J. Henri Ledeboer, idem.
46
besluit van 15 October 1934 (Ingek. Stukken Ho. 213) in
voorbereiding zijnde reorganisatie, moeten worden gesteld.
De noodzakelijkheid, om de berging van het uit te breiden
materiaal, de woongelegenheid voor de vaste kern van het
personeel, en andere zaken zooveel mogelijk te concentreeren,
brengt derhalve mede, dat in de huisvesting van de Brand
weer ingrijpende verandering moet worden gebracht.
Een volkomen afdoende oplossing zou natuurlijk zijn de
oprichting van een geheel nieuw gebouw voor brandweer
kazerne c.a. aan of in de onmiddellijke nabijheid van het
Politiebureauin verband echter met de daaraan verbonden
hooge kosten moest het plan tot verandering van den toe
stand zich bepalen tot een verbouwing van de tegenwoordige
garage, zij het ook, dat op deze wijze niet een in alle opzichten
bevredigende oplossing kon worden verkregen.
Terwijl deze zaak nog bij ons College in studie was, deed
zich de gelegenheid voor, om tot de zooeven genoemde
meest afdoende oplossing huisvesting van de Brandweer
bij het Politiebureau te geraken, zonder op het bezwaar
van de hooge kosten van nieuwbouw te stuiten.
Aan de gemeente werd n.l. te koop aangeboden het com
plex van de afgebrande St. Petruskerk met Pastorie aan
de Langebrug en de Breestraat of een gedeelte daarvan aan
de Langebrug. Aangezien voor de oprichting van een brand
weergarage c.a. volstaan kan worden met het aangeboden
gedeelte aan de Langebrug, op de overgelegde kaarten nader
aangeduid, bepaalden de onderhandelingen zich tot den
aankoop van dat gedeelte.
Op dit terreingedeelte bevindt zich langs de Ketelboeter-
steeg een geheel onbeschadigd gebouw (waarin o.a. de kosters
woning), terwijl de muren van het voormalige kerkgebouw
in het algemeen nog hecht en sterk zijn. Uit een ingesteld
onderzoek door den Dienst van Gemeentewerken is gebleken,
dat het terrein met de daarop aanwezige opstallen alleszins
geschikt is te maken voor brandweerkazerne met woningen.
Door gebruik te maken van het afkomend materiaal van
de opstallen en het muurwerk der kerkruimte en hetgeen
verder nog aanwezig is, zooals een centrale verwarmings
inrichting, wordt in belangrijke mate tegemoet gekomen in
de kosten van een op het terrein in te richten brandweer
garage met woningen en blijven de kosten belangrijk beneden
die van de stichting van een geheel nieuw gebouw.
Ha langdurige onderhandelingen heeft het Kerkbestuur
zich vereenigd met den door ons geboden prijs van 40.000.
Definitieve plannen tot den bouw van de brandweerkazerne
c.a. moeten uiteraard nog worden opgemaakt, doch volgens
een voorloopige globale raming kunnen de kosten van den
bouw en de inrichting op ongeveer 46.000.worden gesteld.
Het behoeft o.i. geen nadere toelichting, dat deze oplossing
verre de voorkeur verdient boven verbouwing van de garage
aan de Garenmarkt.
Hoewel de kosten van die verbouwing ongeveer 65.500.
zouden bedragen en bovendien nog in een ander gebouw
voor den Socialen Dienst zou moeten worden voorzien, zou
nog slechts een inrichting worden verkregen, veel kleiner dan
op het uiterst gunstig gelegen terrein aan de Langebrug en
bovendien zonder eenige mogelijkheid van uitbreiding.
Met de Commissie van Fabricage zijn wij dan ook van
oordeel, dat de aanbieding van het Kerkbestuur behoort te
worden aanvaard.
Onder mededeeling, dat bij aanneming van dit voorstel te
zijner tijd bij Uwe Vergadering de gelden voor den bouw
van een brandweerkazerne c.a. zullen worden aangevraagd,
geven wij Uwe Vergadering, onder verwijzing naar de ver
schillende in de Leeskamer ter visie liggende stukken, in
overweging
a. van het Kerkbestuur van de St. Petrus Parochie tegen
den prijs van 40.000.te koopen het gedeelte van het
terrein (met opstallen) van de afgebrande St. Petruskerk,
op de overgelegde teekening met roode omlijning aangegeven,
groot 1955 M2., deel uitmakende van het perceel, kadastraal
bekend gemeente Leiden, sectie A Ho. 1743, zulks onder de
overgelegde voorwaarden
b. ten behoeve van den sub a bedoelden aankoop vast te
stellen den mede overgelegden begrootingsstaat model D,
dienst 1935, groot met inbegrip van de kosten van overdracht
41.500.—.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
H°. 63. Leiden, 15 Maart 1935.
