MAANDAG 6 AUGUSTUS 1934. 347 Schoolgeld Gymnasium en H.B.S. (Tepe e.a.) Spreker heeft er duidelijk op gewezen, dat uitsluitend de tijdsomstandigheden dwingen om iets meer te laten betalen door degenen, die hiervan rechtstreeks profiteeren. De heer Goslinga heeft zich inderdaad vergist; zijn op merking geldt voor het lager onderwijs en niet voor het middelbaar onderwijs. De algemeene beschouwingen worden gesloten. De Voorzitter stelt allereerst aan de orde de verordening sub I van het voorstel van Burgemeester en Wethouders. De artikelen 1 tot en met 4 worden achtereenvolgens zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen. Artikel 5 wordt hierna aangenomen met 18 tegen 9 stemmen. Vóór stemmen: de heeren van Tol, Schoneveld, Beeken kamp, van der Eeijden, Tepe, Goslinga, Romijn, Bergers, Eikerbont, Wilbrink, van Rosmalen, de Reede, Bosman, Wilmer, Tobé, Coster van Eecke en de Voorzitter. Tegen stemmen: de heer Koole, mevrouw de Clerde Bruijn, de heeren Vos, van Weizen, Groeneveld, Kuipers, mevrouw Braggaarde Does, de heeren Vallentgoed en Kooistra. (De heer Manders had inmiddels de vergadering verlaten.) Artikel 6, het gewijzigd artikel 7, en de artikelen 8 tot en met 17 worden achtereenvolgens zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen. Beraadslaging over artikel 18. De heer Vos zegt, dat het misschien goed is, dat van het College een verklaring uitgaat, dat met „aanslagbiljet" bedoeld wordt niet den voorloopigen aanslag, maar het definitieve aanslagbiljet. De heer Tepe zegt dat dat zeker de bedoeling is. Artikel 18 wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. De artikelen 19 tot en met 22 worden achtereenvolgens zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen, waarna de verordening in haar geheel zonder hoofdelijke stemming wordt vastgesteld. De Voorzitter stelt thans aan de orde de verordening sub II van het voorstel van Burgemeester en Wethouders. De artikelen 1 tot en met 11 worden achtereenvolgens zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen, waarna de verordening in haar geheel, eveneens zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming, wordt vastgesteld. (Voorzitter e.a.) De Voorzitter vraagt of thans een van de leden nog iets in het belang van de gemeente in het midden heeft te brengen. De heer Coster verzoekt, nu de Eerste Kamer het wets ontwerp tot wijziging der Winkelsluitingswet heeft aange nomen, het College maatregelen te nemen, dat zoo spoedig mogelijk voor alle winkelbedrijven, die daarvoor in aan merking komen, dus ook voor de houders van een slijt- of volledige vergunning de gelegenheid wordt opengesteld des Zondags hun bedrijf, zij het slechts een deel van den dag, uit te oefenen. Voorts wijst spreker er op, dat herhaaldelijk klachten binnenkomen over de levering van uniformen voor het gemeentepersoneel. Er is een politieagent, die reeds vanaf 1 Mei met een oude jas loopt, omdat de nieuwe reeds 4 maal naar Amsterdam is opgezonden en nu na terugzending is afgekeurd. Al staat maar één knoop scheef, dan moet het kleedingstuk opgezonden worden naar Amsterdam. Er zijn te Leiden 35 kleermakers ingeschreven aan de Arbeidsbeurs. Zouden de kleine reparaties niet te Leiden kunnen geschieden? Zoo neen, zouden Burgemeester en Wethouders er dan bij de aanbesteding van de uniformen van het gemeentepersoneel rekening mee willen houden; dat zou een voordeel beteekenen voor de gemeente, terwijl die werklooze kleermakers dan zelf hun brood zonden kunnen verdienen. De Voorzitter zegt toe, dat Burgemeester en Wethouders aan beide punten aandacht zullen schenken. De heer Kuipers heeft tot zijn groote verwondering op deze agenda gemist de verdere behandeling van het Ambte narenreglement. Op 10 Juli j.l. zijn er algemeene be schouwingen over dit Ambtenarenreglement gehouden, waarna de vergadering werd geschorst. Het had volgens spreker vanzelf gesproken wanneer nu op de agenda was geplaatst de behandeling van de amendementen op het Ambtenarenreglement. Wat kan de oorzaak zijn, dat dit punt niet op de agenda is geplaatst? De rechtspositie van de ambtenaren en werklieden vraagt om eindelijk eens te worden geregeld, maar helaas wordt de behandeling van deze materie nu weer uitgesteld. Na deze vergadering komt de eerste vergadering in September met de verkiezing van Raadscommissies enz., zoodat het wel eind September zal worden wanneer deze zaak opnieuw op de agenda komt. Het is wel een lange lijdensweg, dien het Ambtenarenreglement moet volgen. Volgens spreker had dit wel anders gekund met een klein beetje medewerking van Burgemeester en Wethouders De Voorzitter deelt mede, dat het punt niet op de agenda is geplaatst met het oog op de onvoltalligheid van den Raad wegens de vacantie; het zal nu in de eerste vergadering in September aan de orde worden gesteld. Niemand meer het woord verlangende, sluit de Voorzitter de vergadering. Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. GROEN ZOON.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1934 | | pagina 11