c van deze functionarissen met adjunct-commies of adjunct- technisch ambtenaar, zooals feitelijk wordt gevraagd, achten wij niet gemotiveerd; intusschen zijn wij wel van oordeel, dat de betrekking van havenrechercheur, in verhouding tot andere gemeentelijke functies, tot nog toe in de salaris verordening te laag is gewaardeerd. Wij achten daarom aan leiding aanwezig, om hierin verbetering te brengen, doch hierin mag slechts worden gezien een noodzakelijk herstellen van een onjuistheid in de salarisregeling, een maatregel dus, die onder de tegenwoordige omstandigheden alleen bij hooge uitzondering mogelijk is. Met het oog op de ook reeds in de bestaande verordening aanwezige verhouding tusschen de loonen van de politie en van het personeel van den Markt en Havendienst, kunnen de salarissen van de haven rechercheurs o. i. gevoeglijk worden gebracht op die van de brigadiers; het nieuwe loon van belanghebbenden wordt dan 35.5039.50 per week (in jaarloon 1846. 2054.Van onze mededeeling ter zake aan de Algemeene Ambtenaren- en Algemeene Werküeden Commissie werd, blijkens het advies, met erkentelijkheid kennis genomen. Voor verandering van titel achten wij vooralsnog geen aan leiding aanwezig; de tegenwoordige naam heeft burger recht gekregen en wordt bovendien in andere verordeningen gebezigd, o. a. in het nog slechts kort geleden vastgestelde „Ambtenarenreglement 1934". Voor de brugwachters en de havenrechercheurs is de toe lage voor kleeding en schoeisel ongeveer op dezelfde wijze geregeld als voor de politieagenten. Het kleedinggeld be draagt voor een brugwachter le en 2e klasse 65.per jaar en voor een havenrechercheur 100.de bijslag per persoon is gemiddeld 5.per jaar, de schoeiseltoelage 8.per persoon. Het is gewenscht, evenals voor de politie, één vaste toelage voor kleeding te verleenen. Deze kan voor de 'haven rechercheurs op ƒ100.worden gesteld; voor de brug wachters moet echter, naar de ervaring heeft geleerd, een bedrag van 65.te laag worden geacht. Voor hen ware de toelage daarom te stellen op 75.waarmede ook aan een in het Georganiseerd Overleg ter zake kenbaar gemaakten wensch zal zijn tegemoet gekomen. De toelage van 26.per jaar voor het gewoon politie- diploma en van 52.voor het diploma met aanteekening kan ook voor de brugwachters en de havenrechercheurs worden gehandhaafd. Verplegend en huishoudelijk personeel Gestichten „Endegeest" e.a. De salarissen van het verplegend personeel, die bij raads besluit van 6 Juli 1931 niet onaanzienlijk werden verhoogd, gaan uit boven de salarissen van het personeel bij Rijks- krankzinnigengestichten, zooals onderstaand staatje doet zien, welk staatje tevens het voorgestelde netto-salaris bevat. BETREKKING Netto-wedde r) thans Gemeente voorstel Netto-wedde Rijk Leerling-verpleger(ster) vóór le examen na le na 2e Gedipl. verpleger (ster) vóór vaste aanst. ongehuwd. Eerste verpleger (ster) ongehuwd Hoofdverpleegster 356.— 404.— 452.- 643.- 730.ƒ1112.— „1016.1399.— „1486.„1868.— 325.— 375.— 425.- 500.— 600.ƒ1100.— 900.„1350.— „1200.„1800.— 315.— 385.— 450.— 455.- 585.1125.— 810.„1350.— 1080.„1800.— b Na aftrek van kost en inwoning. Voor het huishoudelijk personeel kon worden volstaan met afronding van de geldende wedden (na tijdelijke korting). Vermits het verplegend personeel tot en met den rang van gedipl. verpleger(ster) vóór vaste aanstelling uitsluitend op arbeidscontract in dienst wordt genomen, zal de be looning niet meer in de salarisverordening kunnen worden opgenomen, doch op de bij art. 134, 2e lid der Ambtenarenwet bepaalde wijze moeten worden geregeld. In afwachting hier van wordt U hieronder met betrekking tot deze categorie van het verplegend personeel een afzonderlijk besluit ter vaststelling aangeboden. Overige ambtenaren. Te hunnen aanzien behoefde in het algemeen niet verder te worden gegaan, dan omzetting van de tijdelijke korting in een definitieve, met dien verstande, dat volgens de nieuwe schaal de vermindering van de oorspronkelijke (onverkorte) wedde geleidelijk stijgt van 25.bij het laagste tot ƒ500. bij het hoogste salaris. In enkele gevallen kon hiermede echter niet worden volstaan. Wat b.v. het personeel van den Keuringsdienst van Waren betreft, welks salarieering eveneens in een afzonderlijke verordening moet worden vervat, moest ingevolge aan schrijving van den Minister, rekening worden gehouden met de salarissen van overeenkomstige rijksambtenaren en met de door het Rijk gevorderde bezuiniging op den dienst. Vermits wij bij nadere overweging de salarissen voor den keurmeester le klasse en den analist le klasse, alsmede voor den keurmeester en den analyst, zooals zij bij het Georganiseerd Overleg waren ingediend, wel wat te laag achtten, hebben wij het minimum en maximum van deze functionarissen alsnog met 100.verhoogd, in het ver trouwen, dat de Minister hierin zal bewilligen. Verder moesten de betrekkingen van Concierge A, B en C en gemeentebode in minimum en maximum naar een lagere salarisgroep worden teruggebracht, zulks met het oog op de onderlinge verhouding van de salarissen in de gemeente lijke regeling. Dit was ook noodig, omdat, blijkens onder staand staatje, de tegenwoordige wedde van dit personeel te zeer afwijkt van het loon voor door den Minister aan gegeven overeenkomstige functies bij het Rijk. Concierge A B Gemeentebode 1369.1752.— 1560.1943.— 2038.2421 1752.2134.— 1350.1650.— 1500.—1900.— 1900.2300.— 1400.1800.— Concierge kleinere rijksgebouwen 1260.1530.— 1 Concierge grootste rijksgebouwen 1260.1800.— Bode Departement f 1252.1552.— O J? -r«c V 'Bi V Ut^ijLuoi"tu -»u it#ml >&IUt UI '.ailJülÖWT'»'' Gemeente Rijk (zonder kinderbijslag) BETREKKING Wedde thans Voorgestelde wedde

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1935 | | pagina 3