446 MAANDAG 26 NOVEMBER 1934.
Verbetering werkloozenzorg.
(van Stralen e.a.)
gemeentebesturen begrijpen, dat zij in deze wel een taak
hebben. Verscheidene Gemeenteraden hebben besloten ad-
haesie te betuigen aan het verzoek of hebben zich zelfstandig
tot den Minister gewend met een verzoek om verbetering
van de steunregeling op bepaalde punten. Van katholieke
zijde wordt er hier altijd bezwaar tegen gemaakt, dat de
gemeente zich zelfstandig tot het Rijk richt, maar de Raad
van Tilburg, een geheel katholieke gemeente, heeft met
algemeene stemmen besloten dit verzoek aan de Regeering
te ondersteunen. Spreker hoopt, dat dit voorbeeld van Tilburg
navolging zal vinden bij de katholieken hier en dat dezen
den tijd gekomen zullen achten, niet om af te wachten of de
Regeering wat zal doen en wat zij zal doen, maar om zelf
standig bij de Regeering aan te dringen op verbetering van
de werkloozenzorg.
De heer Wilmer heeft met eenigen tegenzin het woord ge
vraagd, omdat hij vroeger door hem gemaakte opmerkingen
moet herhalen, waarvoor hij den Raad zijn verontschuldiging
aanbiedt.
Indien echter de R.K. fractie zonder meer tegen het voorstel
van den heer van Stralen zou stemmen, zouden misschien
sommige oppervlakkig denkenden dit tegenstemmen ver
keerd kunnen uitleggen en wijten aan gebrek aan inzicht
in den nood van de werkloozen of gemis aan kracht om zoo
effectief mogelijk mede te werken tot leniging van dezen
nood, terwijl toch niets minder waar is dan dit.
Spreker hoopt, dat zijn betoog den Raad, voor zoover
deze de zaken objectief wil bezien, de overtuiging zal schenken,
dat het tegenstemmen plaats heeft en thans verklaart
spreker dit namens vele leden van den Raad, in het bijzonder
namens de geheele R.K. fractie ondanks het feit, dat de
tegenstemmers er van overtuigd zijn, dat voor de leniging
van den nood der werkloozen door de Regeering meer moet
worden gedaan dan tot nu toe gedaan is en daarvoor de
middelen moeten gevonden worden.
De voornaamste en afdoende reden van het tegenstemmen
door sprekers fractie is gelegen in de overweging, dat het
niet op den weg van het gemeentebestuur ligt te adresseeren
aan de Regeering betreffende zaken, welke niet zijn van
plaatselijk belang, maar wel van algemeen nationaal belang
en de algemeene nationale politiek betreffen.
Spreker moet het feit, dat te dezen opzichte tusschen de
sociaal-democratische fractie en de meerderheid van den
Raad een verschil van meening bestaat, aanvaarden, maar
kan er geen honorabele verklaring voor vinden. Het is voor
spreker zonneklaar, dat indien deze Raad en als consequentie
daarvan alle gemeenteraden van het land den weg op zouden
gaan, waarop de S.D.A.P. hen voortdurend wil dringen,
er in het land evenveel Tweede Kamers zouden zijn als er
gemeenteraden bestaan. Indien de gemeenteraden aldus
zouden afwijken van hun grondwettelijke taak met name
het besturen van de gemeenteüjke huishouding, zouden zij
hun eigen graf graven.
Er zijn nog twee andere redenen, waarom het speciaal
in dit geval voor de R.K. fractie moeilijk is, haar stem aan
het voorstel te geven. Zij betreffen 1°. den inhoud van het
voorstel en 2°. het tijdstip, waarop het wordt gedaan.
Indien sprekers fractie haar stem aan een tot de Regeering
te richten adres zou willen geven, zou het adres anders
moeten geredigeerd zijn dan het nu geredigeerd is. Spreker
zou er meer in willen opnemen dan er in staat. In breede
katholieke kringen leven eenige verlangens inzake verbetering
van den werkloozensteun, die in dit adres niet worden ge
noemd, maar wel in de Tweede Kamer dezer dagen o. a.
door den heer Aalberse met kracht en klem zijn geuit. Aller
eerst wenscht spreker een einde gemaakt aan de Regeerings-
bepaling, die de particuliere liefdadigheid zoowel van indivi
duen als van organisaties belemmert, doordat dezen niet
den ontoereikenden werkloozensteun zouden kunnen aan
vullen, zoover als zij dit zelf wenschen. Dit blijft een eisch,
zelfs al wordt de steunuitkeering verhoogd; die zou dan nog
altijd zoodanig blijven, dat in zeer vele gevallen aanvulling
noodzakelijk is; dan moet het de particuliere liefdadigheid
volkomen vrij staan die aanvulling te geven voorzoover
zij dat zelf noodig en gewenscht acht. In de tweede plaats
mag het ook niet langer gebeuren, dat een werklooze eerst
dan gesteund wordt door de Overheid, wanneer hij totaal
is verarmd.
Sprekers tweede bijkomstig bezwaar betreft den tijd, waarin
dit adres aan de Regeering zal worden gezonden. Op het
oogenblik wordt in de Tweede Kamer de Rijksbegrooting
behandeld. Nu wordt door de sociale organisaties met kracht
en klem aangedrongen op verbetering van den werkloozen
steun en er is meer kans dat dit streven succes heeft dan dat
een adres van den Raad succes kan hebben. De politieke
Verbetering werkloozenzorg.
