400 MAANDAG 24 SEPTEMBER 1934. Benoeming tijd. leeraar aan het Gymnasium e.a. (Voorzitter.) Aan de orde is alsnu I. Benoeming van een tijdelijk leeraar in de Oude Talen aan het Gymnasium, voor den cursus 19341935. (Zie Ing. St. No. 198.) De Voorzitter verzoekt den heeren Bergers, Kooistra, Manders en mevrouw Braggaarde Does het stembureau te vormen. Wordt benoemd met algemeene (25) stemmen de heer 8. Blanlcert, zulks voor den duur van den cursus 19341935. II. Benoeming van een tijdelijk leerares in het Engelsch aan de Hoogere Burgerschool met vijfjarigen cursus, voor den cursus 19341935. (Zie Ing. St. No. 199.) Wordt benoemd met algemeene (25) stemmen mej. J. van Huffel, zulks voor den duur van den cursus 19341935. De Voorzitter dankt de leden van het stembureau voor de genomen moeite. III. Praeadvies op het verzoek van S. Broekhuizen om ont slag uit zijne betrekking van onderwijzer bij het openbaar ver volgonderwijs. (Zie Ing. St. No. 200.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het praeadvies van Burgemeester en Wethouders besloten. IV. Praeadvies op het verzoek van Mej. M. M. J. Ephraïm om ontslag uit hare betrekking van onderwijzeres aan de Centrale school voor het 7e en 11e leerjaar. (Zie Ing. St. No. 208.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het praeadvies van Burgemeester en Wethouders besloten. IVa. Praeadvies op liet verzoek van Mej. S. M. Korswagen om ontslag uit hare betrekking van onderwijzeres aan de op leidingsschool voor u.1.0. aan de Langebrug A. (Zie Ing .St. No. 209.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdeüjke stemming over eenkomstig het praeadvies van Burgemeester en Wethouders besloten. IVb. Voorstel tot overplaatsing van een onderwijzer en twee on derw ijzeressen (Zie Ing. St. No. 212.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. V. Voorstel tot overneming in eigendom, beheer en onder houd van de Provincie Zuid-Holland van de z.g. stortplaatsen van den Reinigingsdienst aan de Zijl, kad. bekend gemeente Oegstgeest, Sectie I) nis. 239 (ged.) en 243 (geil.) en gemeente Leiderdorp, Sectie A nis. 1860 (ged.) en 3810 (ged.). (Zie Ing. St. No. 201.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. VI. Voorstel tot aankoop van den voortuin, deel uitmakende van het perceel aan den Haarlemmerweg, kad. bekend gemeente Leiden, Sectie K. No. 1511, toebehoorende aan M. Konings. (Zie Ing. St. No. 202.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. VII. Voorstel tot het instellen van eene rechtsvordering tegen J. Speksnijder, te Krimpen aan den IJsel, strekkende tot vergoeding van schade toegebracht door aanvaring van een stootpaal van de Pauwbrug. (Zie Ing. St. No. 203.) Instelling rechtsvordering e.a. (Kooistra e.a.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. (De heer de Reede komt ter vergadering). VIII. Voorstel tot herziening van het bij Raadsbesluit van 6 November 1933 vastgestelde plan van uitbreiding voor de gemeente Leiden, laatstelijk herzien bij Raadsbesluit van 6 Augustus 1934. (Zie Ing. St. No. 204.) De heer Kooistra verzoekt de behandeling van dit voorstel uit te stellen tot na de behandeling van punt 12, het voorstel tot wijziging van de verordening op het bouwen en sloopen. Hier wordt nl. verzocht toe te staan den bouw [van woningen met een frontbreedte van 4 M.spreker zou deze quaestie bij punt 12 willen bespreken, in verband met de door de verordening voorgeschreven minimum frontbreedte. Op het uitbreidings plan staan hier arbeiderswoningen geprojecteerd. De heer Splinter zegt, dat eigenlijke arbeiderswoningen hierop niet voorkomen; dit voorstel houdt met de wijziging van de bouwverordening geen verband. De heer Kooistra zegt, dat dit verzoek toch strekt tot den bouw van bovenwoningen. De heer Splinter: Boven- en benedenwoningen. Het betreft hier behalve kerkbouw hoofdzakelijk een omwisseling van de bouwblokken, zooals die aanvankelijk geprojecteerd waren. De heer Kooistra zegt, dat in dit complex ook arbeiders woningen voorkomen; de frontbreedte is hierbij dus wel degelijk betrokken. Waar spreker nu bij punt 12 der agenda over de frontbreedte een en ander wil zeggen, acht hij het wenschelijk, de behandeling van dit voorstel uit te stellen tot na punt 12 der agenda. De heer Splinter begrijpt het verzoek van den heer Kooistra niet. De zaken houden geen verband met elkaar. Gedurende den tijd, dat de gewijzigde bouwverordening nog niet door Gedeputeerde Staten is goedgekeurd, geldt de bestaande verordening. De heer Kooistra is geneigd voor te stellen punt 8 van de agenda af te voeren tot de gewijzigde verordening op het bouwen en sloopen door Gedeputeerde Staten is goedgekeurd, indien bij de behandeling van dat punt geen rekening kan worden gehouden met de wijzigingen, die in deze vergadering eventueel in de verordening worden aangebracht. Spreker handhaaft zijn denkbeeld. De Voorzitter ontraadt namens het College den Raad op het idee van den heer Kooistra in te gaan. De heer Bergers is in dezen tijd, waarin naar zooveel mogelijk werkverruiming moet worden gezocht, sterk gekant tegen het denkbeeld van den heer Kooistra. De heer Splinter zegt, dat het College het punt achter punt 12 van de agenda zou hebben geplaatst, indien bij de behandeling rekening kon worden gehouden met de wijzi gingen, welke in de bouwverordening zullen worden aan gebracht. De heer Kooistra betreurt dezen gang van zaken, waarbij hij zich echter neerlegt. De Voorzitter zegt, dat het College er niets aan kan doen. De goedkeuring van de gewijzigde verordening kan maanden op zich laten wachten. Wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. (Tijdens de beraadslaging over dit agendapunt was ook de heer Beekenkamp ter vergadering gekomen.) IX. Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden ten behoeve van de aansluiting van gedeelten van den Rodenburgerpolder aan de centrale rioleering. (Zie Ing. St. No. 205.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1934 | | pagina 2