WOENSDAG 23 JANUABI 1935. 59 Gemecntebegrooting Algemeenc besehodwingen. (Splinter e.a.) Spreker begrijpt niet, waarom men het voorstel heeft ingediend, terwijl het den heer van Stralen bekend was, dat het in het voornemen van het College lag een principieele uitspraak van den Baad over de uitvoering van deze werken in werkverschaffing uit te lokken. De sociaal-democraten behoeven in dezen dan ook niet met de eer te gaan strijken. Spreker hoopt, dat wanneer de Baad zich in principe over de wijze van uitvoering heeft uitgesproken, de bezwaren, die tegen de doortrekking van den Wassenaarscheweg bestaan in verband met het uitbreidingsplan der gemeente Oegstgeest, zullen zijn opgeheven tegen den tijd, dat de dienst van Gemeentewerken de opdracht krijgt de plannen nader uit te werken. Spreker handhaaft zijn meening, dat de verbreeding van den Maredijk, het maken van een nieuwen tunnel in den Maredijk, het bouwen van een brug over de Haarlemmervaart van den Maredijk naar de Musschenbroekstraat en de door trekking van deze straat naar de Koningstraat een onver brekelijk geheel vormen. De heer Schüller weet, dat in de Commissie van Fabricage is voorgesteld den Directeur der Gemeentewerken op te dragen plannen te ontwerpen voor den bouw van een tunnel ter breedte van 8 meter, die echter geen waarde voor het verkeer heeft als niet tevens wordt overgegaan tot de verbreeding van den Maredijk, welke thans uitloopt in een betrekkelijk smal gedeelte en dan aansluit bij de singels. Daarmede houdt ook verband de straataanleg op het Schuttersveld, omdat tegenover de brug, die thans aan de Veemarkt wordt gemaakt, een behoorlijke uitweg voor het verkeer wordt verkregen. Op het uitbreidingsplan is een brug over de Haarlemmer vaart vlak naast den spoorweg ontworpen. Indien de tunnel wordt gemaakt, moet deze brug wellicht op een andere plaats gelegd worden en dan is het de vraag, of bij de Musschen broekstraat nog een brug noodig is. Deze vraagstukken zijn voor het College niet nieuw; zij zijn bij Gemeentewerken reeds geruimen tijd in studie. Wan neer het College zoo ver gevorderd is, dat het de desbetreffende voorstellen bij den Baad kan indienen, kunnen deze werken in hun onderling verband worden bezien. De doortrekking van de Musschenbroekstraat naar de Koningstraat is op zich zelf een zeer klein werk, maar houdt o.a. verband met de omstandigheid, dat de Lichtfabrieken en het Slachthuis daar ook gronden hebben liggen. Thans is men bezig met het vraagstuk van de ruiling van gronden. Pas wanneer deze tot stand is gekomen, zal doortrekking van de Musschenbroekstraat nader onder oogen kunnen worden gezien, hoewel dit een werkje is van slechts 50.000. een klein werkje dus in vergelijking met de gezamenlijke werken, die door de sociaal-democraten zijn voorgesteld. Dan de voortzetting van den aanleg van de centrale rioleering; de bedoeling is in 5 jaar de verschillende wijken aan te sluiten. Spreker erkent, dat het mogelijk zou zijn de stamriolen vlugger te leggen, maar het resultaat uit hygiënisch oogpunt zou nihil zijn, omdat volgens den eisch van Bijnland op de bestaande centrale rioleering geen aansluitingen verder mogen geschieden, of eerst moet de zuiveringsinrichting geheel klaar zijn. Spreker geeft den Voorzitter nu tot op zekere hoogte toe: als althans die eisch gehandhaafd wordt. Deze inrichting wordt nu genoemd als werkobject, maar dit ver keert toch nog maar in het beginstadium. De heer Schüller, die de gecombineerde vergadering van College en Commissie van Fabricage heeft bijgewoond, is hiervan volkomen op de hoogte. Hij weet, dat op het oogenblik de plannen bij Bijnland in studie zijn; het is toch duidelijk, dat men bij een zoo belangrijk werk niet ineens tot aanbesteding kan overgaan. Al deze voorstellen zijn ontijdig; als de heeren hun tijd hadden afgewacht, en het is financieel mogelijk, zullen van zelf de meeste dezer werken hier in den Baad aan de orde worden gesteld. Spreker heeft er vreemd van opgekeken, dat het voorstel tot vernieuwing der Bijnbrug weer ter tafel is gebracht door de sociaal-democraten; de heer Schüller kent den gang van zaken daarbij volkomen en heeft zich neergelegd bij het advies van de Commissie van Fabricage om eerst de Kraaier- brug te vernieuwen en pas daarna te beslissen, of vernieuwing van de Bijnbrug met het oog op het verkeer wenschelijk is. De heer Schüller is de fractie niet. De heer Splinter meent, dat deze opmerking niet te pas komt. De heer Schüller