428
MAANDAG 12 NOVEMBER 1934.
(Schüller e.a.)
De heer Schüller weet, na hetgeen zich gedurende zijn
ziekte heeft afgespeeld, de woorden van den Voorzitter op
de juiste waarde te schatten; voor de blijken van deelneming,
door Wethouders, raadsleden en ambtenaren betoond, be
tuigt spreker in het openbaar zijn hartelijken dank.
De notulen van het verhandelde in de vergadering van
15 October 1934 worden goedgekeurd.
De Voorzitter deelt mede, dat zijn ingekomen:
1°. Missives van Gedeputeerde Staten ten geleide van de
goedgekeurde raadsbesluiten
a. van 6 Augustus 1934 tot wijziging van de verordening
betreffende de wedden van het personeel van den Districts-
Keuringsdienst van Waren;
b. van 24 September 1934 tot:
1°. beschikbaarstelling van gelden ten behoeve van het
opruimen van stoepen en het aanleggen van trottoirs in de
Breestraat
2°. beschikbaarstelling van gelden ten behoeve van de
aansluiting van gedeelten van den Rodenburgerpolder aan de
centrale rioleering.
3°. het instellen van een rechtsvordering tegen J. Spek
snijder, te Krimpen aan den IJsel, strekkende tot vergoeding
van schade toegebracht door aanvaring van een stootpaal
van de Pauwbrug;
4°. aankoop van den voortuin, deel uitmakende van het
perceel aan den Haarlemmerweg, kad. bekend gemeente
Leiden, Sectie K. No. 1511, toebehoorende aan M. Konings.
5°. overneming in eigendom, beheer en onderhoud van de
Provincie Zuid-Holland van de z.g. stortplaatsen van den
Reinigingsdienst aan de Zijl, kad. bekend gemeente Oegst-
geest, Sectie D nis. 239 (ged.) en 243 (ged.) en gemeente
Leiderdorp, Sectie A. Nis. 1860 (ged.) en 3810 (ged.)
6°. tot beschikbaarstelling van gelden voor de inrichting
van het schoolgebouw aan de Mare voor den Geneeskundigen
en Gezondheidsdienst en den dienst van Maatschappelijk
Hulpbetoon en voor vergrooting van het kantoor van laatst
genoemden dienst op den hoek van de Mare en Lammermarkt.
Worden aangenomen voor kennisgeving.
De Voorzitter legt vervolgens over:
1°. Adhaesiebetuiging van het Hoofdbestuur van den Ned.
Bond van Varkenshandelaren aan het adres van de Weste
lijke afdeeling van dien Bond in zake de hooge markt- en
andere rechten aan de Varkensmarkt te Leiden.
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt be
sloten de adhaesiebetuiging tegelijk te behandelen met het
adres van de Westelijke Afdeeling.
2°. Dankzegging van den heer H. van der Jagt voor zijne
overplaatsing naar de school aan den Maresingel.
Wordt aangenomen voor kennisgeving.
3°. Verzoek van het Bestuur van de Vereeniging voor
Christelijk Onderwijs om medewerking tot aanschaffing van
leermiddelen ten behoeve van zijn school voor u.l.o. aan het
Noordeinde.
Wordt gesteld in handen van Burgemeester en Wet
houders om praeadvies.
4°. Voorstel van den heer Kooistra om het derde lid van
art. 37 der bouwverordening te doen vervallen.
Dit voorstel wordt voldoende ondersteund en kan der
halve een onderwerp van beraadslaging uitmaken.
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt be
sloten het voorstel te behandelen tegelijk met de in voorbe
reiding zijnde herziening van de bouwverordening.
5°. Verzoek van het Plaatselijk Arbeids-secretariaat om de
huren van de door de gemeente geëxploiteerd wordende
huizen met ten minste ƒ1.per week te verlagen.
Wordt gesteld in handen van Burgemeester en Wet
houders om praeadvies.
6°. Verzoek van het Plaatselijk Arbeids-secretariaat om
in overleg met de Regeering maatregelen te treffen inzake
intrekking van de verlaging der steunnormen, tot het aanbren
gen van verbeteringen in de steunregeling en tot het nemen
van maatregelen, welke ertoe leiden om ook jeugdige werkloo-
zen te steunen.
Omzetbelasting bij levering van gas en electriciteit.
