DINSDAG 4 SEPTEMBER 1934. Schoolgeld 1. o. en u. 1. o.e.a. (Beekenkamp e.a.) daarom misschien nuttig in deze verordening de clausule op te nemen, welke spreker ook in andere verordeningen heeft aangetroffen, dat ouders, wier kinderen het bezoek aan de school is ontzegd, geen gelegenheid hebben hun kinderen naar een andere school te sturen om hen daar het onderwijs rustig te laten volgen. Spreker zal niet lang stilstaan bij de vraag, of er in de be palingen dezer verordening soms een conflict schuilt met de Leerplichtwet. Spreker acht het evenwel minder juist, indien het bestuur eener bijzondere school de kinderen van school zou jagen, wanneer de ouders het schoolgeld niet betalen. Het is volgens hem beter de zaak te renvoyeeren naar het gemeentebestuur, dat bij uitsluiting de bevoegdheid moet hebben in geval van wanbetaling den kinderen het recht om de school te bezoeken te ontzeggen. De heer Goslinga zegt, dat een dergelijke bepaling aan het College en aan het schoolbestuur, dat zelf de inning verzorgt, gegeven moet worden om eenigen drang tot inning te hebben. Al wordt het in de practijk niet toegepast, er wordt wel eens mee gedreigd. In sprekers practijk van 7 jaar is het maar één keer toegepast, bij positieven onwil van den vader om schoolgeld te betalen. Nu kan men zeggen: dan moeten de besturen van alle bijzondere scholen bericht hebben, maar in de practijk lossen die theoretische quaesties zich wel op. Wanneer tusschentijds kinderen van de eene naar de andere school overgaan, gebeurt dat nooit zonder overleg van de hoofden, die ook over de reden van de verwisseling van school zijn ingelicht. Theoretisch is het bezwaar van den heer Beekenkamp zeer keurig opgesteld, maar in de practijk valt het wel mee. Men behoeft geen vrees te hebben om dit artikel aan te nemen; het werkt uitnemend preventief. De algemeene beschouwingen worden gesloten. De artikelen 1 tot en met 12 worden achtereenvolgens zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen, waarna de verordening in haar geheel zonder hoofdelijke stemming wordt vastgesteld. XXXIII. Voorstel tot vaststelling van een verordening, regelende de heffing van schoolgeld voor het buitengewoon lager onderwijs te Leiden. (Zie Ing. St. No. 195.) Algemeene beschouwingen worden niet gehouden. De artikelen 1 tot en met 16 worden achtereenvolgens zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen waarna de verordening in haar geheel, eveneens zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming, wordt vastgesteld. XXXIV. Voorstel tot vaststelling van een verordening, regelende de invordering van schoolgeld voor het buitengewoon lager onderwijs te Leiden. (Zie Ing. St. No. 195.) Algemeene beschouwingen worden niet gehouden. De artikelen 1 tot en met 10 worden achtereenvolgens zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen, waarna de verordening in haar geheel, eveneens zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming, wordt vastgesteld. XXXV. Praeadvies op de adressen van de Nederlandsche Centrale Reddingsbrigade te Rotterdam en van de Koninklijke Verhonden Nederlandsche Watersportverenigingen, van den A.N.W.B. Toeristenhond voor Nederland, afd. Watertoerisme, en van den Nederlandschen Kanohond, inzake het in het leven roepen van een verordening ter voorkoming van ver drinking bij beoefening van de watersport. (Zie Ing. St. No. 194.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het praeadvies van Burgemeester en Wethouders besloten. De heer Beekenkamp wil punt 36 der agenda tot de vol gende vergadering aanhouden en thans overgaan tot ver deeling van den Raad in Sectiën. De heer van Eek heeft daartegen zeer ernstig bezwaar. Punt 36 is een uiterst belangrijk onderwerp, dat reeds eens is uitgesteld en waarbij verschillende leden van sprekers fractie het woord wenschen te voeren. Het is geen wijze van 385 Voorkoming van verdrinking bij watersport; e.a. (van Eek e.a.) behandelen dit nu weer uit te stellen. Spreker dringt er zeer sterk op aan, vanavond dit zeer belangrijke punt te be handelen. De heer Beekenkamp doet het voorstel de behandeling van punt 36 aan te houden tot een volgende vergadering. De Voorzitter stelt namens het College voor, de behandeling- van de agenda hedenavond voort te zetten. De heer Beekenkamp legt zich bij het voorstel van den Voorzitter neer. Wordt vervolgens zonder hoofdelijke stemming overeen komstig het voorstel van den Voorzitter besloten. De Voorzitter schorst vervolgens de vergadering tot des namiddags te 8 j uur. Voortzetting van de geschorste openbare vergadering van Maandag 3 September 1934, op Dinsdag 4 September 1934, des avonds te 8J uur. Thans zijn afwezig de heeren Schüller, van Es en Eikerbout. Aan de orde is alsnu: XXXVI. Praeadvies op het voorstel van den heer van Eek c.s., inzake inperking van de werkloosheid. (Zie Ing. St. No. 152.) De Voorzitter stelt hierbij tevens aan de orde de wijze van behandeling van de voorstellen van den heer van Stralen inzake verlaging van de woninghuren en inzake verleening van een bijdrage door de gemeente in de kosten van premie betaling voor ziekenfondsen en ziekenhuisverpleging aan werkloozen en hunne gezinnen en van het petitionnement inzake verruiming van de werkgelegenheid, verlaging van woninghuren en toeslag op den werkloozensteun ter betaling van contributie voor zieken- en verplegingsfondsen. De Voorzitter stelt voor, het voorstel van den heer van Stralen om Burgemeester en Wethouders te verzoeken on verwijld maatregelen te willen nemen inzake het verleenen van een bijdrage in de kosten van premiebetaling voor Ziekenfondsen en Ziekenhuisverplegingsfondsen aan werk loozen en hunne gezinnen, te behandelen tegelijk met een binnenkort aanhangig te maken desbetreffend voorstel van Burgemeester en Wethouders. De heer van Stralen hoopt dan, dat deze zaak zeer spoedig in den Raad zal komen. De Voorzitter antwoordt bevestigend. Wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van den Voorzitter besloten. De Voorzitter stelt vervolgens voor, het voorstel van den heer van Stralen, om bij de Regeering aan te dringen op het nemen van wettelijke maatregelen om te komen tot verlaging van woninghuren, alsmede het petitionnement, voor zoover dit de verruiming van de werkgelegenheid en de verlaging van woninghuren betreft, te behandelen bij punt 36. Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het voorstel van den Voorzitter besloten. De heer van Eek zegt, dat het voorstel zijner fractie be langrijk is om zijn inhoud en om den steun, dien het door een krachtige adresbeweging heeft gekregen. De adres beweging, die door de S.D.A.P., in verbinding met den Leidschen Bestuurdersbond, op touw is gezet, heeft duidelijk doen uitkomen, dat de daarbij geuite wenschen door een belangrijk deel der bevolking worden gedragen. Het heeft spreker en de zijnen verrast, dat het petitionne ment zoo schitterend is geslaagd niettegenstaande de sterke bestrijding, die het van verschillende zijden heeft onder vonden. Deze bestrijding was zeer heftig van den kant der anti-revolutionnairen en minder heftig, maar toch ook beslist van de zijde der Roomsch-Katholieken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1934 | | pagina 13