4-— 60 WOENSDAG 23 JANUARI 1935. Gcmeentebegrooting Algemeenc beschouwingen. (Splinter.) Op 15 November 1934 stonden leeg: 608 particuliere woningen, waarvan 399 met een huurwaarde van 6.en hooger en 209 met een huurwaarde van minder dan 6.Daaruit blijkt wel, dat er geen woninggebrek meer is. Men rekent als reserve altijd 2 maar langzamer hand gaat deze reserve in Leiden 4 a 5 bedragen. Op 22 Januari 1935 stonden leeg van de woningbouwvereenigingen: aantal woningen 6 7 9 30 8 15 1 huurwaarde per week minder dan: 5.-. 6.-. 7.-. 8.-. 9.-. 10.—. dus 76 in het geheel, dat is 2,3 van het totale aantal woningwetwoningen Bovendien moeten nu nog gebouwd worden met inbegrip van de 99 woningen van het saneeringsplan, 260 woningwet woningen. Met deze cijfers voor oogen behoeft men niet meer te spreken over het op ruimer schaal bouwen van goede en goedkoope woningen. Doordat een groot aantal woningen leegstaat, dalen de huurprijzen van alle woningen. Men heeft betoogd, dat alleen de woningbouwvereenigingen goedkoope arbeiderswoningen kunnen bouwen. Hiertegen over stelt spreker, dat de gemiddelde woninghuur van de thans in uitvoering komende plannen bedraagt: bij de ver- eeniging de Tuinstadwijk 4,33, Werkmanswoningen 4,60 en Ons Doel 5,06. Op het oogenblik bouwen particulieren achter de Van Speykstraat woningen, waarvan de huur per week minder dan 5.bedraagt. Indien de huur, zooals de heer Schoneveld interrumpeert, 6,50 bedraagt, of, vol gens de opmerking van den heer Vallentgoed 5,50, heeft men spreker verkeerd ingelicht. Den heer Schüller antwoordt spreker, dat hij een rapport heeft gekregen over den toestand van de reeds genoemde 209 woningen met een huur van minder dan ƒ6.per week. Van deze woningen waren 165 uitstekend bewoonbaar; 44 woningen waren minder goede woningen. Wat de premieregeling voor het onderhouden en verbeteren van particuliere woningen betreft, blijft spreker op het stand punt staan, dat het niet aangaat, particulieren een toeslag te geven voor het onderhoud van de woningen en blijft spreker ook van meening, dat een dergelijke regeling ook in Leiden niet zou worden toegestaan. Spreker gelooft niet, dat het Werkfonds voor dit doel een bijdrage verleent. Als de gemeente 's-Gravenhage een bijdrage voor dit doel gevraagd heeft, zal zij stellig een weigerend antwoord krijgen. Om al deze redenen is spreker er principieel tegen, dat een huiseigenaar op deze wijze het onderhoud vergoed zou krijgen; met een dergelijken verkapten toeslag kan spreker zich niet ver eenigen. Het College meent, dat verbetering van de Spoorliavenbrug in den Haagweg dringend vereischt is; die brug is in zoo desolaten toestand, dat het College niet alleen alles in het werk zal stellen om die verbetering te bevorderen, maar reeds ver schillende pogingen heeft aangewend om die brug verbreed te krijgen, doch de onderhandelingen daarover zijn nog niet afgeloopen. Spreker is het niet eens met den heer Schüller, dat er geen verband zou bestaan tusschen de verbetering Gemeentebcgrooting Algemeenc beschouwingen. (Splinter c.a.) van de Spoorhavenbrug in den Haagweg en de verbetering van den overweg van den Lagen Morschweg. Wanneer eenmaal de Spoorhavenbrug verbeterd is, zal het verkeer over den Morschweg aanmerkelijk minder worden. Nu zegt de heer Schüllerde bewoners van het Lage Morschwegkwartier dan. Spreker kan zich voorstellen, dat de bewoners daar de heer Schüller woont daar ookmisschien is hij er daarom zoo sterk voor geporteerd ook een goeden overweg willen hebben zoo als aan den Morschweg, maar Keulen en Aken zijn niet op één dag gebouwd. Laat de heer Schüller rustig zijn tijd afwachten ook- dit is een punt van overweging. Zoodra de bebouwing in het Lage Morschwegkwartier zich verder uitbreidt, komt de verbreeding van dien overweg wel degelijk aan de orde. Inzake het voorstel-van Weizen (No. 9) tot verlaging van de huren der gemeentewoningen met 25 en het amende- ment-Kooistra daarop, om dit niet toe te passen op woningen van ƒ6.en duurder, zegt spreker, dat bij de vorige begroo ting door den heer Kooistra is voorgesteld de huren der ge meentewoningen met 15 te verlagentoen echter het voor- stel-Kooistra tot instelling van een commissie tot onderzoek naar de huren werd aangenomen, was de heer Kooistra al zoo tevredengesteld, dat hij zijn voorstel tot huurverlaging met 15 introk. Nu het rapport van deze commissie nog behandeld moet worden, begrijpt spreker niet, dat de heer Kooistra los daar van zegt: tot een maximum huurprijs van 6.Het betreft de woningen, die door de gemeente overgedragen zijn aan de Woningstichting en verleden jaar heeft spreker al gezegd, dat de huren van deze woningen z. i. niet te hoog zijn. Boven dien zal de algemeene nivelleering ook op deze woningen van invloed zijn (de huur van een deel dezer woningen is reeds verlaagd) zoodat het absoluut overbodig is de huren nog verder te verlagen. De prijzen, die spreker vóór zich heeft, varieeren van 3.05 tot 4,75, terwijl van één woning de huur 5.10 bedraagt. Deze huurprijzen zijn gemiddeld al lager dan de destijds geschatte huurwaarde, zoodat er geen reden is om ze voor verdere verlaging in aanmerking te doen komen. Bovendien wordt aan hen, die deze bedragen niet verwonen kunnen, een huurtoeslag gegeven. Wat betreft de plaatsing van een transformatorhuisje en andere, publieke inrichtingen, kan het College niet aanspra kelijk gesteld worden voor wat onder het beleid van een ander College is geschied. Het College zal echter trachten voor dergelijke inrichtingen een behoorlijke plaats te vinden, zoodat zij niet in plantsoenen komen te staan. Ook spreker betreurt het dat in het plantsoen aan de Lombokstraat een transformatorhuisje is geplaatst, maar daaraan was niet te ontkomen. Het College heeft met verschillende eigenaren onderhandeld, maar geen van hen wenschte een stukje grond af te staan voor de plaatsing van het transformatorhuisje. Binnenkort komt aan de orde de aankoop van een stukje grond voor den bouw van een transformatorhuisje in den Roden burgerpolder op een plaats, waarbij rekening is gehouden met de omgeving, zoodat het niet in den weg komt te staan, doch binnen de bebouwing zooals dit trouwens in den nieuwen stadsuitleg gebruikelijk is. Spreker hoopt met deze uiteenzetting er in geslaagd te zijn de sociaal-democratische fractie te doen beseffen, dat door het gemeentebestuur altijd positief werk wordt gedaan. De Voorzitter schorst vervolgens de vergadering tot Don derdag 24 Januari 1935, des namiddags te 2 uur. Te Leiden ter Boekdrukkerij van J. J. GROEN ZOON.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1935 | | pagina 22