176
Artikelen XVI en XVII. De bij deze artikelen voor
gestelde wijzigingen houden verband met liet bij de toelichting
op art. II besproken systeem der verordening op het bouwen
en sloopen, waarnaar wordt verwezen. Voor zoover van de
op gedeeltelijke vernieuwingen en veranderingen en uit
breidingen van toepassing verklaarde artikelen een algemeene
ontheffing mogelijk is, geldt die ontheffingsmogelijkheid door
het van toepassing verklaren zonder meer tevens ten aanzien
van die gedeeltelijke vernieuwingen enz.
Voor zoover bij die artikelen die bevoegdheid niet of slechts
in beperkte mate is toegekend, is het noodig om die ontheffing
ten aanzien van gedeeltelijke vernieuwing enz. mogelijk of
onbeperkt mogelijk te maken. Dit wordt, voor zooveel noodig,
beoogd door lid 2 en 3 van het voorgestelde art. 49.
In art. 50 (nieuw), lid 1, worden de artt. 1, 2, 2c, 3, 3a en
3c, in overeenstemming met de strekking van art. 2, lid 1,
der Woningwet, van toepassing verklaard op uitbreiding
van woningen en andere gebouwen. Hetzelfde wordt echter
niet beoogd ten aanzien van gedeeltelijke vernieuwing of
verandering. De bedoeling hiervan is om tegemoet te komen
aan den meermalen ook in den gemeenteraad uitgesproken
wensch om het mogelijk te maken, dat ten aanzien van
kleinere verbouwingen aan gebouwen, welke niet in de
voorgevelrooilijn staan of niet gelegen zijn aan een weg als
bedoeld bij art. 1 van de verordening, bouwvergunning kan
worden verleend, in het laatste geval zonder overdracht van
grond te vorderen.
Ten einde de gelegenheid open te houden om in bijzondere
gevallen naleving van genoemde artikelen te kunnen eischen,
is evenwel in het voorgestelde art. 50, lid 2, de mogelijkheid
voorzien om die naleving bij de bouwvergunning als nadere
eisch te stellen.
Van het stellen van nadere eischen kan in beroep gekomen
worden bij den gemeenteraad, zoodat deze vergadering in
voorkomende gevallen kan beoordeelen, of Burgemeester en
Wethouders al dan niet terecht van hun bevoegdheid ge
bruik hebben gemaakt, en c.q. den naderen eisch ongedaan
kan maken.
Artikel XVIII. De bedoeling is de terminologie van de
Woningwet te volgen.
Artikel XIX. Het voorgestelde art. 55a is het complement
van art. 43a (zie art. XV). Ten einde technische en financieele
bezwaren voor de betrokkenen zooveel mogelijk te beperken,
zal het artikel alleen van toepassing zijn ten aanzien van
huizen, welke na het in werking treden van de bepaling zijn
gebouwd, geheel vernieuwd of geheel veranderd.
Artikelen XX t/m XXIII. De voorgestelde wijzigingen
beoogen de redactie in overeenstemming te brengen met de
desbetreffende bepalingen van de Woningwet.
van een afzonderlijke gelegenheid tot afvoer van verbrandings
gassen met een binn enwerksche dwarsdoorsnede van ten
minste 0,016 M2, uitgevoerd in metselwerk of ander brandvrij
materiaal, ten genoegen van Burgemeester en Wethouders,
en opgaande tot tenminste 0,5 meter boven het dak.
Artikel XVI.
De artikelen 49 en 50 vervallen.
Artikel XVII.
Xa artikel 48 wordt het volgende ingevoegd:
Derde Afdeeling A.
Van het voor een gedeelte vernieuwen of veranderen en het
uitbreiden van woningen en andere gebouwen.
Art. 49.
De artikelen 18 tot en met 48 zijn mede van toepassing
bij het voor een gedeelte vernieuwen of veranderen en het
uitbreiden van woningen en andere gebouwen, doch alleen
voorzoover betreft het te vernieuwen of te veranderen ge
deelte of de uitbreiding.
Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd van het be
paalde in de artikelen 20 lid 1, 23 lid 1 en 2, 27 lid 1, 37 lid 1
en 2, 38 lid 1 en 2, 41 lid 5 en 6 en 43a vrijstelling te verleenen.
Deze bevoegdheid treedt ten aanzien van de artikelen 23,
27, 37, 38 en 41 in de plaats van de bij die artikelen aan
genoemd college toegekende bevoegdheid tot het verleenen
van vrijstelling of ontheffing of tot het toestaan van afwij
kingen of uitzonderingen.
Art. 50.
De artikelen 1, 2, 2c, 3, 3a en 3c zijn mede van toepassing
bij het uitbreiden van woningen en andere gebouwen, doch
alleen voorzoover betreft de uitbreiding.
Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd bij het voor
een gedeelte vernieuwen of veranderen van woningen en
andere gebouwen het geheel of gedeeltelijk voldoen aan de
artikelen 1, 2, 3 en 3a als nadere eisch te stellen, doch alleen
voorzoover betreft het te vernieuwen of te veranderen
gedeelte.
Artikel XVIII.
Het opschrift van de Vierde Afdeeling wordt gelezen als
volgt
Van bestaande woningen en andere gebouwen.
Artikel XIX.
Xa artikel 55 wordt ingevoegd een nieuw artikel 55a,
luidende
Indien een vertrek, waarin een gasgeyser, welks gastoe-
voerleiding een inwendige middellijn heeft van meer dan 0.01
meter, aanwezig is en dat niet voorzien is van een gelegen
heid tot afvoer van verbrandingsgassen, als bedoeld in
artikel 43a, lid 2, kunnen Burgemeester en Wethouders voor
schrijven, dat zoodanige gelegenheid tot afvoer binnen een
door hen te stellen termijn wordt aangebracht.
Het bepaalde in lid 1 is alleen van toepassing ten aanzien
van gebouwen, welke zijn gebouwd, geheel vernieuwd of
geheel veranderd na het in werking treden van dit artikel.
Artikel XX.
Het opschrift van de Vijfde Afdeeling wordt gelezen
als volgt:
Van het in gebruik nemen en het in gebruik geven van
gebouwen.
Artikel XXI.
Artikel 68, lid 1, wordt gelezen als volgt:
Het is, onverminderd het bepaalde in artikel, 6 lid 1,
onder b der Woningwet, verboden zonder schriftelijke ver
gunning van Burgemeester en Wethouders een nieuw ge
bouwd of een geheel vernieuwd of veranderd gebouw en een
nieuw gebouwd, vernieuwd of veranderd gedeelte van een
gebouw krachtens eenig zakelijk recht in gebruik te nemen
of als eigenaar of in eenige andere hoedanigheid in gebruik
te geven.
In artikel 68, lid 2, wordt na „vernieuwing" ingevoegd
of verandering.
Artikel 68, lid 4, wordt gelezen als volgt:
Het is verboden een gebouw of een gedeelte van een
gebouw, als bedoeld in het eerste lid van dit artikel, ten