MAANDAG 12
Omzetbelasting bij levering van gas en eleetriciteite.a.
(Voorzitter c,a.)
Nadat zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming tot
dadelijke behandeling van dit voorstel is besloten, wordt
eveneens zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders
besloten.
Aan de orde is alsnu:
I. Benoeming van een lid van liet bestuur der Vereeniging
tot Bevordering van den Bouw van Werkmanswoningen.
(Zie Ing. St. No. 234.)
De Voorzitter verzoekt den heeren Eikerbout, van Tol,
mevrouw de Clerde Bruijn en den heer Vos het stem
bureau te vormen.
Wordt benoemd met algemeene (31) stemmen de heer
Prof. Mr. II. P. G. Duyfjes.
II. Benoeming van een lid van de Commissie van Toezieht
op de Bewaarscholen.
(Zie Ing. St. No. 235.)
Wordt benoemd met algemeene (31) stemmen de heer
Eector B. Reijnen.
De Voorzitter dankt de leden van het stembureau voor
de genomen moeite.
III. Suppletoire begrootingen, dienst 1933, van de Stedelijke
Fabrieken van Gas en Eleetriciteit.
(Zie Ing. St. No. 236.)
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt
besloten deze suppletoire begrootingen goed te keuren.
IV. Balansen en verlies- en winstrekeningen, dienst 1933,
van de Stedelijke Fabrieken van Gas en Eleetriciteit.
(Zie Ing. St. No. 236.)
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt
besloten deze balansen en verlies- en winstrekeningen voor-
loopig vast te stellen volgens het overgelegde ontwerp-besluit.
(De Wethouders worden geacht zich van medestemmen
te hebben onthouden.)
V. Balans en verlies- en winstrekening, dienst 1933, van
het Gemeentelijk Radio-Distributie-bedrijf.
(Zie Ing. St. No. 236.)
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt
besloten deze balans en verlies- en winstrekening voorloopig
vast te stellen volgens het overgelegde ontwerp-besluit.
(De Wethouders worden geacht zich van medestemmen te
hebben onthouden.)
VI. Balans en verlies- en winstrekening, dienst 1933, van
de gestichten „Endegeest", „Voorgeest" en „Rhijngcest".
(Zie Ing. St. No. 236.)
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt
besloten deze balans en verhes- en winstrekening voorloopig
vast te stellen volgens het overgelegde ontwerp-besluit.
(De Wethouders worden geacht zich van medestemmen te
hebben onthouden.)
VII. Balans en verlies- en winstrekening, dienst 1933, van
het Openbaar Slachthuis.
(Zie Ing. St. No. 236.)
De heer Lombert heeft in de Commissie voor de Financiën
bezwaar gemaakt tegen de goedkeuring van deze rekening,
omdat de vergoedingen, verbonden aan de uitvoering van
de Crisisvarkenswet zoo niet geheel dan toch voor het grootste
deel uitsluitend aan ambtenaren van het Openbaar Slacht
huis zijn ten goede gekomen. Zoowel de Directeur als de Wet
houder van de Bedrijven hebben getracht aan te toonen, dat
de gevolgde handelwijze juist is geweest. Aangezien spreker
in de vergadering der commissie niet beschikte over voldoende
gegevens om de meening van den Wethouder te bestrijden,
heeft hij zich ten slotte tegen de goedkeuring van deze reke
ning niet willen verzetten. Nader ingewonnen adviezen
hebben spreker echter versterkt in zijn overtuiging, dat deze
toekenning van extra-loon aan ambtenaren niet is in het
NOVEMBER 1934. 429
Balans en verlies- en winstrekening Openb. Slachthuise.a.
(Lombert e.a.)
financieel belang der gemeente, maar ook niet a priori voort
spruit uit de bepalingen der Crisisvarkenswet. Spreker wil
zich op het oogenblik ook niet tegen goedkeuring van deze
rekening verzetten, maar behoudt zich alle rechten voor om
hierop nader terug te komen. Spreker zou gaarne zien, dat de
Raad zich uitsprak of, evenals in 1933, ook nu en voortaan
dezelfde extra-belooningen aan de ambtenaren van het
Openbaar Slachthuis op grond van deze bepaling toegekend
moeten worden.