geeft in zijn fractie wat deze zaken betreft de leiding, althans de informatie. De heer Schüller erkent, dat een lid van een bepaalde fractie, dat lid is van de Commissie van Fabricage, natuurlijk de adviseur van die fractie is, maar dat wil toch nog niet Gemeentebegrooting Algemeene beschouwingen. (Splinter e.a.) zeggen dat, als spreker als lid van de Commissie van Fabri cage met een bepaald voorstel in de Commissie is meegegaan, dan ook de andere leden van zijn fractie daarmee moeten meegaan. De heer Splinter zegt, dat de heer Schüller als adviseur van zijn fractie dan moet zeggen: die zaak is in een zoodanig stadium, laten wij daarmee niet aankomen. De heer Schüller heeft het precies zoo aan zijn fractie mede gedeeld, maar kan er niets aan doen, als deze desondanks anders wil handelen. De heer Splinter zegt, dat de sociaal-democratische fractie dan een anderen vertegenwoordiger in de Commissie van Fabricage moet aanwijzen, in wien zij meer vertrouwen stelt dan in den heer Schüller. De sociaal-democratische fractie, ingelicht door den heer Schüller, was volkomen op de hoogte van de zaak. Het is den heer Schüller bekend, dat het in het voornemen van het gemeentebestuur ligt bij vernieuwing van de Kraaier- brug de oude brug te gebruiken ter vervanging van de Gans- oordbrug ten einde het plan zoo economisch mogelijk uit te voeren. De heer Schüller heeft zich hierbij aangesloten. De heer Schüller merkt op, dat de leden van zijn fractie geen stemvee zijn. Als zij het niet met spreker eens zijn, staat het hun geheel vrij daaromtrent hier, in den Baad te doen blijken; dat is hun recht. De Voorzitter zegt, dat het daarom niet gaat. Het is alleen de vraag, of de sociaal-democratische fractie wist, in welk stadium deze plannen waren. De heer Schüller heeft het aan zijn fractie medegedeeld. De heer Splinter zegt, dat de heer Schüller het als adviseur had kunnen toelichten en zijn fractiegenooten in overweging had kunnen geven, het voorstel niet te doen. Spreker hoopt, dat de vernieuwing van de Kraaierbrug in een van de eerstvolgende vergaderingen aan de orde gesteld kan worden. Wat punt 10a van het voorstel, het bouwrijp maken van ter reinen benoorden de Bingsloot, betreft, meent spreker, dat men geen 280.000.mag uitgeven voor straataanleg, die wellicht in de verre toekomst niet noodig zal blijken te zijn. De gemeente lijdt dan renteverlies, terwijl er wellicht geen grond verkocht zal worden, omdat men zooals spreker meent het bouwen binnenkort zal moeten staken. Bij den bouw van woningwetwoningen vraagt de Minister niet, of er reeds straat aanleg is, maar alleen of er behoefte aan de woningen bestaat. Ten aanzien van punt 10b van het voorstel, het bouwrijp maken van gronden bij de Boomburgerwetering, is het den heer Schüller misschien bekend, dat de plannen voor het bouw rijp maken van die terreinen gereed zijn. Het gemeentebestuur onderhandelt thans over het bouwrijp maken van de achter gelegen terreinen. Deze zaak is tijdens de ziekte van den heer Schüller in de Commissie van Fabricage behandeld. De heer Schüller is in de commissie van de zaak op de hoogte gesteldde commissie had toen reeds een beslissing genomen. De heer Splinter zegt, dat indien de onderhandelingen slagen, niet alleen deze gronden, maar ook de daarachter ge legen gronden bouwrijp gemaakt zullen worden. Volgens den heer Kooistra moet de krotopruiming, de sa neering en vernieuwing van oude stadsgedeelten, benevens de aanbouw op ruime schaal van arbeiderswoningen ter ver vanging der krotten, veel sneller gaan; verder is de gedachte geopperd, dat dit de gemeente eigenlijk geen geld kost, omdat het Bijk het dan zou betalen. Deze onderstelling is echter on juist; het saneeringsplan-Bouwelouwensteeg kost aan ont eigening en aankoop van perceelen ƒ260.000.na aftrek van 60.000.voor grondwaarde blijft er een nadeelig saldo van 200.000.en daarvan betaalt het Bijk de helft aan annuïteiten, en de gemeente de andere helft. Zoodoende kost het saneeringsplan Bouwelouwensteeg en Paradijssteeg elk jaar aan de gemeente 5.132.Er zijn inmiddels reeds meer saneeringsplannen overwogen, maar met het oog op de financieele consequenties is daarvan althans voorloopig af gezien, omdat het College eerst dit saneeringsplan wilde zien tot stand komen. Er is verder aangedrongen op den bouw van woningen op ruime schaal. Aan die woningen bestaat naar sprekers meening geen behoefte.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1935 | | pagina 21