MAANDAG 3 SEPTEMBER 1934. 370 Rechtstoestand gemcentopcrsoneel. (Tepe e.a.) in tijdelijken dienst was, heeft genoten, dat het bedrag der nitkeering niet lager is dan de gewone wedde over een maand (Tier weken) en niet liooger dan de gewone wedde over drie maanden (dertien weken)." De redactie is eenigszins gecompliceerd, maar geeft precies weer, wat door de voorstellers van het amendement beoogd wordt. De heer Wilmcr dankt Burgemeester en Wethouders voor hun bereidwilligheid om het amendement over te nemen. Spreker kan de door het College voorgestelde wijziging niet dadelijk overzien, maar vertrouwt op de verklaring van den Wethouder, dat de inhoud precies overeenkomt met den in houd van het amendement. Spreker en zijn mede-onder teekenaren vereenigen zich met de voorgestelde wijziging- van het amendement. De Voorzitter deelt mede, dat Burgemeester en Wethouders artikel 49 nader in dien zin wijzigen, dat daaraan een zesde lid wordt toegevoegd, luidende: „6. Bij overlijden van den ambtenaar/werkman, die in tijdelijken dienst was aangesteld, vindt het bepaalde in het tweede, derde, vierde en vijfde lid zooveel mogelijk overeen komstige toepassing, met dien verstande evenwel, dat het bedrag der nitkeering gelijk is aan een vierde gedeelte van de gewone wedde, welke de overleden ambtenaar/werkman gedurende het aantal volle maanden(volle weken), dat hij in tijdelijken dienst was, heeft genoten, dat het bedrag der uitkeering niet lager is dan de gewone wedde over een maand (vier weken) en niet hooger dan de gewone wedde over drie maanden (dertien weken)." Het aldus gewijzigde artikel 49 wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Artikel 50 wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen. Beraadslaging over artikel 51, waarbij tevens aan de orde komt het amendement No. 10 van de heeren Kuipers, Ver- weij en Schüller, luidende: ,,Ondergeteekenden stellen voor in art. 51 lid 2 III ,,12 werkdagen" te wijzigen in ,,14 werkdagen"." De heer Kuipers stelt voor, het aantal verlofdagen voor de ambtenaren bedoeld in lid 2, III op 14 werkdagen te be palen, omdat van vele ambtenaren en werklieden nu meer vereischt wordt dan voorheen. Gezien het aantal ambtenaren, die 24 en 18 werkdagen hebben, meent sprekers fractie, dat de-verhoudingen beter tot haar recht komen. De heer Tepe zegt, dat dit amendement wederom beoogt een verbetering van de positie van de ambtenaren, die tenslotte zal moeten plaats hebben ten koste van de gemeente- financiën De voorgestelde 12 vacantiedagen zijn feitelijk reeds verruimd door de bepaling van lid 4, waarbij 2 Zater dagen per jaar elk als een halve vacantiedag in rekening worden gebracht, terwijl bij het tegenwoordige reglement alle Zaterdagen voor geheele dagen gerekend worden. Practisch komt dit hierop neer, dat de ambtenaren/werklieden 14 dagen vacantie hebben. Omdat aanneming van het amendement- Kuipers tenslotte weer uitgaven voor de gemeente zou be- teekenen, moet spreker het ontraden. De heer Kuipers ziet niet-in, dat het de gemeente zooveel meer zou kosten, wanneer men den ambtenaren 14 in plaats van 12 dagen verlof gaf; het is een verruiming met slechts 2 dagen. Het is in het belang van de werklieden, dat zij 14 dagen verlof hebben. Bovendien, deze kosten zijn niet zoo groot, gezien de aantallen ambtenaren en werklieden, die nu slechts 12 dagen verlof hebben. De heer Verweij betwijfelt of deze maatregel een zoodanig offer van de gemeentekas zal vergen, dat hij daarom al moet ontraden. Spreker heeft dit amendement ingediend ook omdat hij de verschillen tusschen de aantallen verlofdagen, 24, 18 en 12, wel wat sterk acht en ze eenigszins wil inperken. Door de rationalisatie in de gemeentediensten, in het bijzöhder bij den Reinigingsdienst,wordt van het gemeentepersoneel groo terinspanning dan voorheen verlangd. Tegen die rationalisatie, mits behoorlijk toegepast, heeft spreker op zich zelf geen bezwaar, maar ook als compensatie voor die grootere in spanning, vooral bij die groep van arbeiders, acht spreke! een eenigszins langere vacantie gewettigd. Het amendement No. 10 van de heeren