34
van de Commissie voor het Onderwijs, geven wij Uwe Ver
gadering in overweging te besluiten:
medewerking te verleenen aan het bestuur van de Ver-
eeniging tot Stichting en Instandhouding van Scholen met
den Bijbel te Oegstgeest, tot de aanschaffing van leermiddelen
ten behoeve van zijn school voor gewoon lager onderwijs aan
de Adriaan Pauwstraat;
over te gaan tot vaststelling van den overgelegden be-
grootingsstaat, groot 166.teneinde ons College in staat
te stellen, de voor de sub a bedoelde leermiddelen benoodigde
gelden te zijner tijd ter beschikking van het schoolbestuur
te stellen.
Op den post „Onvoorziene Uitgaven", waarvan dit bedrag
moet worden afgeschreven, is nog 36.200.beschikbaar.
Aan den Gemeenteraad.
Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 33.
Leiden, 15 Februari 1935.
Art. 1 van de verordening, regelende de invordering van
schoolgeld op de openbare bewaarscholen (Gem. Blad No. 19
van 1933) bepaalt, dat het schoolgeld moet worden voldaan
in handen van de hoofden dier scholen.
Aangezien dit een afwijking is van het algemeen voor
schrift, dat de Gemeente-Ontvanger alle inkomsten en ont
vangsten der gemeente invordert, moet nog worden vast
gesteld een besluit als bedoeld bij art. 122 der Gemeentewet.
Wij geven U alsnu in. overweging, over te gaan tot vast
stelling van de volgende verordening:
VERORDENING
inzake toepassing van art. 122 der Gemeentewet ten aanzien
van de inning van schoolgeld op de openbare
bewaarscholen te Leiden.
Artikel 1.
De hoofden van de openbare bewaarscholen zijn, in af
wijking met het bepaalde bij art. .120 der Gemeentewet,
belast met de inning van het schoolgeld voor de leerlingen
der openbare bewaarscholen, met inachtneming van de be
palingen van de verordening, regelende de heffing en de
invordering van genoemd schoolgeld.
Art. 2.
De hoofden der openbare bewaarscholen zijn terzake van
de inning en het beheer van de schoolgelden verantwoording
schuldig aan Burgemeester en Wethouders en den Gemeente-
Ontvanger.
Zij houden daartoe een register, vermeldende de namen
en woonplaatsen van de ouders, voogden of verzorgers door
wie het schoolgeld voor de leerlingen verschuldigd is, alsmede
het te betalen bedrag, en het betaalde bedrag met aanduiding
van het tijdvak.
Art. 3.
De hoofden der bewaarscholen storten wekelijks, uiterlijk
des Woensdags, het ontvangen schoolgeld ten kantore van
den Gemeente-Ontvanger.
De Ontvanger verleent kwijting voor de gestorte bedragen
door het plaatsen van zijn handteekening met vermelding
van den datum van storting in het register, bedoeld in art. 2,
nadat de opgaven over het desbetreffende tijdvak door de
afdeeling onderwijs van de gemeente-secretarie zijn geve
rifieerd.
Art. 4.
De gemeente verzekert zich tegen mogelijk door haar te
lijden schade in verband met de inning en beheer van de
schoolgelden door de hoofden der openbare bewaarscholen.
Art. 5.
Deze verordening treedt in werking op een nader door
Burgemeester en Wethouders te bepalen datum.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 34. Leiden, 15 Februari 1935.
Naar aanleiding van de door Uwe Vergadering op 25
Januari j.l. met 24 tegen 10 stemmen uitgesproken wensche-
lijkheid, om de schoolkindervoeding in 1935 ook gedurende
de vacanties te verstrekken, hebben wij het bestuur van
de Vereeniging voor Schoolkindervoeding en Schoolkinder-
kleeding verzocht ons te berichten met welk bedrag, in
verband daarmede, het over 1935 aan die Vereeniging ver
leende subsidie zal moeten worden verhoogd.
Blijkens het ter visie gelegd schrijven acht het bestuur
verhooging van het subsidie met een bedrag van 3730.
noodig.
