GEMEENTERAAD VAN LEIDEN. raexKOMEN »n iik>:\. 243 N°. 255. Leiden, 16 November 1934. Bij zijn op 12 November j.l. door Uwe Vergadering om praeadvies in onze handen gesteld en ter visie liggend schrijven doet de Inspecteur van het lager onderwijs in deze Inspectie het voorstel den heer J. C. B. Hüner niet-eervol te ontslaan uit zijne betrekking van hoofd der o. 1. school aan het Schuttersveld. Uit de in de Leeskamer ter inzage gelegde Nota zal U blijken, dat er inderdaad alle aanleiding bestaat om voor noemd hoofd niet-eervol te ontslaan. Mitsdien geven wij U in overweging, op de gronden, nader in bovengenoemde Nota aangegeven, aan den heer J. C. B. Hüner, met ingang van 27 November 1934, niet-eervol ont slag te verleenen uit zijne betrekking van hoofd der openbare lagere school aan het Schuttersveld. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 256. Leiden, 16 November 1934. Het voorstel tot verkoop aan C. Brandse van een perceel verdronken rietland en water aan de Haarlemmertrekvaart onder de gemeente Warmond, groot 4300 M2., (Ingek. Stukken No. 121 van 1932) kon in uwe Vergadering van 6 Juni 1932 geen meerderheid verkrijgen, omdat men vreesde, dat aan het natuurschoon ter plaatse schade zou worden toegebracht door de op te richten bootenbergplaats. Daarna verkreeg echter de heer Brandse voor den bouw van een bootenloods de beschikking over een aangrenzend terrein, dat geen gemeente-eigendom was en bovendien buiten het gemeentelijk territoir lag; de gemeente kon den bouw dus op geen enkele wijze tegenhouden en ook niet voorkomen, dat eventueel een stukje natuurschoon zou worden geschon den. Op grond van deze overweging besloot Uwe Vergadering op 7 November 1932 (Ingek. Stukken No. 229) om een ge deelte van het bovengenoemde water c.a. aan C. Brandse te verhuren, terwijl ons College in April 1933 hem ver gunning verleende daarboven schuitenhuizen te bouwen. De inrichting werd sedert dien uitgebreid en zoo ontstond ten slotte aan de Haarlemmertrekvaart, in de onmiddellijke nabijheid van Leiden, een inrichting, die van belang is te achten voor de watersport. De heer Brandse heeft thans wederom verzocht het ge meentelijk terrein te mogen koopen. De schuitenhuizen zijn n.l. in verzakking, en herstelling zal belangrijke bedragen vorderen. Het ligt voor de hand, dat adressant bezwaar heeft om deze onkosten te maken voor opstallen op een gehuurd perceel. Aangezien door de veranderde omstandig heden het argument, dat door den bouw van bootenhuizen natuurschoon verloren zou kunnen gaan, is komen te ver vallen, en de gemeente bij het behoud van bedoeld gedeelte water c.a. geen belang heeft, kan o.i. thans tegen verkoop geen bezwaar meer worden gemaakt. Het te verkoopen ge deelte omvat niet slechts den verhuurden grond en water, maar ook het daarvoor gelegen stukje rietland, tezamen vormende het perceel, waarvan wij den verkoop in 1932 voorstelden. Onder mededeeling, dat adressant accoord gaat met den gevraagden prijs van ƒ2000.in totaal, geven wij Uwe Vergadering, in overeenstemming met het advies van de Commissie van Fabricage, in overweging aan C. Brandse, te Leiden, te verkoopen het op de overgelegde kaart met groene kleur en arceering op groene kleur aangeduide water en verdronken rietland, gelegen aan de Haarlemmertrek vaart, kadastraal bekend gemeente Warmond, sectie C, No. 333 (ged.), groot +4300 jy[2 tegen den prijs van ƒ2000.in totaal. