394
DINSDAG 4 SEPTEMBER 1934.
Voorstcl-van Eek e.s. inperking der werkloosheid.
(Wilbrink e a.)
op het oogenblik met de woningbouwverenigingen eenigszins
vastgeroest in den prijs, dan zullen door de verruiming van
de woningmarkt ook woningen van de bouwvereenigingen
komen leeg te staan en dan zal ook de centrale Overheid
moeten medewerken de prijzen van die woningen te ver
lagen. Heeft men daarvoor nu een huurcommissie noodig?
De sociaal-democratische fractie, die een sterke vertegen
woordiging heeft in de Tweede Kamer, moet daar haar
invloed aanwenden en hunrverlaging voor de met voor
schotten, dus met rijksgeld, gebouwde woningen telkens
weer met aandrang bepleiten; dan is men op den goeden
weg, want dan moeten de particuliere huiseigenaren vanzelf
wel volgen. Er zit evenwel toch iets meer aan vast dan dat
men zonder meer tegen hen zegt, dat zij de huren moeten
verlagen, want er zijn verhuurders van woningen, die bet
even arm hebben als de bewoners van die huizen. Waarom
moet men den een bevoordeelen ten koste van den ander?
Het overgroote deel van die woningen is belast met hypotheek
van huurverlaging zonder gelijktijdige verlaging van de
hypotheekrente zou het gevolg zijn, dat de hypotheekgever,
die waarschijnlijk over meer middelen beschikt dan de huis
eigenaar, vrij uit gaat, maar dat de exploitant van de woningen
er onder door moest. Het is in de buitengemeenten, en ook
hier wel, al voorgekomen dat huiseigenaren noodgedwongen
moeten laten executeeren omdat wegens de waardever
mindering van het pand de hypotheek is opgezegdzij weten
dan niet meer waar zij moeten terechtkomen; practisch gaat
dan hun geheele bezit verloren. Met geen woord is door de
sociaal-democraten op die moeilijkheid gewezen; er wordt
alleen maar gezegd: er moet huurverlaging komen; welke de
gevolgen zijn, raakt ons niet, wie de dupe wordt ook niet
dat is onze eisch. Wanneer men dit ernstige voorstellen
noemt van een ernstige partij, dan weet spreker niet welke
niet-ernstige zaken hier nog aan de orde zullen kunnen
komen.
De voorstellen van de sociaal-democraten zijn in de oogen
van ieder, die even nadenkt, een grootsclie demonstratie
voor de partij, die zegt te willen opkomen voor het lijdende
volk, maar zich onthoudt van het te toonen met de daad.
Het zijn woorden en nogeens woorden. De S.D.A.P. heeft
niet den weg gewezen, waarlangs men tot verbetering kan
komen. Zij stelt het zoo simplistisch mogelijk voor: er moet
werkverruiming en verlaging van de woninghuren komen,
maar zij rept niet over de moeilijkheden, die daaraan ver
bonden zijn. De gemeenten zijn zeer beperkt in de kapitaals
uitgaven en in de middelen ter bestrijding van den nood
der werkloozen. Daarom moet men waken tegen onvoor
zichtige uitgaven, die het vertrouwen van de geldmarkt
schokken, waardoor men niet meer in staat zou zijn met
gunstig gevolg een beroep op de geldmarkt te doen en waar
door de positie van de gemeente, maar in het bijzonder de
positie van de werkloozen veel moeilijker zou worden dan
ze op het oogenblik is.
De heer Schoneveld herinnert er aan, dat ook de voorstan
ders van het Christelijk onderwijs hebben gebruik gemaakt
van het recht van petitie. Zij stonden echter in een andere
positie dan waarin thans de S.D.A.P. geplaatst is; zij hadden
geen 11 vertegenwoordigers in een besturend College en
zaten ook niet in belangrijke commissies, maar waren uit
gesloten van allen invloed en hadden nog slechts enkele
scholen te hunner beschikking. In de vertegenwoordigende
lichamen werd ook niet voldoende aandacht geschonken
aan de zaak, die zij voorstonden.
Het is niet te miskennen, dat de S.D.A.P. hier wel invloed
heeft. Zij gaat er prat op een volkspartij te zijn. Wanneer
hebben de sociaal-democraten van het recht van petitie ge
bruik gemaakt? Nadat de verschillende organisaties van de
belanghebbenden, de werkloozen, deze zaak reeds bij Burge
meester en Wethouders hadden aangesneden; in de eerste
plaats de Christelijke vakbeweging, die gevolgd werd door
de Roomsch-Katholieke. Ten slotte kwam ook de Leidsche
Bestuurdersbond in samenwerking met de S.D.A.P. datgene
onderschrijven, wat anderen hadden gevraagd. Het adres
van de S.D.A.P. en den L.B.B. is misschien iets uitvoeriger
en ook anders gesteld dan de adressen der andere organisaties
men kan nu eenmaal niet precies overnemen, wat een ander
geschreven heeft. Spreker wil met deze opmerking de heeren
niet qualificeeren, maar bedoelt alleen te zeggen, dat het
toch wel eigenaardig is, indien, nadat de organisaties, die
de belanghebbenden vertegenwoordigen, op haar wijze haar
plicht hebben gedaan, de S.D.A.P. gebruik maakt van het
recht van petitie. Die adressen gingen alle over de vergoeding
van de ziekenfondspremie en over huurverlaging. De Christe
lijke, Boomsch-Katholieke, en neutrale vakcentrales hebben,
uitsluitend voor die onderwerpen, aan het gemeentebestuur
Voorstel-van Eek c.s. inperking der werkloosheid.
