MAANDAG 26 NOVEVIBEE 1934. 451 Verbetering werkloozenzorg. (van Eek e.a.) meening, waarvoor de democratische Kamerleden ook respect moeten hebben. Wanneer 1\ millioen ingezetenen, van welke richting ook, door een adres betuigen, dat huns inziens aan die punten aandacht moet worden geschonken, dan zal een democratisch voelende persoonlijkheid daarmede rekening houden. Het petitionnement bedoelt niet den Kamerleden voor te schrijven, wat gebeuren moet, maar te toonen dat onder een belangrijk deel der bevolking die wensch krachtig leeft. De onderteekenaren van het petitionnement maken niet uit, wat er gebeuren zal, maar beter dan de Kamerleden weten de leden van het College, dat dichter bij de bevolking staat dan de Minister, wat er onder het volk leeft. Men kan daarom wel degelijk invloed uitoefenen door middel van een petitionnement. De sociaal-democraten zullen op dezelfde wijze voortgaan en steunen daarbij op de overtuiging, dat hun meening veld zal winnen, en dat hun actie ten slotte zal leiden tot betere toestanden. De Christeüjke arbeiders gevoelen zeer zeker wat de sociaal-democraten uitspreken en spreker gelooft niet, dat wat de Christelijke vertegenwoordigers in den Eaad hebben medegedeeld als hun meening werkelijk leeft onder de Christe lijke arbeiders, die in het algemeen zeker andere denkbeelden hebben dan die, welke door de Christelijke afgevaardigden zijn uitgesproken. De heer Romijn zegt, dat het College op het reeds vroeger ingenomen standpunt staat, dat het niet op den weg van den Eaad ligt, adressen als dat, waarom het in dezen gaat, aan de Eegeering te richten. Het College sluit zich volkomen aan bij de motiveering, die de heer Wilmer heeft gegeven. Dit adres is bovendien overbodig, omdat de steunver laging, die per 1 Juli is ingegaan, door de gemeente in de desbetreffende organen is behandeld en naar aanleiding daarvan aan de Eegeering (d. i. het Departement) een adres is gezonden, houdende verzoek op verschillende punten ver anderingen en verbeteringen aan te brengen, welke met het oog op de positie van Leiden wenschelijk waren. Voor een groot gedeelte is dit verzoek afgewezen, maar op eenige punten is er aan voldaan. Door dit adres, dat betrekking had op speciaal Leidsche belangen, is het verzoekschrift overbodig geworden, dat de sociaal-democraten thans aan de Eegeering zouden willen toezenden en betrekking heeft op zaken, die het geheele land betreffen. Spreker onderschrijft ten volle den wensch, dat ten aanzien van de particuliere hulpverleening grootere vrijheid wordt gegeven. Voor de particulieren bestaat echter al eenige vrijheid. Er zijn n.l. mogelijkheden en middelen, waardoor de particuliere liefdadigheid in het lot der werkloozen eenige merkbare verbetering kan brengen. Als lid van het Crisis- Comité heeft spreker het groote voorrecht meerdere parti culiere initiatieven op te vangen en tot een harmonisch geheel te maken. In de kringen van de rechter-groepen zijn reeds meermalen initiatieven ter hand genomen, die ook met goede resultaten zijn bekroond; spreker verklaart dit met vreugde, maar betreurt anderzijds, dat van de zijde der meest linksche groepen, zoowel sociaal-democraten als com munisten, dergelijke initiatieven hem nooit hebben bereikt, en dat dezen zich stelselmatig daarvan afzijdig hebben gehouden. De mogelijkheid van hulpverleening is toch altijd nog in ruime mate aanwezig en spreker en ook het geheele College stelt zich gaarne beschikbaar om daaraan richting te bieden. De heer Eikerbout drong aan op het nemen van ver schillende maatregelen ten voordeele der werkloozen. De organisatie op dit punt in deze gemeente staat practisch klaar; reeds verleden jaar is door het Crisis-Comité de ge heele organisatie tot verstrekking van kostelooze groenten in elkaar gezet; daaraan kon geen gevolg worden gegeven omdat door allerlei omstandigheden, die in geen enkel op zicht aan Leiden kunnen worden geweten, geen levering heeft plaats gevonden. Men is er hier doorloopend op uit om van bestaande gelegenheden om het leed en de nooddruft der werkloozen te lenigen, voorzoover onder de bestaande bepalingen mogelijk, gebruik te maken; spreker ziet tot zijn groot genoegen, dat vele particulieren zich belangeloos be schikbaar stellen om de resultaten daarvan nog beter te doen uitkomen. De houding van het College is overigens voldoende bekend men weet voldoende, dat de bestaande gelegenheden met beide handen worden aangegrepen. De heer van Stralen had, kennende de mentaliteit van dezen Eaad, niet veel hoop, dat op het verzoek van den Verbetering werkloozenzorg. (van Stralen e.a.) Bestuurdersbond en op sprekers voorstel zal worden ingegaan. De heeren meenen nu eenmaal, dat daartoe geen aanleiding bestaat. De