(Voorzitter e a.)
7°. Adres van den Leidschen Bestuurdersbond om bij de
Regeering aan te dringen op verschillende verbeteringen in
den steun aan werkloozen.
Het verzoek en het adres worden aan de agenda toegevoegd.
8°. Adres van het Werkloozen Strijd Comité inzake ver
strekking aan werkloozen van:
a. kolengeld,
b. kleeding, schoeisel en dekking,
c. goedkoope boter en aardappelen,
d. een dubbele Kerstuitkeering, alsmede inzake verlaging
der gas- en electriciteitstarieven voor alle arbeiders en kleine
middenstanders.
Wordt gesteld in handen van Burgemeester en Wet
houders om praeadvies.
9°. Voorstel van den heer van Weizen in zake verstrekking
aan werkloozen van:
a. kolengeld.
b. kleeding, schoeisel en dekking,
c. goedkoope boter en aardappelen,
d. een dubbele Kerstuitkeering, alsmede in zake verlaging
der gas- en electriciteitstarieven voor hen, wier inkomsten
1500.'s jaars niet te boven gaan.
Aangezien het voorstel niet wordt ondersteund, constateert
de Voorzitter, dat het geen onderwerp van beraadslaging
kan uitmaken.
10°. Voorstel van den Inspecteur van het Lager Onderwijs
in de Inspectie Leiden om het hoofd van de o.l. school aan het
Schuttersveld J. C. B. Hüner niet eervol te ontslaan.
De Voorzitter zegt, dat dit voorstel na den daarvoor
bestemden tijd, nl. Zaterdag jl. 12 uur, is ingekomen, maar
dat hij er voldoende kennis van heeft kunnen nemen om
den Raad in overweging te kunnen geven dit voorstel te
stellen in handen van Burgemeester en Wethouders om
praeadvies.
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het voorstel van den Voorzitter besloten.
De Voorzitter doet tenslotte namens Burgemeester en
Wethouders het volgende voorstel:
Van de zijde der Gas- en Electriciteitsbedrijven zijn
bezwaren gerezen tegen de wijze van heffing der Omzet
belasting op de levering van gas en electriciteit.
Deze bezwaren liggen hoofdzakelijk hierin, dat de Minister
van Financiën van zijn aanvankelijk ingenomen standpunt
om de leveringen van gas en electriciteit naar fabrikants-
prijs te belasten, is teruggekomen en in plaats daarvan de
levering belast naar den prijs, waarvoor aan huis van den
verbruiker wordt geleverd.
Lag het n.l. oorspronkelijk in de bedoeling van den fiscus
om met toepassing van art. 4 der Wet door splitsing van de
bedrijven in een z.g. fabrieks- en een handelsafdeeling de
heffing der belasting te leggen op den prijs, zooals die bij
overdracht van fabrieksafdeeling naar handelsafdeeling geldt,
practisch dus de fabricageprijs, verhoogd met een bepaald
winstpercentage, dit standpunt is nu verlaten en heeft
heffing plaats naar den prijs van de levering aan den ver
bruiker.
Uiteraard heeft dit de betaling van een veel hooger bedrag
der belasting tengevolge, waarop de fabrieken stellig niet
hadden kunnen rekenen.
Zoowel de Vereenigingen van Gasfabrikanten en Elec-
triciteits-Directeuren als de Vereeniging van Nederlandsche
Gemeenten achten de toepassing, die de Minister thans
aan de heffing geeft onjuist en onbillijk. Burgemeester en
Wethouders deelen die meening.
Nu onlangs een definitieve aanslag werd opgelegd, dient
omtrent deze zaak een beslissing te worden uitgelokt van de
daartoe in de Wet aangewezen instanties, n.l. door het
indienen van bezwaar bij den Inspecteur der Accijnzen en
het eventueel instellen van beroep bij de Tariefscommissie.
In overeenstemming met Commissarissen der Lichtfabrieken
geven Burgemeester en Wethouders Uwe Vergadering dus
in overweging te besluiten tot het indienen van bezwaar
bij den Inspecteur van de Accijnzen tegen Re aan de Gemeente
over het eerste, tweede en derde kwartaal 1934 opgelegde
aanslagen in de Omzetbelasting betreffende levering van
gas en electriciteit en tot het eventueel instellen van beroep
bij de Tariefscommissie.