52 WOENSDAG 23 JANUARI 1935. Gemeentefaegrooting Algemeene beschouwingen. (Sehüller e.a.) De heer Sehüller erkent dit. Het zijn niet alleen de arbeiders, maar ook groote groepen van anderen, die daaraan voor een gedeelte zouden kunnen medewerken. Spreker meent met deze nadere toelichting van het voor stel in eerste instantie te kunnen volstaan en aangetoond te hebben, dat indien het de ernstige wil van de overige raads leden is met sprekers fractie samen te werken tot oplossing van de moeilijkheden en de werkloozen zooveel als in het vermogen van den Raad ligt aan werk te helpen, het gewenscht is het voorstel van de sociaal-democratische fractie aan te nemen. De sociaal-democraten hebben niet positief gezegd, welke werken uitgevoerd dienen te worden, maar alleen het College gevraagd, den Raad plannen en kostenberekeningen voor te leggen. Met de vervaardiging daarvan zal de dienst van Ge meentewerken niet overbelast worden. De werken zijn voor een gedeelte reeds bekeken. Bovendien kan het gemeentebe stuur de vaste ambtenaren met dit werk belasten en de aan vullende krachten trachten te vinden onder degenen, die door den dienst van Sociale Zaken gesteund worden, zoodat het een aantal werklooze technische personen aan werk helpt. Indien het College later in een behoorlijk praeadvies een behoorlijke berekening geeft en aantoont, dat sommige werken niet uitgevoerd kunnen worden, zijn de sociaal-democraten zeker voor rede vatbaar. Het voorbereidende werk behoeft dan niet onproductief te zijn, aangezien het verschillenden personen werk heeft gegeven en het gemeentebestuur vele gegevens heeft verschaft, zoodat de Raad in de gelegenheid gesteld kan worden een oordeel te vellen. Intusschen heeft men van hooger hand ernstig bezwaar gemaakt tegen den toestand van de rioleering en tegen de loozing van het rioolwater. Men heeft het College bij wijze van spreken het mes op de keel gezet en geëischt, dat oogen- blikkelijk plannen voor het maken van een zuiveringsinrich ting worden ontworpen. Er moet een behoorlijke centrale rio leering worden gemaakt, omdat Rijnland bezwaar heeft tegen den bestaanden toestand. De officieele stukken vermelden en bewijzen dit. Door een bepaalde, officieele, instantie is bij het gemeentebestuur aangedrongen, spoed te maken met de zuiveringsinrichting en met de andere uitmonding van de centrale rioleering; niet alleen daarvoor, maar ook in het belang van de volksgezondheid moet een einde komen aan dezen toestand. Dan voorkomt men ook, dat de bouwers onnoodig 200.- of 300.in den grond moeten stoppen voor een beerput, die misschien over een of twee jaar over bodig en nutteloos is. Deze kosten drukken weer op de huren, al is het maar 2 cent per week, en zijn weggegooid geld. De heer van der Rcijden zegt, dat de verwijten tot het College gericht, dikwijls ongegrond, niet verdiend en ook onjuist zijn. De oppositie stelt het voor, alsof er niets, althans weinig goeds in het belang der gemeente en haar inwoners werd en wordt gedaan door het College in dezen zoo zorgvullen tijd. Geeft zij zich er wel rekenschap van, dat zij hiermede het gemeentebelang ten zeerste schaadt en een geest van op stand zaait onder de Leidsche gemeentenaren Spreken de in 1934 uitgevoerde werken dit niet ten stelligste tegen, en blijkt hieruit niet, dat het College met de hem ten dienste staande middelen alles heeft gedaan wat dienstig was voor het waarachtig gemeentebelang? Moet de zelfstandigheid van Leiden dan maar opgeofferd worden aan onmogelijk te vervullen eischen en wenschen van een partij, die geen ver antwoordelijkheid hiervoor wil dragen? Spreker dankt den Burgemeester voor zijn toewijding, aan de gemeente bewezen, en wenscht hem kracht en sterkte toe om zijn zware taak in dezen tijd naar behooren te vervullen. Aan de werkloosheid kan ook de Burgemeester geen einde maken, doch spreker is verzekerd, dat het College alles zal doen wat mogelijk is den druk hiervan, ook door uitvoering van werken, welke maar eenigszins financieel mogelijk zijn, te verlichten. De heer van Stralen wil niet medewerken de ellende der werkloozen te helpen lenigen door particuliere bijdragen. Begrijpt hij dan niet, dat zijn werklooze makkers hiervan de dupe worden en dat zij voor hun gezin veel meer hebben aan 1.van een particulier of van een instelling, dan aan dui zend woorden van hem? Laat hij ook eens een poging doen, op de manier van het Christelijk Comité voor Werkloozenzorg, waardoor reeds vele nooden gelenigd konden worden, om zijn makkers te helpen met daden, niet met woorden; dat is mannenwerk. Wat en hoeveel aan gaven in natura is verstrekt aan ruim 400 gezinnen, zal spreker niet opsommen; dat is ook niet noodig. De oprechte dankbaarheid der Christelijke werkloozen uitte zich door middel van een advertentie in de Leidsche dagbladen. Dit was voor de Commissie een groote voldoening en een bewijs te meer, dat dit mooie werk zeer gewaardeerd