MAANDAG 12 NOVEMBEE 1934. 439 Verbouwing Gymnasium. (Tepe e.a.) Spreker kan geen positief antwoord geven op de vraag van den heer Schoneveld, of de lokalen boven het gymnastiek lokaal zoodanig gebouwd zullen worden, dat later daarop andere lokalen kunnen worden gebouwd. Ook al mocht het laatste niet mogelijk zijn, dan nog zal er gelegenheid bestaan om het Gymnasium uit te breiden, hetgeen evenwel in de eerstkomende jaren niet noodig zal zijn. Wat de heer Manders zegt, is zeer juist: ieder, die bouwt of verbouwt moet reeds, terwijl hij daarmee bezig is, voorzien of er mogelijkheid is, in de toekomst nog verder uit te breiden. Daarom alleen is die opmerking gemaakt, niet omdat het College verwacht, dat dit binnen afzienbaren tijd noodzakelijk zal zijn. De gedachte om de Zeevaartschool voor Gymnasium in te richten, is bij spreker ook wel eens opgekomen, ook omdat hij de ligging voor Gymnasium zoo aantrekkelijk vindt. Spreker kan echter de verzekering wel geven, dat men over dat ge bouw de beschikking niet kan krijgen, ook omdat het zoo goed als zeker te zijner tijd voor militaire doeleinden gebruikt zal worden. Het zou echter geen bezuiniging zijn, want in elk geval zou een zeer aanmerkelijke verbouwing noodzakelijk zijn, die allicht evenveel zal kosten als de nu voorgestelde. Spreker ontraadt dus het voorstel-Schüller ten sterkste en spreekt den wensch uit, dat de Eaad het voorstel van het College zal aannemen. Inderdaad heeft de gemeente nog niet de zekerheid, dat zij de beschikking zal krijgen van het Eijk over het noodige terrein, maar dat kon voor het College toch geen reden zijn op die toestemming van het Eijk te gaan zitten wachten; zou men dan over eenigen tijd die toestemming krijgen, dan zou men per se te laat zijn. Nu heeft het College, wanneer de Eaad in positieven zin beslist, tenminste een uitspraak van den Eaad en kan het met alle klem in Den Haag aandringen, onmiddellijk een bericht te zenden inzake de beschikbaarheid van de benoodigde terreinen; dan kan men beginnen en dan is het nog mogelijk, dat men voor 1 Januari klaar is voor de overhuizing. Zou men echter moeten wachten, voordat zelfs de Eaad beslist, dan zou het per se te laat zijn. Daarom heeft het College de zaak in dezen Eaad gebracht, in de vaste hoop en overtuiging, dat de vereischte toestemming nu zeer binnen kort van de Eegeering verkregen zal kunnen worden. De heer Schüller begrijpt, niet dat de heer Meijnen als onderwijsdeskundige kan beweren, dat een nieuw plan blijkbaar altijd luxueus moet zijn. Zijn dan al de nieuwe christelijke scholen luxueus ingericht1? Als men een nieuw plan maakt, sluit dat toch de soberheid niet uit. Een nieuw Gymnasium kan even goed sober en degelijk ingericht zijn en behoeft heusch niet luxueus te zijn. Anders zouden alle nieuwe christelijke scholen luxueus zijn. De heer Wilbrink zegt, dat een christelijke school geen Gym nasium is. De heer Schüller: Met andere woorden: een nieuwe christe lijke school mag wel luxueus ingericht zijn en dit Gymnasium niet. Men heeft er blijkbaar bezwaar tegen, dat de openbare gebouwen zoodanig zijn ingericht, dat zij de concurrentie met de gebouwen der religieuzen kunnen doorstaan. Spreker erkent, dat de inrichtingen, welke verbouwd zijn, er behoorlijk uitzien, maar men vergeet bij de Meisjes-II.B.S. de aandacht te vestigen op de bedragen, die vóór de laatste verbouwing aan het gebouw besteed zijn. Het geld, besteed aan de ver bouwingen, zal niet weggegooid zijn, indien men een nieuw Gymnasium bouwt en het oude gebouw een andere bestem ming geeft of desnoods verkoopt. Ook aan de Pieterskerk gracht bezit de gemeente een zeer groot complex van gebouwen. In ieder geval behoort men bij de berekening van de kosten van den bouw van een nieuw Gymnasium ook rekening te houden met de waarde van het oude gebouw. Waaruit kan den Eaad blijken, dat het plan van het H. G. Weeshuis inderdaad 400.000.zal kosten? Waarom heeft de Wethouder zijn becijferingen niet aan den Eaad overgelegd? Spreker zou deze gaarne willen zien, alvorens de juistheid van dit bedrag te erkennen. De heer Tepe zegt, dat het bedrag van 400.000.betrek king had niet alleen op de verbouwing, maar ook op de geheele transactie, die het noodzakelijk deed zijn, een nieuw wees huis te bouwen. De heer Schüller betoogt, dat men in elk geval de waarde van het oude Gymnasium in mindering had dienen te brengen en dat krijgt men precies zoo bij den