(Schoneveld c,a.)
spreker acht dat ook den juisten weg een schrijven
gericht.
Al is spreker het er mee eens, dat de Baad in dit opzicht
maar heel weinig kan doen, hij is ook wel van meening dat
er iets zal moeten gebeuren. De sociaal-democraten moeten
zich niet de illusie maken, dat zij alleen voor de belangen
van de werkloozen opkomen, dat zij alleen de zaken juist
zienook bij de anti-revolutionnairen heerscht de overtuiging
dat er iets zal moeten gebeuren. Maar dat zal een gemeente
bestuur als dat van Leiden niet kunnen doen. Inderdaad,
wanneer het zich verder uitbreidt, dat verschillende hypo
theekhouders hun eigendom kwijt raken en zonder middelen
van bestaan komen, dan zal de Landsregeering hier moeten
ingrijpen, zooals zij op velerlei gebied helpend tracht op te
treden. Spreker wil met deze critiek niet zeggen, dat hij niet
zou zien de belangen van de werkloozen; die moeten ook op
de een of andere wijze geholpen, maar de gemeente kan dat
slechts op zeer beperkte schaal doen, evenals het Bijk tracht
te doen met het Werkfonds. Men kan alleen trachten de
gevolgen van de werkloosheid te temperen.
De heer van Weizen noodigde spreker uit tot een debat
over de oorzaken van de heerschende werkloosheid. Het is
natuurlijk zeer verleidelijk daarop in te gaan, maar die
oorzaken zijn van zoo ver strekkende beteekenis, dat spreker
ze op het oogenblik liever laat rusten, omdat het hier niet
de plaats is, dit op het oogenblik uitvoerig te doen. Het
is tenslotte ook niet een quaestie van Nederland alleen.
Nederland vormt toch maar een klein stukje van de geheele
wereld; wij allen zijn toch overtuigd, dat de heerschende
werkloosheid niet een gevolg is uitsluitend van handelingen
van het Nederlandsche volk, van de Nederlandsche industrie,
maar is een internationaal verschijnsel. Hetgeen de gemeente
Leiden staat te ondernemen zal natuurlijk altijd van geringen
invloed zijn; men moet die maatregelen niet onderschatten,
maar zich ook niet de illusie maken dat men daardoor de
werkloosheid in Leiden geheel zal opheffen.
Spreker acht het eenigszins vreemd dat de sociaal-demo
craten gebruik hebben gemaakt van het petitie-recht, waar
de Baad een half jaar geleden bij de behandeling van de
begrooting voor 1934 besloten heeft een commissie in te
stellen die zou onderzoeken, inhoeverre huurverlaging van
de particuliere woningen mogelijk zou zijn. Voorzitter van
die Commissie is de heer Kooistra. Het moet voor den heer
Kooistra toch een onbehagelijk gevoel zijn geweest toen zijn
fractie gebruik maakte van het petitie-recht. Dat besluit is
hier toch genomen met medewerking van de sociaal-demo
craten.
Het getuigt van weinig waardeering, wanneer men het
werk van een Commissie, waarin men zelf de leiding heeft,
niet voldoende acht en het daarom nogeens laat bekrachtigen.
Het bestuur der Anti-Bevolutionnaire Kiesvereeniging
heeft gemeend zijn bedenkingen tegen het teekenen van het
petitionnement bekend te moeten maken. Het is misschien
wel waar, dat het praeadvies zeer mager is. Van grootere
waarde dan het indienen van een uitvoeriger praeadvies
zou het echter geweest zijn, indien de sociaal-democraten
bij het ter teekening aanbieden van hun smeekschrift een
berekening der kosten hadden overgelegd. Wellicht was het
aantal handteekeningen dan kleiner geweest, maar de onder
teekenaren hadden dan althans geweten, hoeveel de uit
voering der voorgestelde werken zou kosten.
Spreker bedoelt niet met deze bestrijding te kennen te
geven, dat hij en de zijnen tegenstanders van werkverruiming
of werkverschaffing zijn; het gaat er alleen om de dingen
te zien, zooals zij zijn.
Spreker heeft er paf van gestaan, toen de sociaal-demo
craten stemden tegen de demping van het Levendaal, waarvan
zij jarenlang voorstanders waren geweest. Hij heeft zich
vooral verbaasd, toen de heer van Eek in het vuur van zijn
rede zei, dat voor de werkloozen werk gezocht moest worden,
omdat zij niet meer gelooven in een toekomst. Spreker heeft
zich toen afgevraagd: hebben de socialistische beginselen
dan alleen kracht, wanneer er een stijgende conjunctuur is
en verliezen zij hun kracht bij een dalende conjunctuur?
Spreker stelt hiertegenover de Christelijke beginselen, die
ook in dezen tijd, waarin vele Christelijke gezinnen op den
rand van den afgrond leven, de kracht van het geloof schenken,
dat men niet ten onder zal gaan, al heeft men ook met vele
moeilijkheden te kampen.
Spreker hoopt aanstonds van den heer van Eek te ver
nemen, dat hij dezen verkeerd heeft begrepen.
De heer van Stralen merkt op, dat de heer Schoneveld en
de zijnen alleen berusting prediken.
De heer Schoneveld ontkent dit absoluut, want dan zouden