heer Wilmer kan zich echter niet zoo maar los maken van het feit, dat in een aantal katholieke gemeenten de Eaad wel adhaesie aan dit verzoek heeft betuigd. De heer Wilmer vraagt den heer van Stralen die katholieke gemeenten dan eens te noemen. De heer van Stralen weet de namen niet precies, maar er zijn er meerdere. De Eaad van Tilburg, die bijna geheel katholiek is, besloot met algemeene stemmen zijn adhaesie te betuigen, op grond van het feit, dat de door het N. V. V. uit gesproken wenschen over het algemeen dezelfde zijn als de wenschen, door het Boomsch-katholiek Werküeden Verbond tegenover de Eegeering geuit. Als de Eaad van Tilburg, waarin de partijgenooten van den heer Wilmer het voor het zeggen hebben, deze zaak zoo belangrijk vindt, dat hij daar aan zijn steun verleent, waarom kan de Eaad van Leiden het dan niet doen? Het gebeurt niet eiken dag, dat in den Eaad zaken ter sprake komen, waarbij de Eegeering betrokken is, maar thans is het noodzakelijk, dat niet alleen door groepen van welwil lende personen, wien de politiek van de Eegeering tegen de borst stuit, maar ook door het gemeentebestuur, dat verant woordelijk is voor den toestand van de ingezetenen der ge meente, een adres tot de Eegeering wordt gericht. Men schuift echter de verantwoordelijkheid van zich af. Wanneer men evenwel erkent, dat de toestand verbeterd moet worden en de Eegeering, zooals de heer Wilmer zei, verder moet gaan, is het de dure plicht van het gemeente bestuur om dergelijke meeningen langs den officieelen weg ter kennis van de Eegeering te brengen. De heer Wilmer ont trekt zich aan de vervulling van zijn plicht, indien hij dit helpt onmogelijk maken. Natuurlijk zijn er andere organen, in casu de volksver tegenwoordiging, die de aandacht van de Eegeering op haar fouten zouden moeten vestigen en door een op democratische wijze genomen besluit er toe zouden moeten medewerken, dat in den bestaanden toestand verbetering werd gebracht. Men volstaat echter met de erkenning, dat wat gedaan wordt onvoldoende is en met allen politieken invloed, waarover men beschikt, doet men geen enkele poging om de noodige ver beteringen aan te brengen, hoewel erkend moet worden, dat de heer Aalberse en enkele andere democratisch gezinde leden van de E. K. Staatspartij in de Tweede Kamer ook in dien geest hebben gesproken. Het komt evenwel niet aan op woorden, maar op daden. Wanneer echter in de Tweede Kamer een voorstel wordt ge daan, waardoor degenen, die het er mede eens zijn, het woord kunnen omzetten in een daad en daardoor druk op de Ee geering kunnen uitoefenen of haar kunnen noodzaken zelf tot een daad te komen, stemmen zij rustig dit voorstel af, of schoon zij in hun redevoeringen hebben gezegd, zeer begaan te zijn met het lot der werkloozen. Spreker herinnert den heer Eikerbout aan diens woorden, dat op de Christelijke arbeiders een groote verantwoordelijkheid rust. Daarmede is spreker het eens, zij het misschien in anderen zin dan het bedoeld is. Wanneer de christelijk georganiseerden met de andere arbeiders en werkloozen meer één lijn trokken en feitelijke verbeteringen trachtten door te zetten in de organisaties, dan zouden zij zeer zeker meer invloed kunnen uitoefenen op de met hen bevriende Eegeering. Het gaat evenwel in die richting; er is verandering in de mentaliteit. Yooral de katho lieke arbeiders toonen den laatsten tijd meer, dat zij het met het beleid van de E.K. Staatspartij niet eens zijn. Op de katho lieke en christelijke arbeiders rust inderdaad een groote ver antwoordelijkheid, omdat van hen uitsluitend afhangt, van hun invloed op hun geestverwanten, of het inderdaad zal komen tot verbeteringen als de heer Wilmer noodzakelijk acht. Het is natuurlijk onjuist, wat de heer Eikerbout zeide, dat met de 2 millioen, door de Eegeering beschikbaar gesteld, voor het grootste gedeelte aan de wenschen was tegemoetge komen. Als men zijn tevredenheidsbetuiging al klaar heeft, wanneer de Eegeering door de voortdurende pressie en door de omstandigheden gedwongen een kleinen stap doet, dan zijn deze 2 millioen tevens de laatste. Als de Eegeering deze 2 millioen beschikbaar stelt, kan per werklooze in een geheel jaar juist ƒ7.aan den tegenwoordigen steun worden toegevoegd. De werkelijke oorzaak van de groote ellende ligt hierin, dat de Eegeering op een onzalig oogenblik besloten heeft voor de kosten van de steunverleening van 1934 niet meer beschik baar te stellen dan 49 millioen in plaats van 75 millioen zoo als voor 1933. Daardoor was onmiddellijk op 1 Juli steunver mindering noodzakelijk. Dat was de groote fout van de Eegeering. De politieke omstandigheden brengen mede, dat

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1934 | | pagina 9