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 257. Leiden, 16 November 1934. Van Prof. Dr. B. A. van Groningen is een verzoek inge komen om van de gemeente te mogen koopen het op de overgelegde kaart met roode kleur aangegeven bouwterrein ten zuiden van den Van Slingelandtweg, groot ongeveer 365 M2. De heer van Groningen is bereid den door ons College gevraagden prijs van ƒ15.per M2. overeen komende met den prijs, welke voor de andere gronden aan den Van Slingelandtweg is verkregen te betalen. Verder gaat adressant accoord met de aan den verkoop te verbinden voorwaarden, welke in de Leeskamer ter visie zijn gelegd. Om den te verkoopen grond geheel bouwrijp te maken z->u de Ledenberghstraat in zuid-oostelijke richting tot het z. Vv. zwarte voetpad moeten worden doorgetrokken, en de tusschen de Ledenberghstraat en den Van Slingelandtweg ten zuid-oosten van het onderhavige bouwterrein geprojec teerde straat moeten worden aangelegd. Voorloopig kan echter volstaan worden met een gedeeltelijken aanleg van de geprojecteerde straat tusschen den Van Slingelandt weg en de Ledenberghstraat. De kosten van dezen straat- aanleg met inbegrip van wijziging der rioleering, worden geraamd op 1550. Aangezien de grond in het grondbedrijf is ingebracht, komt dit bedrag ten laste van dat bedrijf. In overeenstemming met het advies van de Commissie van Fabricage geven wij Uwe Vergadering, onder verwijzing- naar de in de Leeskamer ter visie liggende stukken, alsnu in overweging: a. aan Prof. Dr. B. A. van Groningen te Leiden, onder de o-vergelegde voorwaarden te verkoopen het op de mede overgelegde kaart met roode kleur aangegeven bouwterrein ten zuidoosten van den Van Slingelandtweg, kadastraal bekend gemeente Leiden, Sectie P nis 100 (ged.) en 101 (ged.), groot ongeveer 365 M2., tegen den prijs van 15. per M2. b. door vaststelling van de hierbij o\ ergelegde staten tot wijziging van de begrooting van het grondbedrijf en van de gemeentebegrooting, beide dienst 1934, een bedrag van 1550.te onzer beschikking te stellen voor den gedeelte lijken aanleg van de tusschen de Ledenberghstraat en den Van Slingelandtweg ten zuidoosten van het onder a ge noemde bouwterrein geprojecteerde straat met bijkomende werken. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 256. Leiden, 16 November 1934. Onder verwijzing naar onze in vorige jaren gedane voor stellen (zie laatstelijk Ingek. Stukken No. 245 van 1933), geven wij U in overweging te besluiten, om ook voor het jaar 1935 weer een bijslag op de in die voorstellen bedoelde pensioenen te verleenen, overeenkomstig de thans geldende bepalingen. Wij stellen U mitsdien voor over te gaan tot vaststelling van de volgende verordening: VERORDENING, tot wijziging van de verordening van 2 Augustus 1920 Gemeente blad No. 35), laatstelijk gewijzigd bij de verordening van 4 December 1933 (Gemeenteblad No. 32), betreffende het verleenen van een bijslag op de pensioenen aan gemeente-ambtenaren en hunne weduwen en weezen toegekend, krachtens de verordening regelende het verleenen van pensioen en wachtgeld aan ge meente-ambtenaren en de verordening, rege lende het verleenen van pensioen aan weduwen en kinderen van gemeente ambtenaren, zooals deze luiden na de wijziging van 26 Maart 1914. Eenig Artikel. In artikel 6 van bovengenoemde verordening worden de woorden ,,1 Januari 1935", vervangen door de woorden ,,1 Januari 1936". Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 259. Leiden, 16 November 1934. Eenigen tijd geleden werd door het motorvaartuig „Mor genster" het Z. O. remmingwerk van de Groote Havenbrug aangevaren. De herstellingskosten van de hierdoor aange-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1934 | | pagina 1