(Wilmer e.a.)
organisaties en partijen moeten daarvoor opkomen, zooals
dezer dagen is gedaan door verschillende sprekers in de
Tweede Kamer, met name door den heer Aalberse, die met
grooten nadruk de wenschen der Roomsch-Katholieke Staats
partij op dit punt heeft geuit, waaraan nu reeds door een
Regeeringsbesluit voor een klein deel is tegemoetgekomen,
doordat de Regeering f 2 millioen beschikbaar heeft gesteld
voor het Crisis-Comité tot steun aan de werkloozen. Dit
zijn de middelen die aangewend moeten worden, om den
werkloozensteun te verbeteren.
Ten slotte zouden verschillende Raadsleden, tot wie
ook spreker behoort, bereid zijn over het hoofdbezwaar en
de twee bezwaren van bijkomstigen aard heen te stappen,
indien de grootste optimist eerlijk en oprecht zou durven
verklaren, dat een door den Raad aan de Regeering gericht
adres ook maar de minste kans had, in den feitelijken toe
stand iets te verbeteren. Door het verzenden van dit adres
maakt men de menschen, voor zoover zij althans zeer opper
vlakkig zijn, blij met niets, indien men bij hen de veronder
stelling wekt, dat daardoor iets zal worden bereikt. Men
bereikt er niets mee, ook al zouden alle gemeenteraden een
adres zenden. Betrekkelijk weinig gemeenteraden, waartoe
ook die van Tilburg behoort, hebben het gedaan.
Spreker zou het misdadig vinden, indien men thans nog
hem en den zijnen zou durven verwijten, dat zij niet met
het adres meegaan, omdat zij den nood der werkloozen niet
zoo diep gevoelen of niet bereid zijn zoo effectief mogelijk
mede te werken aan de leniging van dien nood.
Dit adres is daartoe niet het aangewezen middel, maar
ook al zou sprekers fractie over dit bezwaar heenstappen,
dan nog kan zij haar stem er niet aan geven, omdat eenig
effect uitgesloten is.
Sprekers fractie is het eens met de Raadsleden, die meenen,
dat de nood der werkloozen beter gelenigd moet worden
dan tot nu toe geschiedt en voor dit doel meer geld beschik
baar gesteld moet worden.
Spreker uit den wensch, dat de Raad bij den verschrikkelijk
hevigen maatschappelijken nood zich niet bezighoudt met
partij poütiek, dat de leden eikaars standpunt ten deze
zullen weten te waardeeren en elkaar niet zullen verwijten,
dat de een meer doet dan de ander, maar gezamenlijk zullen
streven naar het lenigen van den nood, voor zoover het
mogelijk is.
De heer Eikerbout is de Regeering dankbaar, nu zij heeft
ingezien, dat de nood der werkloozen zeer sterk gestegen is
en haar medeleven heeft willen doen blijken door het be
schikbaar stellen van 2 millioen, welk bedrag voor een
gedeelte zal besteed worden aan den verhoogden Kersttoeslag
en voor de rest naar het Nationaal Crisis-Comité zal gaan
om dit in staat te stellen meer den z.g. B-steun te verstrekken.
Bovendien heeft de Regeering reeds op 9 November j.l. in
de Tweede Kamer medegedeeld, dat zij bereid is de particuliere
hulpverleening in den a.s. winter te steunen, indien deze niet
voldoende voorbereid zou zijn, en dus een bijzonderen steun
ten behoeve van werklooze valide arbeiders te verstrekken.
De Regeering is daardoor aan de wenschen van de werk
loozen voor een groot deel tegemoetgekomen. Natuurlijk zijn
de moeilijkheden voor de werkloozen daarmede nog niet
verdwenen. Wie de toestanden in de gezinnen kent, weet,
dat er nog veel kan en moet gedaan worden. Men kan nu
niet bij de pakken neerzitten; het zal een aansporing te meer
zijn tot verdere pogingen door het particulier initiatief tot
verlichting van het lot der werkloozen. Deze particuliere
steun kan geheel ten goede van de werkloozen komen; ver
wacht mag worden, dat extra-hulp buiten beschouwing blijft
bij de bepaling van den steun. Dit is belangrijk, omdat
daardoor het particulier initiatief meer naar voren kan treden
voorheen immers werden gelden, niet uit arbeid verkregen,
geheel in mindering gebracht op den steun. De ingediende
adressen komen dus feitelijk te laat; immers, men kon er,
gelet op de toezegging van den Minister, wel op rekenen dat
er iets gedaan zou worden.
Spreker betwijfelt of nu alles gedaan is wat men zich
voorstelde, maar al blijven er wenschen over, de tijd is daar
om hem te benutten en om het noodzakelijke te doen. Men
mag verwachten, dat de christelijke afgevaardigden in de
Tweede Kamer bij de begrooting de aandacht zullen vestigen
op de woninghuren, daar deze voor de arbeiders een groot
struikelblok zijn, en vaak 1/3 of 1/1 deel van het inkomen
vorderen, niet alleen van werkloozen, maar ook van werkende
arbeiders, en alzoo een ondraaglijk zwaren last op het huis
houdbudget leggen. Maatregelen tot huurverlaging zijn nood
zakelijk, wil men eenige verlichting aanbrengen. Verder staat
den Raad een voorstel tot verlaging der gasprijzen te wachten.
Ook daarmede kan spreker zich vereenigen, al zouden ook de