liij nimmer minder dan 5 cent per M3. zal bedragen (art. 6, 3e lid). Aangezien ten slotte de redactie van de thans geldende overeenkomst verouderd is, is van deze gelegenheid tevens gebruik gemaakt om haar meer in overeenstemming te brengen met die van andere, in den laatsten tijd gesloten contracten. De Eaad van Koudekerk heeft zich bereids met een en ander vereenigd. Op grond van het bovenstaande geven wij Uw College in overweging den Eaad voor te stellen over te gaan tot het sluiten van een overeenkomst betreffende de levering van gas in de gemeente Koudekerk door de Stedelijke Gas fabriek te Leiden, overeenkomstig het hierbijgaand concept. Commissarissen der Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit, T. S. Goslinga, Voorzitter. J. A. V. D. Stok, Secretaris. N°. 67. Leiden, 15 Maart 1935. De Minister van Economische Zaken heeft in overweging gegeven in de hem ter goedkeuring door de Koningin toe gezonden verordening op de winkelsluiting, vastgesteld door Uw Vergadering bij besluit van 25 Februari 1935 (zie Ingek. Stukken No. 23), een drietal wijzigingen aan te brengen. De eerste wijziging betreft art. 4 der verordening, hetwelk Burgemeester en Wethouders bevoegd verklaart vergunning te verleenen voor het venten met bloemen op Zondag in de onmiddellijke nabijheid van ziekeninrichtingen, begraaf plaatsen en stations en dat indertijd in zijn bestaande redactie is vastgesteld op instigatie van den Minister zelf. Z.E. zou thans de uitdrukking ,,in de onmiddellijke nabijheid" ver vangen willen zien door een bepaalden afstand. Ofschoon in deze gemeente van bezwaren tegen de huidige redactie niet het minste is gebleken, hebben wij, nu de Minister een voor de verschillende gemeenten gelijkluidende regeling in dezen op prijs stelt en blijkbaar in overeenstemming acht met de Winkelsluitingswet, daartegen geen bezwaar; als afstand zouden wij willen voorstellen 25 Meter. Vervolgens acht de Minister het wenschelijk, dat in art. 7 der verordening wordt opgenomen een omschrijving van het begrip „melkwinkel" in overeenstemming met art. 4, lid 1, onder c der Winkelsluitingswet; ook deze verandering is van ondergeschikt belang en kan o. i. worden overgenomen. Ten slotte heeft de Minister bezwaar tegen de aanduiding in art. 7, lid 2, der verordening van de Winkelsluitingswet, waarin z. i. het jaartal „1930" niet op de juiste plaats staat. Tot ons leedwezen kunnen wij geen vrijheid vinden voor te stellen op dit punt aan den wensch van den Minister te voldoen, aangezien naar ons oordeel de aanhaling „Winkel sluitingswet (Staatsblad 1930 No. 460)" geheel in overeen stemming is met de desbetreffende bepaling (art. 14) van deze wet. Met verwijzing naar de in de Leeskamer neergelegde stukken geven wij Uw Vergadering mitsdien in overweging: I. in te trekken de verordening van 25 Februari 1935 op de winkelsluiting; II. vast te stellen de volgende V E II O It D E N 11\ G, op de winkelsluiting. Artikel 1. Met afwijking van het bepaalde in artikel 2, onder b en c, en in artikel 4, lid 3, van de Winkelsluitingswet is het ge oorloofd een winkel op den door Burgemeester en Wethouders aan te wijzen dag, waarop het 3-Octoberfeest wordt gevierd, voor het publiek geopend te hebben tot een door genoemd college te bepalen sluitingsuur, mits de daarbij door het college gestelde voorwaarden worden in acht genomen. Art. 2. Het bepaalde in artikel 2 van de Winkelsluitingswet is niet van toepassing ten aanzien van water- en vuurneringen van 3 tot 5 uur des voormiddags, doch uitsluitend voorzoover betreft den verkoop en de aflevering van water en vuur. Art. 3. Met afwijking van het bepaalde in artikel 7, lid 3, van de Winkelsluitingswet is het verboden des Zondags, op Hemel vaartsdag, alsmede, voor zoover deze dagen niet op een Zondag vallen, op 1 Januari en 25 December melk of room aan de woningen of inrichtingen der verbruikers te bezorgen of uit een melkwinkel of het daarbij behoorende winkelhuis ter aflevering aan het pubhek uit te zenden. De bepaling van het vorige lid is niet van toepassing, voor zoover betreft bezorging of aflevering van melk of room aan ziekeninrichtingen, gestichten en bakkerijen. Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd op grond van bijzondere omstandigheden van het verbod in het eerste lid algemeene of bijzondere ontheffing te verleenen. Art. 4. Met afwijking van het bepaalde in artikel 8, lid 1, onder a, van de Winkelsluitingswet zijn Burgemeester en Wethouders bevoegd vergunning te verleenen voor het venten met en het verkoopen en te koop aanbieden van bloemen op Zondag op of aan voor het openbare verkeer openstaande land- en waterwegen a. binnen een afstand van 25 Meter van voor het publiek bestemde toegangen van ziekeninrichtingen en begraaf plaatsen van een half uur vóór de openstelling daarvan voor bezoek tot aan de sluiting daarvoor; b. binnen een afstand van 25 Meter van voor het publiek bestemde toegangen tot en uitgangen van stations van 9 uur des voormiddags tot 6 uur des namiddags. Art. 5. Op den in artikel 1 bedoelden dag is, met afwijking van het bepaalde in artikel 8, lid 1, onder b en e, van de Winkel sluitingswet, het venten, verkoopen en te koop aanbieden op of aan voor het openbare verkeer openstaande land- en waterwegen verboden vóór 5 uur des voormiddags en na het overeenkomstig artikel 1 vastgestelde sluitingsuur voor de winkels. Art. 6. Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd aan door hen krachtens deze verordening verleende vergunningen of ont heffingen voorwaarden te verbinden. Handelen zonder in-acht-neming van of in strijd met zoodanige voorwaarden wordt gelijk gesteld met handelen zonder vergunning of ontheffing. Een door Burgemeester en Wethouders verleende ver gunning kan te allen tijde door hun college worden inge trokken. Van de door Burgemeester en Wethouders verleende ont heffingen wordt door dit college openbare kennisgeving gedaan. Art. 7. Onder „winkel" en „winkelhuis" wordt in deze verordening verstaan hetgeen omschreven is in artikel 1 van de Winkel sluitingswet, onder „melkwinkel" een winkel als bedoeld in artikel 4, lid 1, onder c, der Winkelsluitingswet. Onder „Winkelsluitingswet" wordt verstaan de Winkel sluitingswet (Staatsblad 1930, No. 460). Art. 8. Deze verordening treedt in werking op een nader door Burgemeester en Wethouders te bepalen tijdstip. Met ingang van dat tijdstip vervalt de verordening van 19 December 1933 (Gemeenteblad No. 2 van 1934) op de winkelsluiting. De Commissie voor de Strafverordeningen, Voorzitter. J. Bood, Secretaris. Aan den Gemeenteraad. N°. 68. Leiden, 15 Maart 1935. Voor elk bewijs van Nederlanderschap ten behoeve van het reizen of het verblijf in het buitenland, anders dan ter uitoefening van de buitenlandsche zeevaart als beroep, wordt in deze Gemeente een recht geheven van 1. Ook voor het aanvragen, afgeven en verlengen van den geldigheidsduur van een buitenlandsch paspoort bedraagt dit recht 1.Aangezien voor deze laatste reispapieren ten behoeve van 's Eijks kas nog kanselarijrechten, bedragende voor een paspoort voor één persoon 5.en voor een pas poort voor meerdere personen 7.50, moeten worden betaald, A. VAN DE SANDE BAKHUIJZEN,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1935 | | pagina 12