Mitsdien geven wij U in overweging over te gaan tot
vaststelling van den overgelegden begrootingsstaat, groot
3730.teneinde ons College in staat te stellen de voor
de verstrekking van schoolkindervoeding gedurende de
vacanties in 1935 benoodigde gelden te zijner tijd beschik
baar te stellen.
Op den post „Onvoorziene Uitgaven", waarvan dit bedrag
moet worden afgeschreven, is nog 36.034.beschikbaar.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 35. Leiden, 16 Februari 1935.
In verband met het bepaalde in art. 103, derde lid, der
Lager Onderwijswet 1920, hebben de besturen van de in
deze gemeente gevestigde bijzondere scholen aanvragen
ingediend om een voorschot op de vergoeding van de kosten
van instandhouding van hunne scholen over het jaar 1935.
Voor de berekening van het voorschot is tot grondslag
genomen hetgeen te zelfder zake over het laatste dienstjaar,
waarover de gemeenterekening is gesloten, i. c. 1932, voor
de openbare lagere scholen in deze gemeente is uitgegeven.
De gemiddelde kosten per leerling hebben met uit
zondering van die voor salariëering van vakonderwijzers
over dat jaar, blijkens de ter inzage gelegde berekening,
bedragen voor het gewoon lager onderwijs 15.59 en voor
uitgebreid lager onderwijs 31.97.
Met betrekking tot de kosten van het vakonderwijs zij
medegedeeld, dat de gemeente over 1934, met inbegrip van
de te haren laste gebleven pensioensbijdragen, gemiddeld
per wekelijksch lesuur heeft uitgegeven voor het vakonderwijs
aan de scholen voor gewoon lager onderwijs 122.46 en
voor dat aan de scholen voor uitgebreid lager onderwijs
124.62.
In dat jaar werd door vakonderwijzers les gegeven per
school voor gewoon lager onderwijs gedurende gemiddeld
5.4 uur per week en per school voor uitgebreid lager onderwijs
gedurende gemiddeld 17 uren per week.
Op grond van een en ander geven wij U, met verwijzing
naar het advies van de Commissie voor het Onderwijs,
in overweging
I. het voorschot op de vergoeding, bedoeld bij artikel 101
der Lager Ouderwijswet 1920, over het jaar 1935 vast te
stellen op een totaal bedrag van 102.499.(inbegrepen de
vergoeding voor vakonderwijzers) en wel voor:
a. de school voor gewoon lager onderwijs aan:
de Krauwelsteeg 4, op3.081.\-f 530.
het Levendaal 54, op2.358.f- 530.
de Haarlemmerstraat 32, op 3.081.b 490.
de Lusthoflaan 2, op2.707.b 530.
de v. d. Werfstraat 98/100, op 2.320.f- 530.
de Oude Vest 193/195, op 1.784.b 530.
de Os- en Paardenlaan, op2.981.b 392.
het Rapenburg 48, op4.216.441.
de Haarlemmerstraat 240/
Pelikaanstraat 20, op3.817.b 515.
de Caeciliastraat 11/15, op 2.570.b 392.
de Potgieterlaan 7, op 2.008.(- 294.
de Munnikenstraat la, op 2.383.j- 490.
het Noordeinde 40, op 4.104.b 530.
de Pasteurstraat 16, op5.850b 530.
de Oosterstraat 16, op 2.931.b 527.
de Middelstegracht 119, op. 3.143.f- 509.
het Plantsoen 99a, op3.106.b 490.
den Hooge Morschweg 12, op 2.433.j- 392.
de Hoogl. Kerkgracht 20a, op 3.592.b 515.
de Lusthoflaan 4, op2.969.1- 490.
de Stadhouderslaan 16, op 3.418.b 515.
de Driftstraat 49, op2.507.1- 490.
de Adriaan Pauwstraat 1, op
het Noordeinde 1, op
1.510.
1.634.—
196.-
294.-
70.503.— 11.142.—
Voor bezoldiging van vakonderwijzers.