Uwe Vergadering stelde om praeadvies in onze handen
een adres van de Hationale Commissie tegen het Alcoho
lisme, te Utrecht, in zake verlaging van het maximum
aantal verloven A (verloven voor den verkoop van zwak-
alcoholischen drank).
Het adres is blijkbaar aan verschillende gemeenteraden
gezonden, zonder voldoende kennis van den stand van
zaken in elke gemeente afzonderlijk. Immers uit het volgende
zal U blijken, dat er voor deze gemeente geen aanleiding
is, om tot zoodanige verlaging over te gaan en dat het
verzoek mitsdien achterwege had kunnen blijven.
De Drankwet 1931 bepaalt, in tegenstelling met de vorige
regeling, voor elke gemeente ook een maximum voor het
aantal verloven A. Dit maximum bedraagt voor deze
gemeente thans 140. Te beginnen in 1935 en vervolgens
om de vijf jaren, kan het maximum bij Koninklijk Besluit,
hetwelk alleen kan worden genomen op voorstel van Uwe
Vergadering, worden verlaagd. Die verlaging kan evenwel,
omdat het aantal op 1 Mei 1931 bestaande verloven voor
den verkoop van alcoholhoudenden, anderen dan sterken
drank in deze gemeente geringer was dan genoemd maximum
van 140, tot 1945 niet verder gaan dan het aantal op
genoemden datum aanwezige verloven. Dit aantal bedroeg
89. Het aantal thans bestaande verloven A bedraagt echter
59 of 30 minder dan het aantal, waarop een eventueel ver
laagd maximum zou kunnen worden gesteld.
En aangezien, zoolang het verlaagde maximum nog niet
bereikt is, verloven zouden moeten worden verleend, heeft
het vaststellen van een verlaagd maximum geen zin, tenzij
zou mogen worden verwacht, dat het aantal verloven min
of meer spoedig boven 89 zou stijgen.
Een overzicht over de laatste tien jaren wijst evenwel
aan, dat het aantal verloven A geleidelijk terugloopt en
dat er hoegenaamd geen grond bestaat voor het vermoeden,
dat dit plotseling anders zou kunnen worden.
Op grond van het bovenstaande geven wij Uwe Verga
dering in overweging op het verzoek van de Hationale
Commissie tegen het Alcoholisme niet in te gaan.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Utrecht, Februari 1935.
Aan den Eaad der Gemeente Leiden.
Bovengenoemde Commissie, ten dezen domicilie kiezende
te Utrecht, Hieuwe Kade 3neemt de vrijheid zich met het
navolgende tot Uw college te wenden. Zij doet dat uit naam
van de Nationale Commissie tegen het Alcoholisme (H. C. A.)
waarbij zijn aangesloten de navolgende organisaties:
Ned. Vereen, tot Afschaffing van Alcoholhond ende dranken.
„Sobriëtas", Federatie van R.K. Diocesane Bonden.
„Enkrateia", Bond van Prot. Chr. Drankbestrijdersvereenn.
Alg. Hed. Geh. Onth. Bond.
Hed. Groot-Loge van de Intern. Orde van Goede Tempe
lieren.
Vereen, van Geheelonthouders onder Ned. Spoor- en
Tramwegpersoneel.
Artsen Geheelonthouders Vereeniging.
Dr. Ariëns-vereeniging.
R.K. Vereen, onder Spoorwegpersoneel ,,St. Franciscus".
Interacademiale Geh. Onth. Bond.
Een der belangrijkste wijzigingen in 1931 aangebracht in
de Drankwet, is wel deze dat thans ook de verloven A
worden gebonden aan een maximum. Evenals dat bij de
vergunningen het geval is, heeft thans de Gemeenteraad,
krachtens art. 6, juncto 40 der huidige Drankwet, de be
voegdheid aan de Kroon ook van dit maximum een verlaging
voor te stellen, meer in overeenstemming met de behoefte
van elke gemeente, welke, dank zij gelukkig bijna allerwege
aanhoudende vermindering van het gebruik van alcohol
houdende dranken, op vele plaatsen beneden, veelal zelfs
ver beneden het in de wet opgenomen maximum ligt.
In verband daarmee verzoeken we U beleefd van deze
bevoegdheid thans gebruik te willen maken, en aan de
Kroon voor te stellen het maximum der verloven A, zóóver
te verlagen als waartoe art. 6 juncto 40 der Drankwet,
met inachtneming van art. 74 sub 5 recht geeft.
De Commissie voornoemd:
P. v. D. Meulen (voorz.) voor de Hed. Vereen,
tot Afschaff. v. Alcholh. dranken.
H. Ploeg Jr., idem.
Ds. D. v. Krevelen, voor „Enkrateia".
Ds. J. van Herksen, idem.
Pater Elpidujs Bruna, voor „Sobriëtas".
A. Don, voor de Intern. Orde van Goede
Tempelieren.
A. J. Montijn, voor „Enkrateia", secretaris.
Nationale Commissie tegen
het Alcoholisme
Sub-Commissie
Handhaving Drankwet.