GEMEENTERAAD VAN LEIDEN.
225
IITCIEKOIIES STUKKE».
N°. 234. Leiden, 8 Oktober 1934.
Aan den Baad der Gemeente Leiden.
Edelachtbare Heren,
Aan de beurt van aftreding is het door den Eaad benoemde
bestuurslid onzer Vereniging Prof. Mr. H. P. G. Duyfjes.
Wij zijn zo vrij U te verzoeken tot voorziening in de
vacature over te gaan.
Het Bestuur beveelt aan:
10. Prof. Mr. H. P. G. DUYFJES.
2°. L. VEBKOEEN.
Hoogachtend,
E. A. Cosman,
Secretaris van de Vereeniging tot
Bevordering van den Bouw van
W erkmanswoningen te Leiden.
N°. 235. Leiden, 2 November 1934.
Ter voorziening in de vacature, welke in de Oommissie
van toezicht op de bewaarscholen is ontstaan tengevolge
van het, in verband met zijn vertrek naar elders, bedanken
van Pastoor J. C. Vijverberg, bieden wij Uwe Vergadering,
met verwijzing naar het ter inzage gelegd schrijven van die
Oommissie, de volgende voordracht aan:
1°. Eector E. BEIJNEN;
2°. Pastoor TH. M. BEUKEES.
Wij verzoeken U alsnu tot benoeming over te gaan.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 236. Leiden, 2 November 1934.
Onder verwijzing naar het in de Leeskamer ter visie liggend
rapport van de Commissie van Financiën geven wij Uwe Ver
gadering in overweging:
a. goed te keuren
1°. de suppletoire begrootingen, dienst 1933, van de Stede
lijke Fabrieken van Gas en Electriciteit;
2°. de suppletoire begrooting, dienst 1933, van het Grond
bedrijf;
3°. de suppletoire begrooting, dienst 1933, van den Beini-
gings- en Ontsmettingsdienst
b. voorloopig vast te stellen, volgens de overgelegde ontwerp
besluiten
1° de balansen en verlies- en winstrekeningen, dienst 1933,
van de Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit;
2° de balans en verlies- en winstrekening, dienst 1933, van
de gestichten „Endegeest-Voorgeest-Bhijngeest"
3° de balans en verlies- en winstrekening, dienst 1933, van
het Openbaar Slachthuis;
4° de balans en verlies- en winstrekening, dienst 1933, van
het Grondbedrijf;
5° de balans en verlies- en winstrekening, dienst 1933, van
den Eeinigings- en Ontsmettingsdienst;
6° de balans en verlies- en winstrekening, dienst 1933, van
den Keuringsdienst van Waren voor het district Leiden;
7° de balans en verlies- en winstrekening, dienst 1933, van
de Gemeentelijke Hulpbank;
8° de rekening, dienst 1933, van het Gemeentelijk Wasch-
bureau
9° de balans en verlies- en winstrekening, dienst 1933, van
het Gemeentelijk Badio-Distributie-Bedrijf.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 237. Leiden, 2 November 1934.
Onder verwijzing naar de in de Leeskamer ter visie
liggende rapporten van de Commissie van Financiën geven
wij Uwe Vergadering in overweging goed te keuren:
1°. de rekening, dienst 1933, van de Gemeentelijke Oommis
sie voor Maatschappelijk Hulpbetoon;
2°. de rekening, dienst 1933, van den Armenraad;
3°. de suppletoire-begrooting, dienst 1933, van het Ge
reformeerde Minne- of Arme Oude Mannen- en Vrouwenhuis
4°. de rekening, dienst 1933, van die instelling;
5°. de rekening, dienst 1933, van het H.G. of Arme Wees-
en Kinderhuis.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 238. Leiden, 2 November 1934.
De Commissie van Financiën heeft de eer Uwe Vergadering
mede te deelen, dat bij haar geen bezwaar bestaat tegen de
voorloopige vaststelling van de rekening van ontvangsten
en uitgaven der gemeente over het jaar 1933.
Zij geeft U mitsdien in overweging daartoe te besluiten
overeenkomstig het concept-besluit, opgenomen in het voor
stel van Burgemeester en Wethouders d.d. 22 October 1934
(Ingek. Stukken No. 232).
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën.
N°. 239. Leiden, 2 November 1934.
Wij hebben de eer U mede te deelen, dat het ons College
wenschelijk voorkomt om, zoo noodig, gedurende het le
kwartaal 1935 tot opneming van kasgelden te kunnen over
gaan.
Hoewel toch op het oogenblik geen promessen van de ge
meente in omloop zijn en ook geen gelden in rekening-courant
zijn opgenomen, moet, met het oog op de betalingen voor
rente en aflossing van geldleeningen, voor ondersteuning
van werkloozen, enz. enz. rekening worden gehouden met de
mogelijkheid, dat hetzij door het sluiten van kasgeldleeningen,
hetzij door opneming van gelden in rekening-courant, in
de kasbehoefte moet worden voorzien.
Ook nu weder zouden wij het maximaal bedrag, dat in
het le kwartaal 1935 de kasschuld zal mogen beloopen, op
1.000.000.wenschen te zien vastgesteld.
Wij geven Uwe Vergadering derhalve in overweging te
besluiten, gedurende het le kwartaal 1935, zoo noodig, kas
geldleeningen aan te gaan tot zoodanig bedrag, dat op geen
enkel tijdstip in dat kwartaal de kasschuld, met inbegrip
van het in rekening-courant bij de N. V. Bank voor Neder-
landsche Gemeenten op te nemen bedrag, de som van
1.000.000.te boven gaat en onder de voorwaarden
als door ons College zullen worden bepaald.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 240. Leiden, 2 November 1934.
Zooals U bekend is wordt voor belegging van overtollige
kasgelden jaarlijks een besluit van Uwe Vergadering vereischt.
Onder verwijzing naar Uw besluit d.d. 22 Januari 1934
(Ingek. Stukken No. 6) geven wij Uwe Vergadering mitsdien
in overweging te bepalen:
dat gedurende het jaar 1935 overtollige kasgelden, behalve
in rekening-courant aan de Bank voor Nederlandsche Ge
meenten ingevolge Eaadsbesluit van 6 Juni 1932, kunnen
worden uitgeleend aan:
a. publiekrechtelijke lichamen;
b. andere door ons College aan te wijzen instellingen;
een en ander voor den tijd en onder de voorwaarden, in
elk voorkomend geval, met inachtneming van den geldigheids
duur van dit besluit, door ons College te bepalen, met dien
verstande, dat het uitleenen van gelden tot een bedrag,
hooger dan 100.000.niet mag plaats hebben zonder
nadere goedkeuring van Gedeputeerde Staten, terwijl het
uitleenen van gelden aan de onder b. genoemde instellingen
bovendien slechts mag geschieden tegen verstrekking van