Kuipers, Verweij en Schüller wordt verworpen met 20 tegen 11 stemmen. Rechtstoestand gemeentepersoneel. (Kuipers e.a.) Tegen stemmen: de heeren Schoneveld, van Tol, Bergers, Wilmer, de Reede, Tepe, Splinter, Romijn, Meijnen, Eiker bout, van Rosmalen, Goslinga, Wilbrink, Bosman, van Eecke, Tobé, van Es, van der Reijden, Coster en Lombert. Vóór stemmende heer Koole, mevrouw de Clerde Bruijn, de heeren Vos, van Stralen, Groeneveld, van Eek, mevrouw Braggaarde Does, de heeren Kuipers, Vallentgoed, Verweij en Manders. (De heeren Kooistra en Beekenkamp hadden de vergadering inmiddels tijdelijk verlaten.) Artikel 51 wordt vervolgens zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Beraadslaging over artikel 52, waarbij tevens aan de orde komt het amendement No. 11 van de heeren Kuipers, Verweij en Schüller, luidende: „Ondergeteekenden stellen voor in art. 52, 2e lid van het ontwerp-ambtenarenreglement de woorden ,,3 maanden" te wijzigen in ,,6 maanden"." De heer Kuipers vestigt de aandacht op de onredelijkheid van het artikel volgens hetwelk een ambtenaar/werkman, die b.v. van 1 Januari tot 1 April ziek is geweest en van die ziekte niets dan nadeelige gevolgen heeft gehad, minder vacantie krijgt, hetgeen niet alleen voor hem onaangenaam is, maar ook het gezin treft, dat in alle omstandigheden onder de nadeelige gevolgen van de ziekte zal hebben ge leden. Spreker vindt het een inhumaan artikel, dat hij en de zijnen door het amendement willen verbeteren. In ons land bestaat nergens zoo'n artikel. De heer Wilmer is van oordeel, dat de bezwaren, welke de heer Kuipers aanvoert tegen den termijn van 3 maanden, ook zouden kunnen worden aangevoerd tegen den termijn van 6 maanden. De heer Kuipers behoort ook niet van „in humaan" te spreken, indien iemand, die in een bepaald jaar langen tijd ziek is geweest, in dit jaar minder of zelfs geen vacantie krijgt. Waarom zou wel bij een termijn van 3 maan den en niet bij een termijn van 6 maanden sprake zijn van inhumaniteit De heer Verweij zegt, dat in het Georganiseerd Overleg alle organisaties zeer fel tegen de voorgestelde bepaling hebben gevochten op gronden, die samengevat kunnen worden in het woord „inhumaniteit". Inderdaad kan men tegen een langeren termijn dezelfde bezwaren aanvoeren als tegen den termijn van 3 maanden, maar noch in het reglement van eenige andere gemeente noch in het Rijksambtenarenreglement komt de bepaling voor, dat iemand, die zoo brutaal is geweest, gedurende langen tijd ziek te zijn, zijn recht op vacantie heeft ver speeld. Ook voor de gemeente Leiden is een dergelijke, werkelijk inhumane bepaling niet geoorloofd. De heer Tepe zegt, dat de voorgestelde bepaling over genomen is uit het Rijksambtenarenreglement. Het verwijt, dat inhumane maatregelen worden genomen, moet men dus ook richten tot degenen, die medegewerkt hebben aan de samenstelling van het Rijksambtenarenreglement (art. 25). Spreker sluit zich overigens aan bij het betoog van den heer Wilmer. Indien de ziekte langer dan drie maanden heeft geduurd, kan de toepassing van den maatregel pijnlijk zijn, maar daarvan kan men het gemeentebestuur geen verwijt maken. Het is de kwade risico, die iedereen loopt, als hij tijdens zijn werk door ziekte wordt overvallen. Ook in het particuliere leven boet men daardoor vaak genoeg zijn vacantie in. Moet de gemeente zoo vrijgevig zijn om te zeggen: ziekte of geen ziekte, wij geven U toch vacantie? Dat is een over dreven humaniteit. Op dien grond ontraadt spreker het amendement sterk. Het amendement No. 11 van de heeren Kuipers, Verweij en Schüller wordt verworpen met 19 tegen 13 stemmen. Tegen stemmen: de heeren Schoneveld, Vos, Wilmer, de Reede, Tepe, Splinter, Romijn, Meijnen, Eikerbout, van Rosmalen, Goslinga, Wilbrink, Bosman, van Eecke, Tobé, van Es, van der Reijden, Coster en Lombert. Vóór stemmen: de heeren van Tol, Koole, mevrouw de Clerde Bruijn, de heeren Bergers, Kooistra, van Stralen, Groeneveld, van Eek, mevrouw Braggaarde Does, de heeren Kuipers, Vallentgoed, Verweij en Manders.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1934 | | pagina 22