nieuwbouw. Spreker blijft van meening, dat al het geld jammerlijk weg is, al zal deze verbouwing dan misschien momenteel aan redelijke Verbouwing Gymnasium. (Schüller e.a.) eischen kunnen voldoen. Volgens den Wethouder is dan nog uitbreiding mogelijk. Is dat uitbreiding op eigen terrein of op Eijksterrein? De heer Tepe: Op eigen terrein. De heer Schüller zegt, dat de Wethouder hem niet heeft kunnen overtuigen van de noodzakelijkheid hiervan en ook niet, dat het plan van het College bezuiniging beteekent. De bezuiniging zit niet in het lagere bedrag, dat men nu uit geeft; met een uitgave van 2 of 3 ton op het oogenblik kan men toch zuiniger uit zijn dan met een uitgave van 1 ton. Spreker handhaaft daarom zijn voorstel. De heer Groeneveld zegt, dat het niet zoo eenvoudig is als de Wethouder zegt, dat spreker nl. als lid van de Onderwijs commissie zich accoord had verklaard met dit voorstel. De Commissie heeft over dit onderwerp in het geheel niet ver gaderd; spreker heeft zich er wel bij neergelegd, maar zijn bezwaren waren den Wethouder niet onbekend. Het is niet de heer Schüller, die spreker in dit opzicht bekeerd heeft; in sprekers fractie is deze zaak besproken en deze oordeelde het noodig, te trachten meer afdoende maatregelen te treffen ten aanzien van het Gymnasium. Tot zijn schrik heeft spreker bemerkt, dat deze methode nu systeem wordt bij den Wethou der; deze heeft tal van verbouwingen meegemaakt en die zijn hem zoo goed bevallen, dat hij op dezen weg wil voort gaan. Spreker bewondert deze methode niet. Zoo is de Wet houder zeer tevreden met de verbouwing van de school Pieterskerkstraat, die inderdaad niet zoo heel veel gekost heeft. Natuurlijk is er wel eenige verbetering aangebracht, maar het is toch zeker lang niet af. Het is te hopen, dat er daar nooit brand komt; die school is in dit opzicht zeer ge vaarlijk. Spreker ontkent tegenover den heer Meijnen niet, dat de Meisjes-H.B.S. is verbeterd, maar dat heeft ook meer dan 100.000.gekost. Dat zijn clan toch ook geen geringe bedragen. Voor 100.000.bouwt men 2 complete nieuwe bewaarscholen of 1 complete nieuwe lagere school. Aan de verbouwing van de Meisjes-H.B.S. zijn enorme bedragen besteed en het zou verschrikkelijk zijn, indien het gebouw daardoor nog niet eens was verbeterd. Het zou ook meer dan erg zijn, indien met de uitgave van 100.000.geen beter Gymnasium werd verkregen. Ilet II. G. Weeshuis-plan is kostbaar in verband met de eischen, die het Weeshuis stelt. Spreker heeft van dit plan een vage voorstelling, maar iets anders dan de Wethouder nu gezegd heeft, weet hij er niet van. Het is toch ook niet de eenige andere oplossing, want aan de Pieterskerkgracht bezit de gemeente een groot complex van gebouwen. Men moet deze zaken bekijken. Bovendien is het niet sprekers taak een plan te noemen. In alle geval moet men op den ingeslagen weg niet voort gaan. Verbouwingen zijn altijd kostbaar en leiden bijna nooit tot bevredigende resultaten. Op den duur is het bouwen van nieuwe inrichtingen de goedkoopste oplossing. De heer Verweij twijfelt er na de redevoering van den Wet houder niet meer aan, dat de Eaad met de aanneming van het voorstel van Burgemeester en Wethouders absoluut op den verkeerden weg is. De Wethouder sprak eerst van een bedrag van millioen gulden, dat de bouw van een nieuw Gymnasium zal kosten, maar noemde even later een bedrag van 400.000. De heer Tepe doet opmerken, dat bij het laatste bedrag sprake was van de verbouwing van het II. G. Weeshuis. De heer Verweij zegt, dat het op de lezers van de couranten indruk maakt, indien daarin wordt vermeld het bedrag van een half milüoen, dat door den Wethouder is genoemd. Zij vragen zich af: ,,Wat zijn die sociaal-democraten toch voor menschen, dat zij voorstellen plannen van een millioen gulden uit te voeren?" Spreker heeft getracht met deze opmerkingen dien slechten indruk, welke bij een minder serieuze behandeling van de zaak wordt gewekt, weg te nemen. Spreker ontkent ten eenen- male, dat de bouw van een nieuw Gymnasium moet worden geschat op een dergelijk bedrag als door den Wethouder genoemd. De heer de Reede: Op welken grond? De heer Verweij zegt dat men dien grond kan krijgen door aan te nemen het voorstel-Schüller, niet om een nieuw Gym nasium te bouwen, maar om plannen en kostenberekeningen te maken voor den bouw van een nieuw Gymnasium. Dan

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1934 | | pagina 13