wordt. Gemecntebegrooting Algemeene beschouwingen, (van der Rcijden e.a.) Spreker handhaaft nog steeds, wat hij tien jaar geleden bij de behandeling van de begrooting heeft gezegd, n.l. dat de arbeiders niets hebben aan woorden. Sprekers houding ten aanzien van de voorstellen omtrent de verstrekking van schoolkindervoeding gedurende de vacan- ties, de instelling van een levensmiddelenraad, de invoering van de medezeggenschap, het verleenen van subsidie aan de drankbestrijders-organisaties en de openstelling van sport terreinen op Zondag is bekendspreker zal er tegen stemmen. De heer Schoneveld zegt, dat de heer van Eek heeft be toogd, dat voor de toepassing van de socialistische beginselen de productiemiddelen het eigendom van de arbeiders zouden moeten zijn. In elk economisch systeem op zich zelf kan iets goeds schuilen, maar het gaat in dezen niet alleen over een ander productie-systeem, doch ook over de beginselen, die de gemeentepolitiek beheerschen. Van de eigenlijke be ginselen van de sociaal-democratie heeft de heer van Eek weinig gezegd. Als leider van de sociaal-democratische fractie heeft de heer van Eek bij andere gelegenheden weieens een meer principieel betoog gehouden dan bij deze algemeene beschouwingen. De zaak oppervlakkig beschouwende, zou men kunnen zeggen, dat men in Rusland er in geslaagd is de arbeiders aan het werk te zetten. Dit is voor de arbeiders als menschen niet de hoofdzaak; zij hebben ook geestelijke goederen en deze zouden onder de leiding van de communisten niet veilig zijn. De heer van Weizen kan in de Nieuwe Leidsche Courant lezen, welke ervaringen iemand, die in dienst van de Sovjet is geweest, heeft gehad; daaruit blijkt, dat het huwelijk, het gezinsleven en de opvattingen omtrent den godsdienst bij de communisten niet veilig zijn. Spreker kan zich indenken, dat de sociaal-democratische vakbeweging op een ander standpunt staat en een andere tactiek toepast dan de christe lijke, maar men moet zich toch ook tot deze hoogte kunnen opwerken, dat men een andere beweging ook haar eigen stand punt laat bepalen. De moderne vakbeweging schroomt toch ook niet de communisten uit haar rijen te bannen; zij eischt dus voor zich op het zelfbeschikkingsrecht en de christeüjke vakbeweging doet dat op haar beurt eveneens; deze zal op haar wijze de aan haar zorg toevertrouwde belangen ver dedigen. De heer van Stralen mag beweren, dat zij wat schroom vallig is, spreker is overtuigd, dat haar werk in het belang van de arbeiders zoowel als van de maatschappij is. Inderdaad is de opmerking van den heer van Stralen, toen deze vergeleek de twee vergaderingen van de christelijke werknemers en werkgevers, juist, maar spreker heeft ook betoogd, dat ten slotte bij het in toepassing brengen en bij het werken in de maatschappij het beginsel meespreekt, even goed bij den heer van Stralen als bij de christelijken. Men moet het dus, wan neer een ander het op een andere wijze doet, niet voorstellen alsof de ander niets doet of het schroomvallig doet. Het is altijd gemakkelijker om zooals de sociaal-democraten en de moderne vakbeweging gedaan hebben, te trachten de menschen door middel van een petitionnement warm te maken; dat slaat veel meer in dan wanneer men binnenskamers over die dingen spreekt. Maar dat wil nog niet zeggen, dat daarom het werk van de christelijke en roomsch-katholieke vakbeweging minder zou zijn. Het gaat er toch niet om hoeveel woorden in het pubhek gezegd worden, maar welke daden verricht worden in het waarachtig belang der arbeiders en dan ge beurt er op het oogenblik meer binnenskamers dan daarbuiten. De geschiedenis zal moeten uitwijzen hoe het meeste bereikt wordt. De tactiek der moderne vakbeweging heeft zich in den loop der tijden gewijzigd, dank zij die der christelijke vakbe weging. Daarom eischt deze Amor zich op zelf daarover te beslissen. Inzake sprekers voorstel No. 33 meent hij, dat de 25.000. lagere uitgave op den post salarissen niet op de begrooting gemist kan worden. Aangezien de tijdelijke korting in een blijvende korting zal worden veranderd en de bedragen naar beneden zullen worden afgerond, waarbij belangrijke ver lagingen zullen zijn, is het gewenscht, dat de Commissie voor Georganiseerd Overleg haar advies uitbrengt, voordat de Raad een beslissing neemt. Wat de volkshuisvesting betreft, heeft het College reeds een aanvang gemaakt met een huurverlaging. Het heeft echter eenigszins lang geduurd, voor het zoover is gekomen, ten gevolge van de onvoldoende outihage van den dienst van Bouw- en Woningtoezicht. Deze dienst beschikt niet over een behoorlijke statistiek van de huren en de woningen. Toch is het gewenscht, dat deze dienst een dergelijke statistiek heeft, die men ook zonder de instelling van een Woningbeurs kan verkrijgen. Welk bedrag is verkregen door de conversie van de 5 leening?

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1935 | | pagina 14