De heer Goslinga zegt, dat door hem in de Commissie voor
de Financiën alle inlichtingen verstrekt zijn, die verstrekt
konden worden ter verdediging van deze uitkeering. Inder
daad berust deze niet op de Crisisvarkenswet, maar op de
circulaire van den toenmaligen Minister van Economische
Zaken en Arbeid. Die vergoeding wordt aan de gemeente
verstrekt onder voorwaarde, dat zij die doorgeeft aan het
personeel, dat door de Crisisvarkenswet zeer veel extra-werk
heeft gehad; doet zij dat niet, dan had de gemeente in het
geheel geen vergoeding gekregen en het personeel ook niet.
Inderdaad is er dus vergoeding gegeven; die werd gedecla
reerd. Het denkbeeld van den heer Lombert, die vergoeding
in de gemeentekas te doen vloeien, was niet te verwezen
lijken; dan had noch het personeel noch de gemeente iets
gehad. Voor 1934 is deze zaak ook weer aanhangig, hoewel
in veel mindere mate dan voor 1933; het aantal slachtingen
is op het oogenblik zeer veel minder dan in 1933. Wil de heer
Lombert daarover een uitspraak van den Raad, dan zal dat
toch niet kunnen bij de goedkeuring van deze rekening, waar
tegen hij naar hij zelf zegt geen bezwaren heeft; hij zal dan
ten spoedigste een voorstel moeten indienen, waarop dan door
het College praeadvies wordt uitgebracht, waarover de Raad
dan kan oordeelen. De zaak is evenwel in de Commissies voor
het Slachthuis en voor de Financiën uit en ter na bekeken
nieuwe gezichtspunten kan spreker op het oogenblik niet
openen.
De heer Lombert betwijfelt of deze vergoeding niet aan de
gemeente zou zijn uitbetaald, indien niet tevoren was vast
gesteld, dat ze zou worden gegeven aan de ambtenaren, want
de Crisis varkenscentrale heeft medegedeeld, dat van deze ver
goeding de eerste 5 cent per geslacht varken ten bate van de
gemeente komen; de rest komt ten goede aan den Keurings
dienst en kan als extra-toelage aan het personeel worden uit
gekeerd. Spreker heeft geen bezwaar, dat wanneer inderdaad
door het betrokken personeel, althans door sommigen, eenig
overwerk wordt verricht, daarvoor een vergoeding wordt
gegeven, maar hij kan het niet aanvaarden, dat dit bedrag
bijna geheel ten goede moet komen aan het personeel van het
Slachthuis.
Den heer Goslinga is van deze mededeeling van de Crisis-
varkenscentrale, dat 5 cent ten goede zou moeten komen aan
de gemeente en de rest aan het personeel, niets bekend.
Spreker zal er echter een onderzoek naar instellen.
Het doet spreker genoegen, dat de heer Lombert een
voorstander is van het betalen van een extra vergoeding
voor extra werk van het personeel.
Zonder hoofdelijke' stemming wordt besloten deze balans
en verbes- en winstrekening voorloopig vast te stellen volgens
het overgelegde ontwerp-besluit.
(De Wethouders worden geacht zich van medestemmen
te hebben onthouden.)
(De heeren de Reede, Manders en Verweij waren inmiddels
ter vergadering gekomen.)
VIII. Suppletoire begrooting, dienst 1933, van het Grond
bedrijf.
(Zie Ing. St. No. 236.)
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt
besloten deze suppletoire begrooting goed te keuren.
IX. Balans en verlies- en winstrekening, dienst 1933, van
het Grondbedrijf.
(Zie Ing. St. No. 236.)
Zonder beraadslaging of hoofdebjke stemming wordt
besloten deze balans en verlies- en winstrekening voorloopig
vast te stellen volgens het overgelegde ontwerp-besluit.
(De Wethouders worden geacht zich van medestemmen
te hebben onthouden.)